
384 - M O L
p ' Yoör zyri^WTtrek van -daar yerssögten
jzy -.hem vootf hen een plaats tot een
kerk te willeH, uitzien j ’t geen hy'ook
jdeed, en waar aan de Koning, ichoon
pi oud , zyne- Köningin , en Adelyke
'jyrouwen, zee?;yverig werkten, verzoe-
ikende zelfs de plaats ichoon te maken,
Jen ’t gras (alsföf dat 00k al Godsdienft
¡Was) uit te Wyen. •
ji Z y fchonken aan dezen Pater, ofwel
pan twee Poftpgeezen, die by hem waren,
twee Slaven, waar op hy van daar
Weer, in geze|(chap van den Koning van
Sjauw, vertrök , aie hem 00k van eenige
vaartuigen,ien van volk, verzag e om
Rem na Caudipan, opde kuft van Celebes
, te geleiden. H y , die zieh nog
Wenigen tyd', tot dat alles vaardig was, te
Sjauw opgehouden had, vertrök van daar
flen iften November, en quam den zden
w/eer op Manado. Hy bleef daar tien
pagen, en hoSrde daar van zeker volk,
Spatahans (dog, zo Maffeus zegt, Ba-
tätsjiners) genaamt, fpreken, die wel
honderd duizqjnd zielen fterk, en gene-
fe£n. .waren | Ghriftcn te wordeni j gelyk
pok die van .^EPiontalo zeer ernftig daar-
¿m hem verzagten} dog hy alleen niet
|n f ta a t ,om z o groöt een werk uit te
▼beren, wees dit voor een tyd van de
$and, met belofte.* van hen ten eerften
tb^efters te zullen zenden.
^Van daar gmg^fey dan met het Volk f
dat hy by zieh hadt, naar Caudipan,
gierde op Boelan aan, diens Koning een
zoon des Konings van Manado was,
welke Vorft, fchoon Moorich, egter
groote genegenheit voor het Chriften-
dom toonde j 00k ging des Konings
moeder hem met eenige eetbare waren te
gemoet, om Hem wat te verfterkenj
dog hy ,. zieh daar niet willeride ophou-
den , bedankte haar , roeide, *na een
jongen, door Jacob Magellanes hier ge-
laten, medegenomen te hebben, verder,
en quam eindelyk te Caudipan aan, daar
hy zeer wel van de Chriftenen , en Hei-
denen, ontfangen wierd.
Hy bleef hier eenigen. tyd, en keerde,
na verfcheidene tot net geloove gebragt,
en eenige, al bevorens bekeerden, ge-
llerkt te hebben, we£r na Sjauw, daar
hy ’t begin van'January desjaars 176p.
aanquam. Hy vond hier wel de vloot
van Gonfalvo Pareira niet, die den Koning
van Sjauw belooft was, om de
zynen weer tot reden te brengen •, maar
egter, door hulp van een anderen Portu-
gees, middel, om twee fteden te ver-
overen, en zyne wederipannige onder-
daanen zieh weer volkomen te onder-
werpen.
Na dat hier nu alles in ruft gebragt
was, vertrök deze vader van daar, netnendeT^
r Könings audifeü fcööft, eeft
Prinsje van negen jaren , mede'na Terna-
te,'om hem’ onder de Portugeezen op te
voeden.
Dog gelyk de zaaken der Portugeezen Het ftegt
in de Moluccos zeer begonnen af te ne-. gedrag
men, zo door ’t onbezuift gedrag deiider
Landvoogden aldaar, als door de 'only-
delyke baldadigheden van ’t gemeene
volk tegen de Ternataanen,-dat geen ge-i
wifle, nog vreeze Gods meer betoonde:
te hebben 5 alzo heeft dit, iievens andere*
voorvallen, hen 00k aangezet, om döj
Portugeezen zelf in hun kafteel te beoor-:
logen, waar door zy , geen ontzet tttj
gemoet ziende, en al Karten, Honden*:
en ’t leder van huhne koffers gegeten-
hebbende, genoodzaakt wierden zieh ini’
’t jaar 1/72.. by accoord aan Koning!
Bahne over te geven, en zieh ten deelö;
na Amboina, ten dbele op ftrand, vöör;
eerft te onthouden, van wäar zy kort
daar aan na Tidore getrokken zyn* daarä
die Vorft voor hen een veiling bouwenp
liet, te meer, alzo hy op de Ternataanen I *
vry wat verbittert was, om dat zy deni;
buit vah de Portugeezen alleen bekomen; {
hadden.
Hier door, gelyk men denken kan, ben
leden de zaaken van den Godsdienft toedeipods-
zeer Veelj waar door verfcheide Patet?^?“ “®. b
als. Gmes Damaraltoy Geprgio Fernandes^
en ändere, *t leven verloren.
Zy hielden het op Tidore nog welzes-
eridertig jaaren üit, in Welken tuflehen-
tyd ik zie, dat door Nicolaas Piment a,
Vifitateur der Jeiiiiten, in ’t jaar iypp.
eenige Priefters, en onder deze Chrißoffei
de Vega% Vafco de Cunha, en meer andere,
na Tidore, daar zy den 2oftenNo-*
vember quamen, gezonden zyn, alwaar
zy Jan Rebello, en 00k eenige kerken j
vonden •, behalven dat deze Pimenta in
February, van ’t jaar i^qx^ook herwaards
Qeorgeße Fpnjeca, jindr 'e Baptifia, Bar-
ihoTomeus Daniel, en Matiheus *de ßtitto
als Coadjuteur zond $, maar een iehip-
breuk belette hen *ct te komen, waar by^
dan de gedurige oorlögen tuflehen hen,
6n de Ternataanen, die nu eh dan 00k
veel onderftand van de Engelfchen beko-
men hadden, *t werk derbekeering 00k
een grootc verhindering toebragtenj in
hoedanigen ftaat deze hunne verwärde
zaaken tot in ft jaar 1 doo, en ’t jaar 1601
heenfchokten, wanneer Louis Fernandes,
‘ Superieur derjefuiten, in de Mölübcos was.
O'mtreht .dezen tyd doopten de vaders
öp Tidore nag een zoon van den Kqning
van Sjauw, en agt o f negen anderen, ter
gelegenheit, dat die Koning de Portugeezen
op Tidore tegen de Ternataanen
en Holländers, die hen daar belegerden,
was komen helpen.
Na dien tyd wierd (gelyk wy elders
toonen) Tidore in ’t jaar idoy. door de
Holländers onder den onder-Zeevoogd
Kornelis Sebaßiaanszen verovert, ’t geen
m de Portugeeiche zaaken weer een
groote breuke te weeg bragt, in welken
tyd zy naSjauwmoeiten vertrekken,daar
Pater Jan Paul was, en hoewel dit verlies
in ’t jaar 1606. door Pedro da Cunha
wel met een weder-verovering van alles,
ja zelf 00k van Ternate, gered wierdj
200 en duurde deze vreugde niet zeer
lang, aangezien in ’t jaar 1607. alles
door Cornelis Matelief weer herfteld,
herwonnen, en de Portugeezen zedert
geheel en al buiten hun beftek gebragt
wierden: want ichoon zy na dien tyd
hog tot het jaar 166$. op Gamma Lamina,
en nog later op Sjauw ( te weten ^
tot in rt jaar 1677.) gebleven zyn, en
daar hunne Priefters gehad hebben, zo is
egter ’t werk der bekeering daar van zeer
weinig belang geweeft, zo door de bit-
terheit van Komng Hhamza, als voor al,
na dat” de Nederlanders Predikanten in
de Moluccos gehad, en daar hunne leere
hoe langer hoe meer voortgezet hebben.
Na dat Pieter da Cunha alles in de
Moluccos herfteld had, zo verzogten
die van de kuft van Moro, en vän Tolo,
om Priefters, die hen door Pater Gabriel
de. la Croix belooft waren, gelyk ’er daar
na 00k veel, als vier honderd teT o lo ,
twee honderd te Samoforo* henfcVenä
hunne Hoofden, en nog vy f honderd op
een andere plaats, gedoopt wierden.
In dezen tyd was eenen Pater dntoni
Pereira te Sjauw, die zeer veel dienft^
zo omtrent den wulpzen en flegt-leven^
den Koning, als omtrent zyne onderdaa-
nen deed , behalven dat 00k die van
Sangir hem zeer verzogten, om den
Doop aan verfcheide inlanders daar te
komen bedienen.
Hydoopte, op hun verzoek,00k eenen
Royteiet, Koning van Lagulanda (by Jarri-
cus, Regalanda gdnaamt) en zyn dogter*
die te Sjauw gekomen was, om met dien
Koning te trouwen. Deze Vorft van
Tagulanda beloofde aan dezen Pater 00k,
dat alle zyn onderdaanen Chriften zouden
worden, indien hy maar op zyn eiland
komen wilde.
En dit is wel het voornaamfte, dat Befloit
’er by de regeering der Portugeezen om- van het
trent het ftuk van den Godsdienft in de tekec-
Moluceos, o f de eilanden, daar onder rjng,
behoorende, verrigt is. , door de
Nu is ’croverig, dat wy gaan zien,
wat by de Nederlanders omtrent de zake paters
van den Godsdienft in deze geweften van daar
tyd tot tyd gedaan, en hoe verre men verricht»
daar in tot deze tyden toe gekomen is j
waar toe wy in ’t volgende Hoofdftuk
zullen overgaan.
N E G E N D E H O O F D S T ü K .
DE Hervormde Godsdienft in V jaar i6 z i. door Krank-bezoekers hier hegonnèti',
D. Georgius Candidius komt hier in 't jaar i6z6. als eerfte Predikant. Word in
dat zelve jaar door den Landvoogd, le Febrej opgezonden. De befchuldigirigen van
den Landvoogd tegen hem. Zyne vtrdediging, waar uit zyne onfchuld blykt. De
Landvoogd , Jlhoon teri voîlen Jchüldig^ hlyft ongeftraft. D. Scotus in 7 jaar 162.8.»
Toer'waards gezdndén. En de Proponent Connus in 7 jaar i6 z j. Slegte Jland der kerk
e» il^hpolen. Staat van den Godsdienft op Batsjan. D. Bonnus /» 7 jaar idzp. na
Batavia ontboden. Eerfte melding in 7 jaar 1631. van D. Scotus in de Batavifche kerk-
papïeren. D. Aartszoon in 7 jaar 1634. herwaards gezonden. Verfcheide Krank-
bezoekers, hier gebruikt. D. Aartszoon van hier na Batavia vertrokken in 7 jaar 1638»
Latende de kerk, en fchoolen, in ilegten ftaat. Hoeddnig het D. Bakus in 7 jaar
1640. hier nog bevond. Die in 7 . jaar 1641./» Amboina geplaatft werd. D. Sonne-
veld voor een fpringtocht in Teníate. D. Bakus, met eenige Krank-bezoekers, in 7
jaar 1.643. ^ter i e^omen- ^Jie in 7 jaar 1644. op Batavia komt. D. Warmelo
i n ’t jaar 1646. herwaards gezonden, die om zyn Taalkunde in 7 jaar i6yy. na Banda
vertrekt, Zyn kômft in 7 Jaar 16f 6. op Batavia. D. Abbema komt hier, die in 7
jaàr i6j*p. hier flerft. D. Spiljardus bezoekt deze kérk. în 7 jaar 1661. D. Bu-
ruml D. Sibelius, door D. Akendam vervangen. In 7 jaar 1666. D. de Buk»
D . Sweerdius in 7 jaar 1667. în 7 jaar 166p. D. Struis, diens dienft geftremt word.
D . Montanus in 7 jaar 1670. Verdete behandeling van D. Struis op Batavia.
D. Brôuwerius in 7 jaar 1671. D. Dionyfîus in 7 jaàr 1674. D. Huisman in 7
jaar 1677. In dat zelve jaar door D. Montanus vervangen, met den Proposent,
de Large. D. Montanus kerk-bericht wegens de Molukfche kerken, in 7 jaar, 1677.
aan den Heer Landvoogd, Hurdt, overgelevert. Slegte getuigenis wegens den Godsdienft
op Oebi. Zyn bericht van Batsjan. Van Mak jan. Staat der kerke op Maleyo.
I. D e e l . C c c " ' " - ^ M r ^ ^ 'V * r z