
V; Y F D E H O O F D S T ü K,
T J An de vàart en handel der Deenen op Ooilindien. Hunne gevallen opCÿlon.
V ¡ Marcellus Bofchhouder w W trouwloos den'dienib der Nederlanders. Eribe-
geefi zieh in den dienft der Deenen. Zyn dood vefÿdélf den_aanleg der Deenen aldaar.
Güle Gedde, hun zeevoogt, keert weer mar Oeiiemarken. Hun händel in andere
Indifche Géwéften. Nanielyk 'opTrangcbaar, • *tgçé$ zy bézitten. ô^perbcltierdërs
der Deenen in Indien. GevaTw»-' Barent Péliàart ‘Màiiilb'a. Hirn verder aanleg,
en handel , op andere plaatzen van Indien. De vaart der Spaänjaards op Ooilindien
van -weinig belang. Uitgemrhen op de Philippines. iVanneer die, door hen ontdekt j en
door anderen bevaaren zyn. ■ 'YGetal der zelve. Kaart 'er van ¿en die bejetrreven. Lu-
con. De Baai van Manilha met een Kaart ’er vah. ' En de ftadt bejehréven, en afge~
beeid. JBenevens deverdere Philippines. Bagimäriöcfcan. MfnäoraC "Linuhan. Paragöa,
Doy. Mayo. Cox-eiland. Mauritius. Coyö:r Dôgeÿe. MarenduC; Tablé. Pànay.
Neges. Celo, Leta. Tgan. Borias. Tigoero. Mà&atta. Abuyo. Màtan. Banking
en Capul. Tandaja. Mangindänao. St. Jarf. Vaart* van!die W»::Opftende op Ooft-
indiën, onder de vlag des Röomichen Keizers. Pogingen der heeren Bewindhebbèren
tot ftremming deZer väait der Ooftendenaars. By verjcb'eide Memorien ^': äan haar
Hoog Mog: aangebodèn, opengélëgt. Met vertooning ^ » het ongelyk y ’tgeen hen
daar by vpord gedadn. En met verzöek aan haar Hoog Mog: om ditie beletten. Han
de vaart en handel der Nederlanders in Ooilindien. Die uit «&rgrorid opgehaalt word.
Hoe de Spaanfche vervolging hen:daareerß toe ged-wongen heeft. ‘ HürMe ' zügt vdoT den
Koophandel en geregtigheid. Töchten der Nederlandersmat' V"Noorden , om in
Ooftindiën te komen. Beredten by de zelve hun öogwit met. Eenige {èhtpen voorby de
kaap mar Indien gezonden, op rtberigt door Ççrnelis Houtman bekämen. É&ÉÉji|n|
Van de T A -^e FimfcH?‘H^^komen,ook
vaart en de Deehen onder die gerie,' die
handel X. v tochten haar Ooftindien onder-
nen ?pee“«omen hebben, vpor.;
indienf Zy hebben 4 zeer vroeg op Ceylon gevaaren
, het geen zyn oörfpronk uit dit
wonderlyk , en vry zeldzaam yoorväl
kreeg.
In ’t jaar 160p zonden haar Hoog Mog:,
en prins MauritSyOian Cenwwieraat. Adafcyn,
keizer van Ceylon, eenige brieven yän den
i f den September en f dcn O&obCr metze-
keren pnderköopman, in dienft der Öoft-
indifche Maatfcnappy , Mar cellus B ofch-
houder genaamt.
Deze Bufcbboiider, onder ’t pppergezag
van den eerften Nederlandichen ppperge-
bieder van Ooilindien, Pieter Botb van
Amersfoort, met de fwarte leeüw-uitge-
Ioop‘en , en met het ichip de 'windhond
op de kuft van Choromandel verichehen
zynde zöö heeft de preildent der Ne-
derlandiche Maatfchappy aldaar, de heer
Johan vän tVczik., den zelven ten ¿ertten
naar Ceylon voortgezonden.
Huime Hy quam den 8ften Maart 16 tz. eerft by
gevallen dien keizer in zyn hofftadt , Candi, le- ■
op Cey- verde. zyn brieven, die zeer girhiiig ont-
l°n. fangen wierden, over, en had de eere van
nevens dien vorft op een vergulde ftoel,
die met een wit kleed ( de grootile eere
daar te land) bedekt was , geplaatil te
worden.
Gclyk nu ’t oogmerk van dit ichivvens
haarer Hoog Mog: en van zyn prinielyke
Hoogheid, was, om dien, yorft ih eeii
naauwe Vri^ndichap met den Nederlandichen
Staat te. verbinden, alzo° tr^d. hy
den nden Mey met . dezen Bdfchhouder
ook in onderhandeling , , van welke wy
onder. Ceylon na4er zullen ^reken, aan-
gezien wy .dit hier maar , zoo verre het
in. ppzigt der Deenen, te pas komen zal.»
willen aaphalen, ,\^gnneei^,nu Boßhhou-
der zyn werk, tot. zyn genöegen , en ten
vooraeele van zyiie Heeren' en meefters
yerrigt had , verzogt hy weder te.yer-
trekkenf doch de Heizer wilde henx. daar
toe geen verlof geyen , voor reden by-
breneende , dat men hem belooft had ,
dat daar eenige Holländers, om alles met
hqm. te. beraaailagen, hlyven zouden ? en
indien hy daar. met biyyen wilde ^ zoo
yerklaarae den keizer pok zyne brieven
niej'.als:;vK:ettig aan te w,iUen nemen^ en
b'y gevolg die ganticKe: ondefhahdeling
vpor ongSdaan', en zieh daar aan geqn-
Zifis_yerpligt te zullen, houden.*
Du^moeil hy , wilde hy zyn gantfehen
totht en handeling., .zpo yQprdeeUg,,vppr
de Nederlandfche Maatic happy, ruetver*
ydeld zien, in weerwil daar blyven. ' .
Hy'was by dien keizer zeer b'eniindVMarccl-
die hera prins van Mingone , Cokkelelus Bofck*
Corle, Anan-agepora, Miwitigaal, mits-houder
gaders Heer van de ordre der Guide Zon,
voorzitter in den Hoogen Krygsraad,
tweede in denGeheimenRaad, en alge-
meen zeevoogt, enz. maakte, klaaremerk-
teekenen van ’s keizers agtingvoor hem,
die
die zelf zoo-verre g in^ dat die vorib niets
ondernam, zonder zieh eerft met hem te
beraden.
• Na dat dezen Boßhhouder dien keizer
nu eenige jaaren van zyn raad tegen de
Poitugeezen, en andferen , gedioit had,,
fcreeg hy in, ’t jaar itS if . den pdca Mey]
verlor van hem » om naar de kuft vän
Choromandel over te fteken, om te- zien
: o f h y daar de belooßle hulp tegen de Pör-
fiugeezen zou können bekomen , en om
te- eer , en te vafter t dit te bewerken,
had die vorft hem als zynen gezant en
gevolmagtigden met zoodanige gelboß-
brieven voorzien, ab’er vereiieht wierden.
om uit zyn naam met alle prinien 'en
vorften daar over te handelen , met be-
lofte vaa alles , ’tgeen hy verrigten en
iluiten zon, van waarde te zullen hou-
dpn.
• Met deze volmagt-dan vertrokken zyn-
cte , quam hy den 'pdea j^inii op Mäzuli-
patam, doch de DireÄeur, Hans de Haze,
vond geraden denxsaBofchhouder met zieh
naar Bantam te nemen, om daar met den
tweede oppergebieder van Indien , de,
heer Gerara Re'ynß^ over de verzogte by-
ftand der Nederlanders tegen de Portu-
geezen te fpreken 5 doch by hun komft
te Bantam dien heer överleden vindende,
zoowiert goedgevondenBofchhouder, 6p|
zyn. emftig verzoek , na het vaderland te
zeadeh, om zyne vplöiagt voor haar Hoog
M o g :, den prinie van Orangie , en de
heeren BewinqhebWe^P, open te leggen,
en aldus met meerdef hdope van een goed
gevelg-dit gew%tig ftuk daar te b^an-
8 Hy quam behouden in Holland ; maar
was daar zoo ras niet aangelandj.of vergeten
zynde, dat hy npit van zyn dienft, eed
en verpligting aan de heeren Bewindheb-
beren, ontflagen, endus al, wat hy daar
op Ceylon o f mCaiidy wiert, in hunnen
dienft, naam, en ten voordeele van hen
daar geworden, en* aldus nög even als te
voren , in rang beneden hen , en maar
een dienaar van zyn Meefters; was , be-
töönde hy zieh nogtans by zyneveribhy-
fiing voor hen zoo trots en verwaand,
dätny, als prins van Mingone, enals ge-
zant van zoo magtigen keizer, zieh hoog-
moedig en opgdblazen aanmatigde j
hy rang boven hen behöörde te genieten,
*t geen nogtans de heeren bewinahebberen
geheel anders begrepen , en dus hem 00k
niet anders dan hunnen dienaar, gelyk Hy
nog was, handelen wilden.
Dit Ipeet dezen eerzugtigen prins van
Mingone zoodanig , v dat hy , om zyne
¿en ft 4« Heeren en Meefters Hit af&ont, zyn hoog-
Neder- Hejd , met zoo veel verfmading van al
feyne waardigheden, aangedaan, betaalt
<te zetten, zieh zelven niet ontzag, tegen
zyn eed en verpligting aan , ziph naar
Vedaat
trouwlanders.
' Denemarken te begeven , dam’ hy den
Junif 16 if. is aangeknd j en den-
j 30®“ Maart ' ’s jaar?, i 5 i8i een contra#
; tuilbhen de kroon van Denemarken j eri;
|den keizer vàn Ceylon, gemaakt heeft,
’t geen koning Gbnftiaan-1 Vi niet alleen E11 tc:
bekragtigt, maar wa'ar op men 00k goédi p eJ zicil
gevonden heeft>, hem nog in;dat zel^enftder
jaar met een fchip en jagt- Uit Dënemâf- Deenen.
ken met zyn huisvrönw (die hÿ 'de prïn-
fes van Mingone noemen lief) weder naar
Ceylon te zenden.
Men voegde daar eenige huisgeZinhen i^
en 00k eengoed getaj foldàtra b^if o^; te.
tqonen , dat- Hec den Deenen -ernft was
zieh daar niet alleen te Welligen y- maar
om; 00k den keizer met eeri krygsmagt
te onderfteunen' 5 doch de prins vaii^F1 dood
Mingone-quam- op de reize l e ' ftervdn, î eryddd
naar welkers dood veel vàn dit médege-"aSüeg
nomea volk, zpo ras het dp dé kuft vàn der Dee-
Choromandelquam, verliep, ’tgeen de-*nen
zen gantfehen tocht en ondefneming der'daar’
Deenen alhier verydelde. h
Bofchhouder had van Ghrißiabn IV. voor
rekening van den keizer vän Ceylon een
fçhip, en een j^gt ÿerkregén, waar by
die van de Deeniehe Öo&ndirche Maat-
fchappy, in ’tjaar I5 r8. te Göppenhage
opgerigt , nog f ichepèn voegden, die
zy onder ’t bevel van een Deertfch edel-,
man, Gule Gedde, naar Ceylon zonden.
Zy quamen, na zz maanden omiwer-
vens, en na ’t verli& vm Boftbhouder , en
zeer veel van hun medegenomën-vôlk ] in“
’t jaar- lözp. eeift qp Geÿton j eenigdvoor
Baticalo, andei» in de baai vanr Cptiary
en eindelyk alle by een, ten ankèr. r
Gule Gedde gaf doör eenige van zyne
bedienden , die hynaarCandy zön(i,- ken-
nisvan ’tgétal , èn de komft der föHeberi , ' ;r
endaar nevens 00k van de dood van Bofchd
bouder, verzoekende nu vorder té mögen :
weten , wat hy zou té doeh hebbém
Zoo ras vemam de keizer niet ; dat de
prins van Mingone dood , en dat de
gantfehe uiti-eecBng en bezending van deze.
fchepen , metälle de lallen daar öp geioö- -
pen, al vry höog op zyne rekening ge-
ftelt was, o f hy llond 200 wel över neE
eene als over ’t andere verbaaft , en I06-
chende pit aan Bofchhouder laft Hier toe
gegeven te hebben.
! Hier op reezeii tuflehen dé Deenen en
dem keizer fwàare twiftredenen , waai
mede de eerften niet anders dan woorden
tot betahng kregen , en vorder na den
dobden prins van Mingone , wiens lyk
met dat van zyn zoontje nog äan böord
was , doch waar aan zy niét dan làft èiî
ftank hadden, gewezen wierden'}" wes-
halven zy hun verhaal op zyn göfederen,
die zy- byna alle verbeurt venclaarden,
zogten 5 laatende maar zeer weinige der
zelve aan zyn weduwe, behälvra i geen
zy