
Ariflobulus , dat Porus zoon tnet 60 wagens
daargekomenis, eerAIexandersheirdoor
*t klein eiland o y e r geraaktwasj dog dat
änderen verhaleni dat Porus zoon, met
een grooter getal troepen overgetrokken
zynde, Alexander zelf, en ook zyn paard
Bueephalus gewont had, in zoo verre,
dat zyn paard daar af geftorven was > al
*t welke ny , op Ptolomeus bericht weer
geheel verwerpt, ftellende , dat Porus
zoon , nevens 400 ruiters, daar dood ge-
bleven was.
§ 17. en 18. verhaalt hy de groote ne-
derlaag van- Porus zeer omftandig , en
voegt’er by , dat Alexander Taxiles na
Porus, diemzynregterfchoudergequetft
was , gezonden, maar dat Porus, zoo als
hyzyn oudenyyand zag, henaniet alleen
veragt, maar oök met een fpies na hem
(hoewel te vergeefs, alzoo hy *töhtweek)
gdchoten had, maar dat Alexander toen
zekeren Meroes, eenen Indiaan, en Porus
oüdenvriend, aanhemzondt, die Porus,
van dorft verfmagtende , zoo verre bragt,
dat hy van zyn oliiänt afgetreden en Dy
Alexander, die hem tegemoet ging, aan-
ftonds gekomeri is 5 en hem daar op van
Alexander, dieover zyfl lengtevan meer
als vy f cubiten, en ichoonheid, verbaaft
ftont, gevraagt wierdt: Wat hy begeerde
dat by met hem doen zou? Niet anders , z ei
Porus-,begere ik , da» dat gy mykomnklyk
handelt!^ D it zal u , 6 Porus, zei Alexander,
dien dit behaagde, ommynentwilge-
fchieden maareifcht, wat gy begeert, dat
ik u uwentbalven doen zal ? Dat is , zei
Porus, in mynvorig zeggen opgefloten. Dit
ftond Alexander nog immers zoo wel aan ,
waar op hy aan Porus ’t ryk der Indianen,
en nog een ander grooter geweft boven
dien, gefcbonken, en hem aldus konink-
iy k , en als zynen vriend, gehandelt heeft.
§ 19. verhaalt hy , dat hy ter plaatze
van dezen veldilag, en daar hy de rivier
Hydafpes met zyn heir pafleerae, eenige
fteden, en onder- andere Nicasa en Buce-
phala, gebouwt, en, na eenige Gezanten
van een ander koning o f hoofcl, Abiläres
genaamt, ontfkngen te hebben, daar op
na de rivier Acefmes, en niet alleen daar
over, maar ook over de Hydraotes (die
eenigzins grooter dan de Acefines was )
getrokken is, en daar weer eenen anderen
Porus gevonden, en de Catheers, Oxydraken,
Maliers en Adraiften, aangetaft
en de ftadt ‘Sangala verwoeft heeft.
Dat hy toeö met zyn heir tot de rivier
Hyphafisvoortgetrokken zynde, en ver-
der willende gaan j op de bede van zyn
foldaten zyn reize by de Hyphäfis geftaafct,
by die rivier twaalr altaren gebouwt, en
Porus over dat gantfch geweft tot de Hy-
hafis toe als vorft geftelt heeft, keerende
us weder na de rivieren Acefines, Hydraotes
en Hydafpes, welke twee eerfte
Hy overtrok.
In ’tvi.boek § meldt hy zynenver-
derentocht met zyn leger te fcheep längs
de rivier Hydafpes, en voegt’er b y , dat
hy van de Inlanders verftaan had , dat de
Hydafpes in den Acefines, en de Acefines
in den Indus , en den Indus met twee
monden in zee ftortte.
§2. zegthy dat hy Porus als koning over
alles wat hy in Indien gewonnen had,
ftelde.
Vervolgens zegt hy , dat hy de Maliers
overwon V eh § 6 en 7. aat.hy ze-
kere fterkte zelf in perfoon , aüeeq.,past
zyn fchild bedekt, willende bekümmen,
z ig ’er in nederwierp, van drie anderen,
Peuceftas, Abrcas -eri Leonatus, verzelt ,
van welken Abreas gedoodt en Alexander
zelf gequetft wierdt. Hy voegt ’er by ,
datfenoon de gemeene roepging, dat die
Alexander by de Oxydraken, hem dit met
’er daad by de Maliers, overkomen zy.
§ 14. zegt h y , dat de Hydafpes, Hydraotes
en de Hypläfis , in de Acefines
ftortende , dusveraer in den Indus vallen.
Ook foreekt hy van den koning Mufi-
canus, die Alexander te gemoet gmg mejE
groote geichenken , en § id. van den
prins Oxycanus , die zig met de; zynen ,
gelyk ook Sambris een bergkoninkje,
met zyn höofüftadt Sindomana, aan hem
overgaf j waar op hv S 17 . den afval en
deftraf van MuiieftnriS ^en <K tTOUwlooZe
overgave van den vorft der ftadt Patala
aan hem, nevens de verovering van zyn
ftadt, volgen laat j by welk Patala hy
§ 18. z e g t , dat de Indus zieh in tweert
fcheidt, en zoo verder tot in zee met twee
monden ftort. Ook verhaalt hy daar verder
zyn ongelukkigen tocht ter zee met
zyn volk in de ichepen, en § ip. voegt
h y ’er by , dathy ontrent den oceaan een
groot eiland, Cillutagenaamt, efl Inden
oceaän nog een ander, endaags daar aap
nog een ander gevonden , en daar den
Goden geofft.lt heeft, om dat hy in den
openbaren oceaan ,' boven Indien gevaren
had , werpende verfcheide goude drink-
vaten in zee.
§ zo. zegt hy , dat hy weer te Patala
gekomen, bevonden had , ' dat de twee
monden vw den Indus 800 ftadien Van den
anderen lagen. ‘
§ 21. en 22. Dathy van Patala vertrok-
ken zynde , by de Arabiten en Oriten,
die hy overwon-, gekomen is, alwaar hem
berige wierdt van de Indiaanen van Ge-
drozien, dat Semiramis, uit Indien vlug-
tende, maar met twintig, en Cyrus maar
met zeven van zyn geheel leger , ’er af-
gekoinenwäS} behälven dat, toeiiCyrus
daar met zyn heir-quam, om de-Indianen
aan te taften, vooraf alveel van zyn volk
in ofigebaande woeftyneii verfmolten was j
al ’t welke by Alexandei; vemomen zynde,
had dit in zyn gemoed een yver dm
Cyrus
Cyrus' en Semiramis na te volgen , ont-
ftokenj maar hy heeft ook ondervonden,
wat hy , en de zynen, in die dorrewoe-
ftynen uitgeftaan hebben , tot dat hy
eindplyk -in Caramannien , en te Pafàr-
gada, gekomen is j waar by hy dan in
’t v i i . boek nog ewige redenen enhande-
lingen voegt van eenige Indiiche Wyzen,
niet veel ter zake-doende , van ’t welke
wy egter iets zullen zeggen.
§ 2. zegthy, dat hy, teTaxila gekomen,
daar eenige Indiaaniche naaktloo-
pende W y zen zag, v a n welken hy een der
voomaamften ofoudften, Dandamis genaamt,
verzogt by hem te komen, die
dit zelfs niet doen, nog ook toelatenwil-
de^'dat een van al de andere, die onder
hem ftonden, hetdeedt, voorgevende,
dat hy zoo wel als Alexander, een zoon
van Jupiter was1, endat hy van Alexander
ook mets begeerde o f van nooden had,
alzoo hy met het zyne te vrede wasj en
verdér zegt hy, dat Alexander dezen unwilligen
ook daar toe niet heeft willen
dwingen 5 Hoewel andere zeggen, dat
Alexander tot deze Wyzen gezegt zou
hebben: Eifehtvan myiuatgy begeert, en
dat zy hem geantwooit zouden hebben :
Geeft ons de onfterfelykheid, daar wy me efl
na wenfehen } waar op hy zeide, hen die
niefte können geven, alzoo hy zelf flerflyk
was. Erkent gy dan , zeide hy , dat gy
ßerßyk zy t, waarom tragt gy dan, met uw
vaderlyk land met te vreden , u zelven de
gantfehe wereld , als een vyand van allen,
te onderwerfen.
Daar na verhaalt ons Arrianus , öp die
zelve plaats, verfcheide zaken van eenen
anderen W yLtn,Calanus genaamt,dien hy,
tegen de raad van al de andere Wyzen,
overreedde om met hem tegaan , en § 3.
voegt hy*er b y , hoe hy (te Paiàrgada,
zoo wy elders zien) ziek geworden, na
de Indiaaniche wyze opeen lykftapel (die
Jiy zelf maakte ) met veel ceremonien en
ftatie verbrandt is. Men zegt, dat, als
Alexander hem, op de lykftapel met zyn
foudedraagbaar leggende, afvraagde, of
y ook nog iet begeerde , hy hem ant-
woordde : Ik zal u wel hdaft weer zien-, waar
mede men meint, dat hy Alexanders dood ,
niet lang daar na te Babel’er opgevolgt,
voorzegt heeft 5 hoewel weer anderen zeggen,
aat hy, als een Pythagorift, die ae
•verhuizing der zielen geloofäe , gezegt
-Zou hebben: “te Babel zal ik u weder zien.
Welker Die maar eens let op de 1 f 3 koningen,
verfchil- die Arrianus, lib. de rebus Indicis, melt ,
len en dat’er van Bacchus tot koning Androco-
aangewe- tes toe van Alexander overwonnen is)
zen wor-ia Indien in 6040. jaaren ( hoewel Plinius
den. lib. vi. cap. 16. maar van f/jbz* en 3 maanden
fpreekt) geweeftwaren, die kan alleen
aaar uit oordeelen , wat ftaat’er op
diegeheele hiftorie temaken zy , vermits
immers de wereld toen nog dien ouderdom
op geen duizenden jaaren na had.
Plutareh, die in ’tjaar loo.naChriftus
geboorte leefde,zegt in ’t leven vanAlexan-
aer den Grooten ook , dat hy na Indien ge*
trokken is , den koning Porus, een man
van vier cubiten en een palm , beftreden ,
en wel yooo fteden en aorpen, in Indien
ingenomen heeft. Dat hy ook längs de
rivier ( waarfchynlyk den Indus) zig met
zyn heir na den grooten oceaan , die hy
eerft na zeven maanden tyds te zien kreeg ,
begeven, Nearchus toen metdevloot in
Indien gelaten, en zig met zyn volk na
’tland der Oriten begeven heeft, alwaar
hy dan in een dorre woeftyne, eer hy in
Gedrozien quam ( geen na 60 dagen
eerft gebeurde) door allerlei ongemakken ,
voomamelyk van dorft, van zyn 120000
voetknegten, en i f 000ruiters, wel drie
vierde deelen verloren heeft.
Ook zegt h y , dat Nearchus, daar na
wederkeerende längs de rivier den Eu-
phraat, Arabien en Africa doorloopen
neeft, en door de Middelandfche zee tot
aan de pilaaren van Hercules, o f de Straat
van Gibraltar, gezeilt is.
Met welke laatfte tocht van Nearchus,
dus by dezenSchryver opgegeven, hy al
de oude Helden , even zoo fterk met zyn
reize, als vooral met "zyn liegen, gepas-
feert heeft. Immers ilcgeloove daar niets
a f , om dat zulke zeen zonder Compas
( ’tgeen toen nog onbekent was) onmo-
gelyk te bevaren zyn.
Megafthenes zegt ook, dat Oneficritus ,
.Alexanders dienaar, tot Sumatra toe gezeilt
zou hebben $ dog nog hy , nog
iemand van de zynen, he^t oit Sumatra
gekent. Want indien hy ’er maar iets
van geweten had, zou hy ’er op een wyze
van gefproken hebben, die ons eenigzins
daar van kon verzekeren, daar hy in te-
gendeel gelogen heeft, dat ’er de heldere
dag doorfchynt.
ln die dne eerfte verhaalen van Jufti-
nus, Curtius en Arrianus, vandengedenk-
weerdigften tocht, die oit in Indien zou
gedaan zyn, -moeten wy weder zeggen,
Hat ons zeer veel ftrydigheden ^ zoo by
yder van hen met zieh zelven, alstufichen
yder van hen, met malkanderen vergele-
ken, voorkomen.
De een zegt, dat Porus vyf, Plutareh ,
dat hy maar vier cubiten, en een palm,
lang was.
De een zegt, dat Porus op een paard ,
( ’twelk. geen Indiiche vorften doen) de
ander dat hy op een olifant zat, ( ’tgeen
meer fchyn van waarheid heeft) toen A-
lexander tegen hem floeg.
De eerfte zegt, dat hy met zyn paard
ter aarde geilagen wierdt , Curtius, dät
hy van zyn olifant zeeg , en Arrianus,
datzekereMeroe, zyn oude vriend, hem
G J by