
I
1
il
B S
■
I II
É i
feen tuiienant j en vy f en vyftig foldatcn,
te leasen ; behalven het -welke de land-
ÇooeSLt Febre hier op ftrand nog een
byzonder huis tot berging van de lev ens-
tniddelen en andere noodlykheden heeft
laten maken. By den tyd van den Heer
Boib, eerften Opper-landyoogd van Indien’
is deze veiling .by het eerfte ver-
dras, met de Makjanders m ’t w id 15
'¿maakt m den naam van1 Mauritius
- oekentgeweeft, zonder dat blykt -yan-
neer, o f door wien zy- gebouwt, o f 20
j gcnalmt 2y , hoewcl.zy waatfchynelyk
door de Portugezen, o f Spanjaards gebouwt
is. In ’t jaar 1636 , lagen er een
I fcn neeentig Neaerlandíefoldaten m.
-, Behalven deze, is ’er nog een veftmg
Tabilolo , of Tabalolo, genaamt, die
aan de Zuid-zydé des eilands legt, en van
twee boiwerken, wel een groote mul-
quet-fchoot van ftrand op een herg gelegen
, dog van geen Water voorzien ,.waar-
om zy ook van weinig belang is.. Zy
fchynt mede door de Portugezen gebouwt
te zyn. aangezien zy zo wel als Gnofiic-
kia, en Taftafoho al by de komft van de
Heeren Matelief, en van Caarden, hier
geweeil zyn. Ik vind nogtans in zeker
gedenk-fchrift van de Ternataanfche
Serkten, dat de Heer land-voogd, van
iroekom in ’t jaar 1636 den i8den O6to-
ber hier den eerften fteen gelegt zou hebben,
en dat zy in ’t jaar 16 den eerften
Juny eerft voltöit , en met drieendertig
koppen bezet zou zyn; daar,hier bevo- .
rens maar een Affilient, en Sergeant.met
negentien man plag te leggen, -die uit de
bezetting van Taftafoho genomen wierden,
e n w a s nog vari vyfftukken gelchut, ]
en drie fteen-ftukken, voorzien.,
Het Fort de Provintien, opTaftaioho,
aan de Weft-zydè des eilands gelegen,
was ook van kalk en fteen opgetrokken,
wat grooter, dan de veftmg van Gnot-
fiqkia, en ook van vier boiwerken, welker
twee grootfte landwaart heen lagen,
en van .een groot pakhuis voorzien wahren,
znvdedeanderetwee boiwerken,ondef den
Heer Le Febre, eri ’t opper-hootd, (*re-
voritis Cornelifz: in ’t jaar 1627 hier ge-
fnaakc. Het heeft verder goede gordy-
nen, .pn alles dat hier toe noodig is.
Het lag mede op eenen heuvel, wel
honderd en zeventig.treden van ftrand af;
en had ook geen water. Daar plag voor
aan, zo als men den berg opging, nog
een vyfde byzonder bolwerk te zyn,
voornamelyk tot deltking van den wäter-
put, daar omtrent ftaande,gemaakt. Het
is vry net, en fterker, dan dat van
Gnoffickia. -
Aan wederzyden van-dit Fort woonen
de inwoonders. Deze ilerkte komt in t
jaar 1636 met de benäming van .de Kitafol
voor, zynde toen met v y f en zëstig
zoldaten, in dienft der E. Masrtfchappy*
bezet. I _ .
Ook Is ’er nog een Reduyt, op Poe-
watti, mede zo , waar van de Heer larid-
vpogd Öttens den eerften fteen den 24ft«*
O&ober in ’t jaar 1634'gelegt heeft, en
die den f den December, voltoit, en met
een en twintig foldaten bezet is.
Het fchynt na het dorp van dje felve naam,
dat tuffchen Gnoffickia en Tabilolo lag,
genaamt te zyn, waar omtrent het ook
mogelyk wel geftaan heeft.
Deze drie eerfte veftingen zyn volgenä
ordre, en fchryven van haar Hoog-
Èdelheden van den 22ften December in ’t
jàar 165*9 verkleent, en wierd de regee-
ring in Ternate gelaft Mauritius maar in
een bolwerk te.docn beftaan, en de kafc
aan den zee-kant beneden Gnoffickia tc
verfterken , weshalven dé regeering in
’tjaar 1660 Poewatti, èn Tabilolo ge-
hcel ingetrokken, cn de bezetting van
Haar geugt heeft, dat haar Edelheden
by fchryven van den i4^cn Februari in t
jaar 1661 voor wel gedaan gehouden, en
geoordeèlt hebben, dat de,Kat, cn Mauritius,
voortaan tot genoegzame tegen-
weer zouden zyn. Deze Kat is in ’t jaar
1661 niet alleen verfterkt, maar zelf tot
een Fortres gemaakt, met dòn naam van
Zeeburg genoemt, met dertien Neder-
landers bezet, en dus gebleven, gelyk zy
nog is onder het bevel van een Sergeant ;
dog in ’t jaar 1696 is zy van bezetting
ontledigt, en aan de inlanders tot ’t jaar
1699 gebleven, wanneer zy weder , als
bevorens, is bezet geworden, en is in
I tcgendeel het F ortresje Mauritius,of wel de
overgcblevene punt daar van in tjaar 1661
ten eenemaal geflegt, envan Pofthouders
ontbloot. Daar is in ’tjaar i6$*6 nog een
veiling , Waterland genaamt, met een
Kat aan ftrand geweeft ; dog die is mede
ingetrokken.
Dit eiland Makjan heeft al van oude Makjan
tyden af onder de Köningen van Ternate van oudi
geftaan. Men ziet ’er hier een teekening Ternate:
j p de letters G. G . van. Teeke-
Patsjaranga Malatno,de zevende Koning, ning van
veroverdé in’tjaar 1321 eerft eenig volk, t eiland,
en by dat geval opk twee dórpen op dit
eiland.
Sjah Aalem, de negende Koning van Door wat
Ternate, veroverde geheel Makjan.in ’t Kown-
jaar 1634, gelyk wy in zyn leven bree- eerft vcr^
der zien ; dog die van Tidore en Batsjan overt,
ontnamen ’t zyn broeder Foeloe Malatno in *t
jaar 1343 ; dog zò , dat het toen onder
¡ Noereddien, Koning van Tidore,quam.
Niet lang dáar na hetwon deze Toe-
loe Malatno in den jaré 1346 dit geheel eiland
Makjan.
Na de komft der Portugeezen in
M 2 Indien