
15(4 M Q L U / K
1535* ® öndcr-Koning van Indien,
De Nugnez da Cunha, wift door
onder- ~W verfefteid? berigtça wel, in
Koning hoe idroevigen ltä&t de Mo»*
dtënfe" lukze zaakea ftonden; maar
niet in hy had vöor de ftad, en devefting van
ilaai om Diu, die hy~wjft dat mft çep bçlegering
henont- j er Turketf doqf een röagtige vlootvan
let te
zcndcm
’t Geen
Suez, een voorname haven der roode zee,
gedreigt wierd, zo veel bekqmmering,
dat hÿ zieh niet al te veel van volk,
dewyl deze plaats als de ileutel van Indien?
Was, ontblooten dorft. Evenwel
hy egter aan de andere zyde overwegende, hoe
na ver- ^ veel fcyn Koning aan de Moluccqs gele*
do°t.CQ g®W was , vond hÿ geraden AAtaido^
•niet alleen Zo veel ontzet, aIs hein mo»,
gelyk was, maar ook eenvervanger,volfens
’-s Konipgs laft, toe tè zenden.
>it was wel zÿn beflüit; maar’tvoor-
naamfte, té wèten geld , ontbrak hem
meeft. Nogtans Met hy na vermögen
ten eerften alles vemardigen, en gaf aan
Antoni Gahaan kennis, hoe de Koning
hem de Landvoogdy van T e i l t e opge-
dragen had.
Antoni • to r ftefete tot zyn v ö r ftd ie - in dien
Galvaan -bekommerlyken tyo een o’pgeméene goe-
door den ^ keure aan hem'gedâaiif had ,• en üit eèn
Koninig ipperlyke zugt tot den welftand van ’t
totd’A- gemeene beft , nam hy dat aan; niet
taido ’s tegenftaande hy wel w * f i , în hoe |am-
merlyken ftaat daar allé» ftond , çh in
hoe grööt een gevaar hy zieh begaf;
maar, ’t geen hem voor al nog in tyds
had können doen aarfeien, was, dat hem
sog volk, nog voorraad, zo van mond-
koft, als andere dingen, nog geld (de
voornaamfte zenuw des oorfogs) mede
konden gegeven worden.
Dit deea hem dit ampt egter niet van
de hand wyzen^ maar in tegendeel zÿn
eigen middelen, by dözen hoogen nood.,
ten dienfte van zyn Koning aanfpreken ?
.en dewyl hy een zeer ryk m_a'n was, voor
zyn geld krÿgsvoÎk huhren, mondfcoft,
en andere noodzàkelÿfce dingen.-, ' die hy
oordeeldç daar den meeffen diehft te zullen
doen, koopen, en ook eenig yrouw-
volk mede- op reis nemen, ten eindè de
vyanden te meer de hope, van dfe Portu-
geezeji te doen uitfterven, te bénemep,
en. alzo met ’er tyd àfëetzels van hun eigen
volk te krygen.
Dus van ällesrVdwzieh zyhde-, vertrok
hy van Coetsjien , gierde (volgerjs der
Portugeezen gewoonte)/- op Malakka
aan, en quam zo , over Borneo, behou-
den in Temate.
Zo dra was hy niet ten anker gefcp-
men, o f hy wièrd, niet alleen van den
Landvoogd, en al *t krygsvolk, maar
zelf ook van de Priefters, met vreugde-
liederen, en heilige gezangen , zeqr,
ger gekoren.
Vertrekt
van
Coets-
jien, .
komt be-
houden
in Ternate,
ftatelyk ingehaalt, en met zo veel gene-
genheit behandelt, als zy aan zo grooten,
en-als üit den Hemel zo gunftig en tydig
verichenen verlofler zouaön hebben können
bewyzen.
Hy nam ten eerften ’t bewind van
Tqßan $ Attftdo ovtx, en wierd in de
maand Äpril' des'jaars 15*37^als zevende
Portugceiche Landvoogd van Temate
Voorgeftelt,
Zo ras had hy den voorraad niet te
land dqen brengen, o f hy ichikte op
alles nette order. Over de Hai- en andere
waaren, ftelde hy Overlieden, en
Enwerd
in ’t jaar
IS37-als
zevende
Portu-
geefche
Landvoogd
van Ter-
nateontrangcn.
Deftige
hoeda-
'nigheden
van Antony
Galvaan.
opzienders, die zorge moeftea dragen,
dat alles behoorlyk te krygen , en voor
een redclyken prys te bekomen was.
Even zo' liet hy ook, als een Godvrug-
tig beftierder, zyn gedagten. oyer de
zake van den Gqdsdienft gaan, en gaf
aan den Stedehotider (Vicaris) des. Bif-
ichops ten dien einde de nieuwe beve-
len van den Pqrtugeefchen Kardinaal Al-
Zyn ganfehe regering door gaf hy qn-
gemeene hlyken van byzondere Gödvrug»
tigheit, en voojtzetting van den Goas-
cfienft (gelyk wy op zyn plaats zullen
tponen ) van minner^kheit, en tegt-
-vaardjgheit in \ behandelen van de
menienelykp zaaken, en van een :gade-
lqoze Kcwe tot zyn Koning , en des zelfs
belang.
De krygstugt herßelde hy tot verwon-
dering, en bragt die verwilderde lös-
bollen , zo door vriendelykheit als door
gematigde ftrengheit, die hy beide tot
groet ontzag bvzonder tytug wift te
’ mengen, tot zulk een. onverwagte beda-
rkm; en gehoorzaamheit, dat zy veel eer
belcheidene en beleefde Borgers, dan
Soldaten, geleken.
Noit is ’er een Landvoogd onder
hen geweeft, die met meer emft die
‘gerechtigheit handhaafde , en die, zo
aoor die deugd als door zyn rökkelyk-
heft-, meer genoegen aan al zyn onder-
zaten gaf.
Geen minder zorg^ droeg hy voor den
vorderen ophouw der vefting, zo verre
de tyd en nood toeliet. De preuven,
die hy van zyn dapperheit, en moed,
tegen zyn vyandeh gaf, overtroffen zeer
verrle den pligt van een Landvoogd,- Zieh
zelven noit ontzien hebbende, nevens
e^i gering Sojdaat ter wagt te gaan, zo
ogi t gemeen volk aan te moedigen, als
wel byzonder om altyd qen wakend qqg
over alles, te houden, endus te gelyk de
pligt van een.wakker beftierder, '^ veld»
heer, waar te nemen, volgens de taal
van Agamemnon by Homerus in zyn
Uiad. B.
E û ï y n
eerfte
verrigtin.
gen.
K N.
*537» ofrzpj 'srctvvtixiov tvSm ßuMtyty* avty*
il/utofl’ i'ariTvrpd.tya.TcLi) xatTOOwec ftefitjM.
Dat isf- > ‘
Den vorfl betaamt het niet den ganfehen
nacht te ronken 1
Den raadsman, aan wiens zorg men Volkeren
vertrowwd; -
Dien V al bevolen is. Men eifcht in hem
de vonken
; Van een doorz\chtig 00g $ V geen Volkeren
' Menigmaal zag men hem, daar mäar
iets van gewigt te doen was, eerft op
den wal, en ^ n voorften in veel uitvallen,
zonder eenig gevaar te ontzien; ’t geen
hem by de Soldaten zeer bemindi en by
den vyand gevreeft maakte. - . ..
t u • Ohdertuffehen hadden de Bondgeriö-
ten , vyanden der Portugeezen', mefer
leger der ¿an v-yftig duizend man byeen gezämelt,
verfaon- en ¿cn oüden Koning^ Botejat, die mede
<>“ “ in dat leger was, belbofd in zyn ryk te
Porm- lerftellen. Met deze magt van' volk
gcezen. waren zy op, en omtrent T idore gekomen,
■ ;Z y hadden die Negry met wkl en
Jy ver- -gracht omringt, en daarenboven op een
Tktore Hooge rots, S e boven dezelve lag, een
voorname fterkte gebouwt, van welke
zy d e Portugeezen, inzonderheit die uit
’ viflchen gingen,veel fchade toebragten.
Dit Ilona Galvaan ganfeh niet aan,
. die, vreczende dat dit wel een langen
oorlog zou mögen geven, waar door by
by verloop van tyd m den zelven nbo.d,
als ÜAtaidQ ( inzonder heit wegens gebrek
van volk tegen zo groot een memgte^van
vyanden) zou können geräken, vond by
goed een proeve te nemen, of men met
tot een verding zou können komen.
Ten' dien einde zond h y eenige ge-
‘Gal«an zanten m Tidore, en liet alle de legen
“Ä hem verbundene vorften mmnelyk ver-
noodi- zoeken, de vorige gefchillen door een
6^ pryflelyken vrede by te leggen en te verraten
s maar 't was zo verre van daar,
7 'dat zy dit zoüden- aannemen, dat zy in
mindere vaartuigen. Deze bemande hy I5^7'
met omtrent vier honderd welgewapende
lieden, waar onder honderd en zeventig
Portugeezen waren, de overige befton-,
den, o f uit Koning Hair met Weinige
Temataanen van aanzien, die. by hem
gebleven waren, o f uit ander flegtvolkjej
en eenige flaven der Portugeezen. Hy
liet den vorigen Landvoogd, Tr iß an d' A-
taido , benevens eenige van zyn belle
vrifenden, in de vefting, om die by zyn
afwezen te befchermen, trok zo regt op Vertreki
Tidore aan, .en quam, zonder iet quaads ™"pdeen
te ontmoeten, een pyl-fchoot van daar na Ti.
ten anker.- , dorCi
Ü H tegendeel, daar door ten hoogften op-
üaan. eeblazen, deze gezanten met zeer veel
veraeting, en met een vervloekmg van
den Portugeefchen naam , wederom
zonden. , . . , .
s Galvaan de hartnekkigheit' van dit
Van daar bezag hy die Negry j en
nam acht op haar ganfehe gelegcnheit,
terwyl hy 1t op ftrand van gewapende
vyanden zag grimmelen. :
Dit tot zyn genoegen gedaan hebbendej
vond hy met zynen raad goed, den eerften
waar op volk ziende, nam daar op een kloek-
¿ t * moedig befluit van dien hoon met onge-
te täte,, wroken te laten. Na een emft,g gebed
tot God uitgeftort te hebben, liet hy al
zyn vaartuigen, die hy by een krygen
kon, tot zynen aanflag vervaardigcn.
Hy-had vier groote fchepen en cqmge
aanval op.de fterkte,i die opidie rots
boven de Negry lag, te doen. Hier toe
koos hy horidera en twintig Portugeezen,
' en twee honderd andere Soldaten, uit;
terwyl de overige., die op de fchepen,
en vaartuigen bleven, den vyand door
hunne gedurige bewegingen; in fthyn
van hier en daar te landen j zouden bezig
houden. t s
Na dat hy dit wel befielt j en door Land met
een van de gevangenen een net.berigt van lon‘
alles, ook van den weg, dien hy houden man>
moeft, bekomen had, trad hy den een in’tjaar
en twintigften van Winter-inaand des 1537-
jaars 37.^omtrent de vierde nägttwake
wat ver van Tidore te lande, en tiok
zeer ftil,- nleeft door ’t bofeh zyn .weg
nemende, naar den top. des bergs^ met
langzame fchreden ^ om zyn volk. riiet te
veel door’topklimmen af te matten.
Dus hadden. zy al een fraai rak afge* En werd
legt, wanneer de dag begon aan tebre- van den
ken, en hun aanflag, door ’t fchitteren
van de Son op hunne helmen, en wape- en eer^
nen, den vyand openbaar te worden, aangetaft
Aanftonds was daar alles in rep enToer , van
en een gefchreeuw ter wapeh , dat’er de J
bergen af daverden^en het bofeh van we-
dergalmde. £ Eik met een vafto hope van
:een gewehfehte zege over.zo. kleinen ge-
tal vyanden, als zy nu recht gewaar
wierden, bezetrepte: zieh-, zo .veel hy
kon; om de eerfte by den buit te zyn j
die hen (na hunne gedagten) niet ont-
gaan kon. t *'i;- .sF-'P? -9S; ^ '
Onder de eerfte, die zieh zien liet,
was Bohejat, ongetwyfielt door ’t fmer-
telyk herdenken aan zyn verloren Kroqfa
niet weinig daar toe boven anderen .^an-
gezet. Hy quam: met een matigcjtroe^>
volks uitfehieten, om voor eerft den
vyand den pas van te ontvlugten af te
fovden, en hem daar na zö veel Vöor-
B b i deeliger