
H B E S € H R Y V I N G n ' t i
Cora ’s van oorloguitleveren, en dat de
Sulthän buiten dien nog wel acht of tien
duizcnd man van zyne Mangindanauwers
te vcld brengen, en vyf honderd Cora
Cora’s Van die zelve Natieook ter zee
uitruiten kan j hoewql *zy zeidcn, niet de
minfte omftandigheden * die daar na ge-
leken, gezien te hebben, en dierhalven
ook dat niet anders, dan voor een inor-
kery, waarichynelyk uit zyn eigen mond*
om andere te meer af te fchrikken geko-
inen, te können opnemen: Want behal-
ven dat dit een arm Vorft in zieh zelven
is , zo is h y , ook zo al aangemerktj nog
hiets Zonder de berg-Volkeren, die gedu-
rig met hem oorlogen, en de Volkeren
uit de bogt van Boetoewan, die hem ’t
meefte, dat men by -hem vind, toebrengefi.
Chinezen Zy zagen hier veel Chinezen , die, of
luer-. door ’t houden by de Mangindanauwfche
vrouwen, en ’t krygen van kinderervby
de zelve, o f door \ opeeten van hunne
vaartuigen, van de worm in derievier,
o f wel door beide die zaaken te gelyk,
zig genoodzaakt gevonden hadden , daar
te moeten blyvenj te meer, alzo deze
Vorifc niet anders zoekty dan de vreenr-
deh' ngen ,zT5Sh'der önderfcheid, eerffc uit
te mergelen, en de zelve, als zy naakte
wormen geworden zyn, na zyn hand te
ifcellen, en in den oorlog tegen zyn vyan-
den te gebruiken j gelyk hy zelf met
Kapitein Swan9en deverdereEngelfchen,
in ’t jaar 1687, daar aan land door Dam-
pier en hunne Makkers gelaten , ook zo
gehandelt heeft.
Vertrek Z,y verzogten dan zeer vriendelyk hun
deronzen afleheid in ’t einde van December van,
▼anhier, den Sulthän, en deGrooten, die hen dit J
met veel betuiging van hun genegenheid, >
cn met toezegging van in ’t körte een
vaartuig naar Ternate, en een naar Batavia
met fchiyvens van zyn Hoogheid
aan den landvoogd der Moluccos , en
aan den oppcr-landvoogd van Indien, te :
zullen zenaen, toeilondenj waar op zy
ook teiTeerifcen naar Sarangani, daar zy-1
den 6. Januari in ’t jaar ibpy aanquamen , |
wederkeerden, bevorderende met zo veel
fpoed, als hen mogelyk was, hunnef weder-
reize naar Ternate, waar toe zy regt toe
regt aan, nog wel een groote maand van
noodeh hadden.
Zo het my toefchynt, is ’er na dien
tyd over dit iluk door den landvoogd der
Moluccos , naar Batavia en door den
opper-landvoogd van Indien naar het
vaderlandt gdchreven, en dit ter verga-
dering der Heeren Zeventienen in ’t jaar
1698, van zo veel gewigt geweeifc, dat
zy by hun ichiyvens van den 2zften'0£fco-
ber des zelven jaars aan hunne Edelheden
.tot Batavia geördonneert, en aangefchre-
ven hebben,om een uitdrukkelykentocht
naar’t ciland Mangindanaö, en dë vèrdë-
re eilanden daar omtrent wegens eçnige
zaaken van groot gewigt, die daar' te
verrigten waren, tedoen} En wel het
mèeifc, zoo ik geloove, daar op ziende,
öm eenige Europeërs, die zig daar zog-
ten vaft te maken , ’t zy door* een Ver-
bond met dien Sulthän, ’t zy wel. op
eenige andere w y ze , daar van daan; te
houden;
Op dit fchryyens nu der Heeren Ze- Tocht
ventienen hebben hunncTIoog Edelhe- deronzeri
den tot Batavia den 16. Febmari, in ’t dcwaarts
jaar 1700. goedgevonden Paulus de
Brievings, Kapitein, cn hoofd der Mili-
tie in Temate, als zee-voogd en hoofd, onder
tot uitvoering van deze aanzienelyke °Pz'^ll:
Commiffie, aan te ifcellen. Waar Op ook
de zelve met genoegzäame magt op Brievings.
den iy. Juny des zelven jaars door ,den
landvoogd-, den Heer Roofelaar , en den
raad aldaar, derWaaft gezonden is.
Wat hy daar eigentlyk verrrgt heeft,
is my noit regt geblcken 3 dan dit wel dat hy
m ’t begin van January in ’t'jaar 170Y,
Y cdcxom in Ternate geko-
, en op den derden aag-’e rw ^ ä ä i;-
ichynelyk op Mahgindanao vergeven)
den derden der zelven maand overlë-
den is, hoewel andere zyn dood op den
zeiaen ifcellen. Dit doet my gißen , dät
hy wclfflögelyk, ziëride met zagthëid
met dit Volk met te regt te rafcen , met
hardheid, en geweld gefragt zsliçbben
daar een fterktej in weêrwil van nezeh
Vorft, te maken, en hem dos’, ’t zy
•volgéns zyn geheimen h ft, ’t zy buiten
de zelve, een bril op de neus te zetten,
die hem vry wat klemmen zoude; het
welk de Vorft1 mogelyk tydig ontdëkt,
behendig belet, en te gelyk egter, vol-
gens hunne händige wyze in dit ftuk,
ook bezorgt zal hebben , dat Kapitein
de Brievings zulk een papje in ’t ligehaam D'"hat
gekregen heeft, waar op hy geruft z y n ^ ' ; , k
kon, dat hy daar nooit wéderkomen, en vergeven
zig een ander ook aan hem ^iegelen zou, is.
om voortaan met hun wat omzigtiger te
leven, en geen dingen te ondernemeri,
die hun de bekommering_wegens hun
land , o f ook eenig ander ongenbegen,
zouden können geven.
Zeker Vaandrig heeft my berigt, dat
die togt byzonder gezien zou hebben,
om den Sulthän tegen eenig Vorifc, op
een naburig eilandje woonende, te hel-
pen} dog dat hy met den. zelven al yopr
zyn komifc op Mangindanaö Zou bevre-
geweeifc zyn, daar by vbegende, dat
Kapitein de Brievings daar grooten over-
vloed van Porcelyn, beter koop dan op
Batavia, ook vier Chinefche Jonlcen (een
bewys dat daar toen grooter handel, dan
•tc voren, was)> en veel goud gevondeir,
Verier
bericht
▼an dien
tocht.
M Ö L U
c G O s.
wezen (alzo die genc, - die er laft toc
gaven, noit fchult ’er af hebben ) ten
wäre dan dat hy ■, een man van middelen
zynde, gelegenheit hier door had , om
anderen die ’t hem doenj te können ver-
duurenj o f , door ’t verftandig gebrui- .
ken, en plaatzen van zyne penningen,
middel wift te vinden, bm daar fpoedig
door heen te fl aan} want geld is de ziel
van de wereld, en de eerfte beweger van
veel räderen, zo wel in ’t, Ooftcn, als in
het Weiten.
en dat hy dien 'togt met een ichip, en een
galjoot, ondemomen, dog van veertig
ioldaten, en vyftig matroozen, maarze- |
Yen gezonde mannen, le rüg gebragt had.
..JWat naburig Konink dit nu zyn zou ,
waar m'ede hy ôVërhoop gelegen zpu hebben,
kan ik niet bedenkeh, ten wäre dat
het de Koning van Candahar, o f Boe-
wiifang, wëgens zyn fegt op ’t eiland
Sarangani, en op het ryk van Boewiflang,
in den bogt van Boetöewan, mögt ge-
Weeil zyn j maar dan heeft het meerichyn
dat deze tocht om dien Vorifc tegen den
Sulthän, in dit Zyn regt tehandhaven,
Zbu âangelegt, en d a t’er dan ook geen
vredë buiten kénnis der E. Mäatfchappy,
nog voor de komifc van dit hoofd kon,
nog zou gemaakt zyn.. t ,
Ik meen ook op zekerén tyd verftaan
te hebben, dat ten deel van zyne laifc be-
helfde, om de eilanden van Meangis,niet
verre van Mangindâùao^ en tuflehen het
zelve, en de Talautfche eilandën, dog
wat nader aän Mangindanaö gelegen, te
gaan opZo'eken, die wat nader te beichou-
wen, en vöor al ecrts na te vorfchen, of
daar ook nagelen , o f andere fpeceryen
vielen, als mede o f eenige Europeërs (gelyk,
het gerügt liep) zieh zelven daar
Wogten vaft te maken, en dus meer aan-
leiaing tot het fluiken det fpeceryen van
de afgelegene eilanden te geven.
Het waarfchynelykfte van dit alles kpüat
ihy nog ’t eerfte voor , te weten, dat de
Brievings getragt héeft op Mangindanaö
een vefting te bouwen, hoewel hy ( indien,
ik zeker vriepd , die dit .zeer wel
Ik heb bevorens al gezegt, dat het de Waäroih
gewoonte der Temataanlche landvoog-
den in voorgaande tyden niet was Man- vo" ge
gindanao, o f wel, de landen daar op, en tyden van
daar omtrent, hun toekomende j te gaan hier niet
bezoeken , en dit gefchiedde om geen re- bet0§t Ui
denen van nayver aan de Gaftiliancn tfe .
geven} hbewel-zy pp de landen, aan de
Weft-zydc van den bocht van Boetoewan,
mcèndëte wëtéh, gelovën niag) by zyne
wederkomft het grootfte genoegén aan
•den landvoogd en raad hier mede niet
gegeven, en buiten eenige laft dit zou
gedaan hebben 5 om welke reden hy ook
■oordeelde, dat hy ter goeder uure geftor-
ven was, alzo hem dit , in de plaäis van
hooger bevordering , nog veel moeite,
zou gegeven hebben : te meer, alzo de
ervarenheid aan veel getrouwe en wel
meenende dienaars der. E. Maatfchappy
tot hunne fmerte geleërt heeft , hoe ge-
' Väarlyk het is eën hagchelykè zaak, zelf
met laft.daar toe, te ondernemen: want
indien het gelukt, zo is het maar pas
wel} maar zo het mislulct, zo heeft de
eerlykfte en verftandigftè man veeltyds
moeite gehad, om zig doof de dubbel-
zinnigheden van zyn laft heen te rèdden,
en zig ’er vry af te pleiten, vermits men
het dan wel zo gezegt, maar altÿd anders,
als hy ’t begreep, verftaan heeft.
TLn dit zyn wel dubbele, maar zeer quade
llrengen om den arm vàn dè vermögenden,
rdie gemeenlyk dienen, om den minderen
te verworgen, hoe eerlyk, voor-
ziphtig, en neerftig hy ook zou mögen
en in ’t ryk van Boewiflang gelegen,
als zynde Erflandenvan den Koning
van Candahar, volkomen recht hebben}
’t geen zelfzo verre gaat, dat, vermits 1
die Vorft deze landen aan de E. Maatfchap-
ff i, övefgbläten , en zieh maar als een
t ^een-heer van haar zedert gedragen heefr,
daar geen Koning,, dan door de £. Maatfchappy,
mag aangeftelt, o f beveftigt
worden.
Dit Mangindanaö dan alleen mag door D®
den landvoogd der Moluccos Zelf in per-
zoon om die reden, en om ’t uitdrukke- der°Mö-‘
lyk verbod van hunne Hoog Edelheden iUCCqj '
in ’t jaar 1677 den 28. December aan magUier;
'den zelven, niet.bezogt Werden. Dät
egter geenzins belet : dit haar voor- ,J
noemd regt op db gemelde landen tegen
de Köningen van Simoäy, (een dorp aaö
de Ooft-zyde van de bogt van Boetoewan)
die zieh anders Sulthäns van geheel
Mangindanaö laten noemen, in alle mä-
nieren ftaande te houden j ’t geen jaärlyx
getoont word, en gebruikelyk is, met aan
de Ternataanfche borgers, en vry-lieden,en Maar
aan deze en gene eilanders zonder onder- vry_iie-
fcheid verlof te geven, om derwaards ten den wel.
handel te vaaren: dog volgens laft hunner
Edelhfeden in ’t jaar ibö8, den 11 .Jänua-
ri mogten geen barken van Mangindanaö
naar Amboina varen} wenfehende het
meeft dat geen andere Volken obk op deze
eilanden voeren alzo het dog hün allen
maar om de nagelen zelf, o f wel om
fluiken der zelve, te doen was;
En aangezien deMangindahäüwersdbg
groote bedriegers, en doortrapte gaauw-
dieven zyn, die in hunnen handel niet
opregt zyn , vermits zy hun wafth, ■
ryft, enz. gemeenelyk zeer vervalfchen,
behalven dat van daar nu en daiTook äl
eenige liftige en quaadaardfge Moör-
fche Paapen, die veel quaad , ondbf den
E i naam