
hct jaar zeer duifter en befchaduwt is, zoo
kpmt d it woord zeer wel met de ,d<ige-
lykze Devinding, en met dé béfchryving
aer Ouden van dàt£Thule over een.
Statius-ßb. m. Sylv. ad Claudiam uxo-
rênty zegt
Vrf fitper-HeJperioe vada caligantia Thules.
dat is:
O f ver der om de W eft, dan Tbttles duißre
~f~ \ |ronden
Oit in den oceaan,door konfi zyn onder-
vonden. _ t
En lib. iv. ad. Marcellum :
— —■- Aut nigra Littora Thules, > |
dat is:
O f Thules äußere kufi , en zwaar betogen
ßranden.
En dus zien wy hier dan, wat de Ouden,
volgens ’tbepaalt beftek van hunne
Jcennis van vreemae landen, al ’swerelds
eind, end’uiterfte grens noemden, welken
naam wy ook zien zullen dat z y aan
. meer andere landen, ’t z y b y ’troödeMeir 4
Ethiopien, ertz. (gelyk wy hier na, van
Seföftns handfelende,zien) gegeven hebben.
Wat lan- ■^ÜC^en "^7 n°gtans het ganfch beflag
den de van de groote enberoemdeTogten, zoo
Ouden alderFeniciers en Egyptenaars,,-als van an-
bezdl^n, dere beroemde zeehelden , aandagtig na-
V o r i c h e n } ’* z u H e n ’w y
zelve zig niet verder dan tot een gedeelte
van. Africa , o fwe l een gering aeel van
hun zoo genaamt Indien , en nog met
veel onkunde,: üitgeftrekt, endatzy ons
daar van zoo duifter en onzeker geforoken
hebben, dat men zou moetenoordeelen,
dat z y ’er noit geweeft zyn.
Laat ons eénr eens zien , wat zy ons
van de bezeilers van Afiica zeggen, He-
rodoot zegt lib. iv. dat Necho , koning
yan Egypten , die in ’t jaar der werela
9288. o f zoo andere willen 3351. leefde,
qllereerft eenige Feniciers uitgezonden zou
hebben, om het rond te Zeilen, dat zy
uit het roode Meir yertroklcen , in den
ZuiderOceaan quamen, en, na drie jaa-
ren uitgeweeft tezyn, voorby de kolom-
men van Hercules weer in Egypten keer-
deni toonende dus allereerft, dat Afiica
irefttjm ov, perirrhuton, datis, eenrond-
om Dekabbeld land was.
. H y Ipreektdaar in dat zelve boek ook
van den Perfiaan Satafoes , die onderXer-
xes, koning vanPeriien, in ’tjaar 3466.
leefde, deze de.dochter van Sopyrùs ver-
kragt hebbende, en daar döor in ae uiterfte
ongenadevan dien koning vervallen , ' zöu
volgens zyn vonnis de kruisdood tot zyn
ftraf gekregen hebben 5 maar, door zyn
moeder by dien vorft verbeden , lei hy
hem deze genadiger ftraf op f dat hy
Afiica moeft rond zeilen. Hy ondemam
dan dien togt, doch een ftuk weegs buiten
de Straat van Gibraltar/ voorby Cabo
Syloes, naar ’tZuiden, gekomen, . en al
ettelyke maanden uit geweeft zynde,
keerde hy, na hier en daar eens aan land
geweeft te hebben , pnverrichter zaakè
weder, voorgevende, dat Zyn fchipdoor
deharde en langduurige tegenwindén niet
verder wilde 5 maar wat landen hy pntdekt
hebbe, ö f tot hoè verre hy gekomen zy ,
blykt nergens. Dus îs dit al maar fcher-
men in ’t wilde.
Plinius lib. II. cap. 6 j. fpreekt van een
geval ten tyde van Cæfer, Auguftus zoon ,
en van overblyfzels van Spaänfche fche-
pën, in ft roodé Meir geyonden, dieidoör
ftonnen by een togt over den grootert
oceaan dâàr fchynen gebragt en geflin-
^feit te^Zyn.
■ Onder den Egyptifchefi koning Ptolof
meus Eüergetes , in 'ft jaar 3714; héeii
eénen Gnidius by zÿn wederkfeer uit jiet
Ooften ( o f zoo Strabo lib.. II. pag. 174.
zegt , Eudoxus ) ontrent de; Ethiopiiche
ftranden een roer vah eöi fchip gevonden,
dat te Gades t ’huis hoorde, Zoo men ^aan
ft paard j - op den ipiegel gefneden^zien
kon , een blyk dat het. uit de Straat van
Gibraltar tot in Ethiopien ïcneen gezeilt
te Hebben. Ook Uep deze Gnidius tpen
zelfook Afiica, rnnd, en irprA|eyati’-
,,d»a. inrE^pten wederf**imoal hÿ Uit
“ae iVTrnaeiancliche zee voor by de kolom-
men vahHercules geloapen was, en dus
Afiica aan alle kanten gézien had~~'r Al
mede.groot opgevenj aog.van fliegt b:e?
wys voorzien.
É Het geval van Eudokus Cyzicenus, o f
wel. zeker Capitfein tën tyde vah Ptolo-
meus Latyrus koning yan Egypten, die
m ’tjaar 386z. le e ^ 9- ftgeen- PUmus'Ub.
II. cap. 6 j. en ook OorniNepos aanhaalt,
(die ook van zyn togt tdt ftroode Meir
tot Gades toe, toén nyvoor dien koning
vlugtte, melt ) en ’t geen. Pp efen andere
plaats van ftvindeh .yäh' een Oaditaanfch
roer van een klein icheepje , ontrent de
ftranden van Ethiopien, by zyn togt uit
het roode meir , gezegt werd , is van
weinig belang} te meer, alzoo het ook
als maar een roer van. een Jftftchers yaàr-
tuig belchreven word^het gëen nièt veél
ichyn geeit, dat zoo een gering fchuitjé
den gantfchen Oceaan over, én tot Ethi-
opien, geloopen zou zyn , immers niée
aan iemant, die ft geweltvandezeekent.
Ook- is dit gantich Verhaal zeer onzekei,
en Strabo lpreekt ’er lib. II. pag. '174.
mede van uit Heraclides. Ponticus t A g
op een geheel andere wyze, behalvcri Hat
hy het ook, als verdigt, geheelverwerpt ,
zeggende, dat het niet veel van de yael--
heäen .van Pytheas , Euhemerus en Anti-
phanes, -verichilde.
Paufanias die in ’tjaar vanChrifti 13 z.
leefae,
leefde, melt dat niemant oit aan de zyde
van Ethiopien quamjhoewel Gelius Anti-
päter by Plinius lib. II. cap. 67. aangehaalt,
zegt e^n man gezien te hebben, die uit
Spanjen in Etniopieri geweeft is , om
koophandel te dryVen.
De vermaartfte togt die door de Spaan-
fche zee en buiten de kolommeii Van Hercules
oit döot iemant, na ft opgeven der
Ouden, gedaanwierdt, is die van Hanno
dien beroemden Karthagenienzer vorft
geweeft.
" Möi wil dat Himilco en Hanno, volgens
zeker befluit van den Raad van'Kar-
thago, ider eenen grooten zeetogt onder-
nomen, dog ider eenen byzonderen weg
uit, buiten de Straat zig begeven hebben.
Himilco zou tot in Brittannien , en tot
de Calliterides gekomen} maar Hanno’s
togt veel veidCT en oorzäak van grooter
ontdekkinge van onbekende landen geweeft
zyn.
Hanno’s • Hy hep dan, nu ftyf 2100 jaren gele-
rTogt. den, met eenvlootvän öo ichepen, ider
van Vyftig riemen, en met een getal van
3Ö000 mannen en vroiiwen , buiten de
kölommen van Hercules in de openbare
zee , buiten Welke trwee dageh gezeilt
hebbende, oogfchynelyk längs den wal,
boüde hy de Iradt Thymiatenum. Daar
na, wat weftelyker loopende, quam hy
by een uithoek van Africa, Söluntes genaamt,
door veel boomen befchaduwt ,
daär hy eenen Tempel ter eere van Nep-
tuin bouwde. Hy zeilde toen een dag
Oöft aan, daar hy by een moerasquam,
volgroot enlang riet, waaf onWentveele
Olifanten, en andere wilde dieren,weidden.
1 Een dag verder geloopen, bouwde hy
aan zee weer eenige fteaen, die hy Mu-
rüs, Caricus, Gyrte, Acra,‘ Melifla en
Arambys, noemcie.
Van daar vertrokken, quam hy aan de
groote rivid* Lixus , die van Africa nfeer-
daalt, daar hy eenige inwoonders ontrent
vond, Lixiten genaamt, die hem ver-
haalden, dat wat hooger op na ft gfebergte
zeer wilde en fwarte menfchen van ver-
lcheide gedaanten woonden , die zig in
ft riet onthielden , (heller dan paarden,
en die met niemant wilden handelen,
welker land woeft, zeer bergagtig, en
völ wild gedierte was. Hier van daan
nam hy eenTolk mede, zeilde twee da-
gen längs een eenzaam land na ’tZuiden ,
laveerde-toen een dagOoft aan, vond in
dedieptevan de golfeen klein eiland van
vyfftaidienin ’trond , dathyCernenoem-
de , ’t geen hy uit de lengte , by hem
riu bezedt, oordeelde regt tegen over
Karthago te leggen, alzoo de vaart van
Karthago na de pilaren van Hercules, en
weer van daar naCeme, hem even verre
* Meteen fchenen te. zyn. * Hy pafleerde , van
moet ik ^keidenae, een groote rivier,Ghrete
* ö ö ‘ 1 ua5 ver- p
der vond hy zig aan f t uiterfte van dit q£
meir, alwaar hyzeer hooge bergen ovetcLmaa,
ftgantfch meir uitftekende zag, vemam (eigentlyk
ook menfchen in beeftenvellen gekleed, A^ erngf>
die hem en de zynen mfet fteenen wier- van°7ietS
pen , en hem met wilden laten te land Arabifch
treden. Hy quam daar na aan een wydè wöord
ftroom vol krokodillen en rivierpaarden.
Van daar wederkeerende, Iiep hy weder breeuws
by Ceme, zeilde twaalf dagenZuid aan, woord
week niet ver van de kuft , . die hy vafl ninx
fwarten bewoont vond, die, zoo als zy tyicAör’
hem vertanen,' weg vloden, en welker
lpraak zelf de Lixiten niet verftaan kon- dat het
den. - Ten laatften quam hy te land aasachterfte»
een berg , vol groote boomen, dife höut
van een aangenamen reuk , en van vfer- Snt) S
fcheide verwen, hadden. Hy hièldt het het Feni-
tweedagen längs dien berg, vemam daar ?fcl» ook
een iware ftroom der Zee , zag aan "fefen M ^of*
vlak land by nacht verfcheidfe groote en wooning,
kleine vuuren o f lichten. Na aat hy hier te kennen
zyn volle wat ververicht had, zeilde hySeeft» b7
vyf dagen längs den wal, en quam t o e n g ^ ^
in een groote oaei, na ’tzeggfen Van zy^-datGadMr
nen T o lk , Hejperus Kaap genaamt. Hier na een an*
in vond hy een groot eiland , en daar in ^er® *cant»
een meir , byna een zee gely kende, en daar Sterile611
in weer een ander eiland, waar op hy tepaaiwas;
land trad. By daag zag hy niet als een °nidatzy
wild bofch , ’s nachts ontdekte hy veel91 mede
niuren , en hoorde- ’t geluid van cymba- daetciT*
ten en troinmels , verfeit van een gifoot gè- waren,
ichreeuw der Inlanders, ft geen, op ft «eg- m men
gen defwaarzeggers, hem en der zynen; S“*“
zulkenvreezeaanjoeg, dat z y ’er
van daan trokken , zeilende voorby èën der vaa-
eiland , dat na fpeceryen rook , van ft wellteren kon *
hy eenige vuurige nvieren in zee zag ftor-
ten. Het land zelf vond hy zoo heet, dat zyde ook
zyn volk er niët op gaan kon. Dus zeilde dé laatfte
hy nog vier dagen verder längs den oceaan i v.olkP$m-
te lande veel vlanimen , en in ’£ midden Sni<S
een zefer hoog vuur vernemende, ’t geen was.
vry grooter dan de andere was, en als tot
aan de ftarrfen opvlöog. Naderhand ver-
uam hydit ook over dag, en bevonddit
een Ipitze berg te zyn, die de wagen der
Goden genoemt wierdt. , Längs die vuü-
fige rivieren zeilde hy nog drie dagen tot
in een golf Notoekeras o f Zuidkaap genaamt,
binnen in de welke een klein eiland
was even eens als ft eerfte, hebbende
iirzig ook een meir, endaar in weer een
ander eiland, vol wilde menfchfen-j- maar
de vroüwen nog wilder , die ruighairig
van lichaam Zynde, van de Karthägenien-
zers Gorgones genaamt wierdfen. Zy ver-
völgden de mannen, dog konden ’er géên
krygen, vermits zy na ft gebergt vlugtten ,
en zig met fteenen verdedigden, maar zÿ
bequamen drie vrouwen, die hare leids-
D 3 lieden