
D E R -
1638,. eeuwig , te handhaven, onderhouden, |
en doen onderhouden , des ten oirkonde
hebben de Goegoegoe, en beide de 1
Hhoekoms, uit aller naam deze Aéte
onderteekent, door den prefenten Ryks- ]
raad daar toe geeligeerd zynde.
Gedaan in 7 Kafteel Maleyo, datum 1638.
als voren.
Ik , Goegoegoe, Kaitsjili Moeiä,
Ik, Hhoekom Bollota.
Ik, Hhoekom Limoeri.
Z A A K E N. 275
D E R D E B O E K.
E E R S T E H O O F D S T U K .
NIeuw verdrag 00k door de Ryks-grooten geteekent. Van Diemen 's vertrek na
Batavia met Leliato. Hhamza 's verdere vefrichtingen op Hitoe. Zyn komfi aan
de vefting Vi&oria. Zyn handelingen op Ceram. Hoon, door Kimelaha Loehoe op
Cambello hem aangedaan. Hy vertrekt na Manipa. En begeeft zieh, tegen Ottens
raad, na 'tfiellen van vier Bewintsluiden, na Ternate, in 7 jaar 1639. Van Broe-
kom overleden in 7 jaar 1640. Antoni Kaan, tiende Landvoogd der Moluccos in 7
jaar 1042. Gafpar van den Bogaarde, voorzitter voor een tyd. Wouter Seroyen,
elf de Landvoogd der Moluccos. De Stadhouder Loehoe verzoent zieh met ons,
vertoonende Hhamza 's dubbelhertigheit uit verfcheide brieven. Kimelaha Loehoe van
Hhamza voor een fchelm verklaart. fyladjira »« Ternate ontboden. Hhamza belaß
Kimelaha Loehoe, met zyn geilagt, te dooden. En Madjira, als toekomenden Stad-
houder, na Ternate te zendeh. Loehoe , en zyn geilagt, gevangen genomen. Zyn
dochter, als een vorftin, ingehaa.lt. Maar hy, zyn moeder, zufter, en broeder,
onthalß. Loehoe niet wel van ons behandelt. De Heer Kaan vertrekt met Madjira na
Ternate. En keert met hem, als Koninklyke Stadhouder, in Amboina. De Koning
geeft de oppermagt aan ons over zyn landen hier. Zyn laß, om verfcheide Roervinken
te doen dooden. Komfi van zyn gezanten in Amboina. Aangelegt om zekere. geld-boetc
in te zamelen. Hhamza 's eifch op die van Hitoe. Hoe veel zy van de boete inkregen.
Wat zy op Manipa verrichtten. In 7 jaar 1647*. een ander gezant met 's Konings
brieven, niet na zyn laß beantwoordt. De Heer Demmer legt de zaak voor Hhamza.
Hhamza 's fchatting op eenige dorpen met Sagoe voldaan. De ontbodene Ternataanen
.•morden door verfcheide geßyft, om niet te vertrekken. In 7 jaar 1646. Madjira 7 , en
Hhamza 's, vuile aanßagen breken uit. Waar op niewwe moejelykheden volgen. In 7
jaar 1647. nieuwefiaaltjens van Madjira 's valfchheit. Kaitsjili Sibori hervoint Goron-
talo. In 7 jaar 1648. Hhamza geeft Landvoogd , de Vlaming, volmagt om zyn
Tollen te ontfangen. Is misnoegt op Madjira. Zyn dood. Mandarsjah negen en twin-
tig fte Koning van Ternate. De Heer Seroyen gelicht. De Heer van den Bogaarde
tiuaalfde Landvoogd der Moluccos. De Ternataanen rechten voeér moeite in Amboina
aan. Cos verzoekt' aan Madjira hun vertrek na Ternate. 7 Geen hy •weigert. Doch
eindelyk, in gezelfchap van Madjira gefchied. In 7 jaar KS49. Wat leugens zy den
Koning, ten lafie van de Vlaming , wys gemaakt hadden. Die daar op zeer bars aan
hem fchryft. 7 Geen men omfiandig aan hem vertoont. Vlaming toont zieh infehikkend
voor den Koning; dog gevoelig tegen Madjira. Madjira 7 fyn antivoord. Vlaming
zegt, dat hy zieh na 7 Konings Jchryven richten zal. Maar dat Madjira zorg dragen
moefl, dat de Ternataanen vertrokken. Eenige der zelve vertrekken. fn 7 jaar i6yo.
Het blyven van vyffchepen. Mandarsjah belaß Hhamza 7 fchulden te betaalen, en hem
al de Ternataanen te zenden. Geeft al de Chriften-dorpetl, ende Heidenen, aan ons
over. Verbittering der grooten tegen hem. Waarom zy hem verwerpen. En Prin$
Manilha in zyn plaats verkiezen. Mandarsjah vlucht by ons in de vefting. De Land-
vobgd van den Bogaarde geeft hier van kennis na Amboina. Wat de gezaghebber,
Cos, hier op doet. Die 00k Madjira kennis geeft. Die zieh onkundig houd, en zyn
.Koning trouw belooft. Hy wil de vertrokken Ternataanen ivederom ontbieden. 7 Geen
de Raad in, Amboina afkeurt. Van den Bogaarde bericht dezen afval na Batavia.
Haar Edelheden oordeel hier over. Zy zenden den Heer de Vlaming met een vloot na
Ternate. In 7 jaar i6 f i . Die op Bocton aangiert. En dezen vorft bèfehenkt. Heeft.
grooten tegenfpoea op zyn reize. Komt éindelyk fiil voor Makjan. Hoort, dat de Mui-
ters nu dp Gilolo waren. Die, op 7 hooren van zyn komfi, zieh meefi met hunnen
Koning verzoenen. Uitgenomen Saidi. Dien Vlaming te fierk begraven vind, en na
Makjan keert om den gevlugten Sengadji te dwingen. Vlaming 7 voornemen, om de
Belhamels te flraffen, word door Màdjira 7 afval verändert. Weshalven hy de Muiters
begenadigt. Vlaming verwondert zieh over dezen afval. Hoèwel men uit getrouwe
waarfchuwingen al voor langen tyd dit had können ontdekken ; dog nu met den fidg gewaar-
fchuwt wierd. Moor den aan onze bedienden op Ceram, enelders. Vlaming ^7 voor-
zigtige daad op 7 ontfangen van deze tyding. Zyn komfi in Amboina. Gelyk 00k van
M m z «en