
van hem 5 dathy niet alleen alle de eilan-
den ontrent het roode meir en Ethiopien
( zelf tot de Kaap* byPUnius Moflylites,
en by anden^|jpfensdaags Kaap Guarda-
fu i genaagit;, ontrent net roode meir
gelegen j^door ’tgeweld zyner wapenen
verovert} maardat hy ook gantfchAfien
zieh"bnaerworpen , en , zelf tot in
Indien doordringende, niet alleen de landen,
naderhand ook door Alexander den
Grooten overwonnen, zieh eigen gemaakt
heeft 5 maar dat hy zieh ook tot Volkeren
, die noit door Alexander den Grooten
bezogt, ja niet eens gekent zyn, bege-
ven heeft: Want, ¿egt hy , hy is de Ganges
evergetrokken, en heeft Indien, tot aan
den Oceaan toe, doorloopenBehalven dat
hy m zyn xvn. boek hem ook als den
eerften, die de gracht in Egypten groef,
(dieNecbo, en andere, daar na vervolg-
den, dog namaals ftaakten) aanmerkt.
En Lucanus zingt lib. x . f s 276. van
hem, wegens zyneWefterveroveringen,
en ’t wonder gefpan van zynen wagen,
aldus :
Venit ad occafum mundique fuprema Sefofiris,
§)ui Pharios currus regum cervicibus egit.
dat is : ,
Sefofiris, die viel eer tot ’s weereldsuiterße
end
Daar f t zanücht^derdaql^ eraotmoedieAs*
'gpKomen^^^^
En die gern paarden voor zyn •ivagen heeft
genomen, ,
Maar koningen heeft voor zyn’ zegekoets
■ gement.
.Herodoot gewaagtlib. II. van. zynen
grooten toeftel , om Afien te veroveren ,
en van zyn vloot van 400 lange fchepen,
door hem in ’trbode meir gebragt. En
Dfodoor rotrat fiefii Uh. I. pag. 37. over
dat koftelyk fchip van Cederenhout, 280
elboogen lang, dat hy belafte te maken,
en dat hy van buiten met goud, en van
binnen met zilver, overdekken, en toen
aan O/iw, opofferen liet. ,
Strabo zegt in de laatft aangehaalde
plaats: dat ny geheel Ethiopien doprlipp ,
cn zig tot aan ’tland, datdg kaneel vooit-
brengt, begeven heeft.
Indien dit waar is , zou hy , völgens
*t.genewy hier voor zeiden, ook op Ceylon
moeten geweeft zynj maar gelylc het
alles geenkaneel was, dat de Ouden, maar
los henen , kaneel noemden , zoo zal*
het hier mede ook zoo hreed qiej: zyn,
dat hy op Ceylon juift zou geweeft heb-
ben. Het andere men wy voor reekening
van denSchryver, die ons.van den töcht
van dien vorft na Indien wel groot op-
geeft 5 maar waar by wy al mede niet
meer licht, als uit alle die vorige tbchten,
zelf uit die van Hiratns en Salomons kneg-
ten, krygen.
.Na Seibftris zien w y , dat Jofaphat ko- jofaphap
ning van Juda, in gezelichap van Ahazia en Aha-
koning van Ifrael, dit op de gronden, >
by Salomo gelegt, in ’tjaar 302p. mede^^e*
heeft zoeken tebeproeveni maardat zynaanleg
yoornemen, door net verbreken van zyne der-
fchepen die te Ezion- Geber al gemaaktwaart’
waren, volgens deProphetievanEliezer,
in rookvefaween, ende reize geheel af-
raakte , zonder dat ifc daar iets meer af
vinde, daii ’tgeen men leeft zChron. jo y s f
5S) 37- , ,
Het is te.verwond^g^a^t^ Joden y
nogdoor de fchatting van P u l, zPeg. i f :
ip. nog door de vervoering van 1 ‘iglath-
Pilezyf y f s zp. irTde dagen van Pekah.
en Achaz, nog door de vervoering van
Iiiael door Salmanejar na de ftedep .^er
Meden, in ’tjaar 322Ö. ( 2 Chron. 17: 4.
te zien; nog by hunvervoering in ’tjaar-
337p. doorNebucadnetar naarBabel, dat
zoo dicht, aan Ooftindien/grensde , pog
by hunne verkeering met 500 yeele ko-
mngen vanPerfien, niet meer kennisvan
Ophir, van Tharfis, o f van Öoftindien , ;;
dat reeds in hunne fchriften zoo bekent
was , gekregen, en geen nauwer onder-
zoek daar na gedaan , hebben.
Immers na Jofaphats tyd leeft men in;
Gods Woord, gelyk 09k zelf ingeene
Heidenfche fch n ä s^ .- eenige rhonderden
jaaren aan^if^W“ vaii Ooitmdien , , voor
dät inen weer tot de tyden Van Cyrus
komt.
Van koning Cyrus verhaalt Abufthara^./ß-;
jus , dat hy na Indien zpu opgetogep zyn 9,
en detj. koning van dat. lana gedood hebben
j dog Strabo wedei-fpre^ait klaar
uit MegaJfheneS) en zegt lib. xv. pag.6$6.,
Dat geen iroegen uit Indien na buiten, nog
eenige van buiten naar Indien, verzonden.zyn •,
en dan vervalt ook het zeggen van Near-
chus 9 dat Cyrus I met 7000 .man vlugtcn-
de, zig van daar zou gered hebben. ,
Nogtans fchynt uit den zelven Strabo-van Cy-
lib. I! pag. 4p<5. te blyken , als o f Cyrus ras.
(die in ’tjaar 34ip.leefde) iri Indien zou
geoorlogt hebben.
Dog Megaßhenes, zegt wel 5-.dat Cyrus
dicht b y Indien j maar niet, dat h y ’er
in geweeft is.''' W&SSrtß
Dus vindt ik by Arrianus lib. vi. § 22.
en by Strabo lib. v. ten deele , ook van
Cyrus: Dat hy de Indiaanen beoorlogt, en
dat hy na zyne nederfaag zieh maar met een
getal van zeven perfoonen gered heefft En
lib. de Rebus Indicis: Dat zekert? Indifcha
Volkeren onder hem geflaan , en fchatting
aan bem betaalt zouden hebben. ,
Men wil, datHyftaipes. (die in ’tjaar.ajs mede
3431,. leefdc, en wiens zoonde derde k o - van Hy-
ning van Perfien wiert) ook in Indien en
geweeft , ’tzelve doorreift^' en de Magia i lnri“ on
daar geleert heeft.
Vah zyn zoonDarius Hyftaipes ( die
Van Xerxes,
en
heer-
fchappy
over
Indien.
ontrent ’t jaar 34fo. leefde ) getuigt He-
fodoot lib. I . pag. 1Ï4. en lib. iv. Dat hy
niet alleen in I n d i e n geweeft is, maar het
ook overwonnen zou hebberi j en in zyn
Melpomene (o f in zyn iv. boek) dat deze
koning zekeren Ka/ryardifchen Scylax na
den Indus gezonden heeft, om een naauw-
keurige kennis van die rivier te nemen.
Deze9 zegt hy, ßak9 nevens andere lui-
den9 van de ßadt Kajpatyrus, in ’tgeweß
van Paktyas gelegen 9 met eenige fchepen a f,
en zeitde dus de rivier a f na den dage-
raad9 enden opgangvànde zôn. Van daar
zeilden zy door de baare zee na V Weßen,
en vervielen in de dertigße maand in die
plaats, van maar de Egyptiftbe koning Necho
de bovengemelde peniciers a f gezonden had,
om Africa rond te Zeilen. Na hunne om-
zeiling verwon Darius de Indiaanen, en be-
magtigde de Indiaanfche zee. • Herodoot zegt
lib. m. Gelyk de Indiaanen , . zoo veel ons
bekent is, de talrykße der Volkeren zyn9 al-
ssoo bragten zy aan hem (te weten Darius)
ook de gy00tfie fchattingen op.
Dat Xerxes, zyn zoon (die in ’tjaar
3470. leefde) de indiaanen enEthiopiers
onder zyn gebied gehad heeft , getuigt
niet alleen ae zelve Herodoot lib. v i i . cap. p .
Maar veel klaarder bewyzen daar van vin-
den wy in Gods Woord, voor al, indien
de ftellingen van Jofe'pbus Scaliger Animad-
verf. in Euz. Chr. pag. 7 0 . En in zyn
Ir aff. de Emendat. Temp. lib. vi. pag. f p 2 .
doorgaan, en zoo hy de man vanEfther
geweeft is , gelyk men , hoewel onge-
gront, meent. ' H H
In ’t boek van Efther komt hy ons
cap. i: f s 1. met de naam van Ahmieros
voor , die by vericheide Geleerden voor
een en de zelve met Xerxes gehouden,
en wiens vrouw van Herodoot ook Ameftris
genaamt word , van welke wy Éfih. 1.
verder lezen , dat hy van India af tot
Moorenland toe izylandfchappen beftier-
de i een vorft, die zyn throon te Sufan,
o f in die provintie, die de Ouden Sufiane
noemden, hedensdaags Chufiftan, endus
in Perfien, had.
Was van Xerxes en Ahaiueros nu be-
wezen , dat zy een en de zelve geweeft
zyn , dan was het wel > maar andere
daar tegen zyn van oordeel, dat Xerxes
geenzins deze Ahaiueros , en dat ook
Ameftris geenzins de zelve met Efther
kan geweeft zyn. Behalven dat ook
Ameftris geen Joodiehe, maar eenPerfi-
aanfchevrouw, dochter vanOtanes, een
Zeer wreede, daar Efther eenjodin, een
. deugdelyke o f regtveerdige vrouw 5 geweeft
is, ’tgeen ook haar naam Hadaffa,
door den Chaldeefchen Uitlegger door
regtveerdig vertaalt, medebrengt, daar de.
Griekfche Schryvers van Ameftns niet,
dan het tegendeel, getuigenj weshalven
eenige Artaxerxes Mnemon , en andere
weder Öchus , die ook wel Artaxerxes
fenaamt word , voor dezen Ahaiueros
ouden. Een gefchil waar toe wy ons
nu niet zullen inlaten, hoewel de katfte
wel het waarfchynlykfte, om vericheide
kragtige redenen, de rechte Ahaiueros is.
Het zy dan hier mede, zoo ’tw il, deze
Ahaiueros word in ’t boek Efther beichre-
ven als -een vorft die van; Indien a f tot
MoOrenland toe heerichte.
Zeer opmerkelyk is het , dat ons het
land, waar van wy bezig zyn teipreken,
hier in Gods Woord allereerft (en niet eer;
met zyn rechten naam van Indien, naar
de rivier Indus, voorkomt. In het
Hebreeuwich ftaat eigentlyk mn Hoddoe
( een woord dat een pryzing, een belyderus
o f een fchoone , beteekent) in de plaats
van nan Honddoe, zynde de 3 o f de letter
N. in de Dagefch (gelyk men in de fchoo-
len fpreekt) by de Syriers dikwils verborgen,
gelyk men dat aldus ook Ezech. 27;
2 3 . ziet, daar de Syrier^Chalmadda, voor
Chalmanda, heeft nedergeftelt.
In deze uitdrukking dan van Honddoe,
’tgeen zeer weinig v a n ’twoordHindoe9
vooral, als het met een Arabiiche letter
geichreven word, verfchilt , vinden wy
niet alleen. den oorfpronkelyken naam
van de rivier Indus > maar ook van het
land dat zyn naam na den zelven voert}
alzoo de Oöfterlingen het land , en de
• rivier, ^ Hind, en J ° iSt Hindoe, behalven
dat zy ’t land ook wel
Hindoe flan, dat is, het land van Indien,
• o f van den Indus, gewoon zyn in ’tPer-
. fiaanfch ( ’tgeen ae hoftaal aan ’t Hof
van den Grooten Mögol en Keizer van
Htndoeflan is) te noemen.
j Zedert dezen tydt fchynt my toe, dat
de koningen van Perfien tot ae neerlaag
van Darius Codomannus, opperheeren van
Indien bleven.
Diogenes Laertius getuigt lib. ix. in ’t le- _
ven van Democritus ( aie i. t. 1 er- or o1 te Wv1 s- moncn tru®s* geer , die altyd met alle menfchen , enreize na
over allerlei zaaken, lachte, en in ’tjaar’tOofte»
3 4 P O . Hippocrates leermeefter was) dat
hy ook naar Indien gereift is, en met de
Gymnofophißen, o f naaktloopende Wyzen
aldaar, die veelen met de Bramines yer-
warren , en die de hedensdaagze Jogi V
fchynen te zyn, gefproken heeft. M
V Y F D E