
i j i . M O L
De Admiraal beloofif,' overkörnende in zyn j
land, zulks grootelyks te kennen te geven
(tan de Bewindhebberen, en hen te verbilligen,
dat :'ziy een Arma.de toerufien,
om de Käftiliaanen üft bet land Ternate
ie dryven.
Dies'geven wy de magt wer in banden
van die van de Geunieerde Prövintien,
cnderzaten van bun Höog Mog. de Heeren
Staten Generaal, om ons een fchutzel
U K S E
uit naam, en van wegen dt Hbog Mogi 1609,
Heeren Staten Generaal , enzynPrincely
tot befebepming He zyn. Ende by zp verre
als zulks geßbied, dat de Heeren Bewind-
hebberepl een vlöot tot onzer adfiftentie
zenden , zweeren , , ; en beloben wy de
Geunieerden noit ie verlaten.
De onkoften, die hier op gedaan werden,
beloven wy , zo veel in onze magt is,te vol-
doen. Zo geven wy ben in banden, ten
tyde toe dat wy rekenen,' wat de onkoften
beloopen zuljen, alle de 'Tollen van de in-
woonders ende vreemdelingen om bun zelfs
daar mede te betalen , en vorders van alle,
ifollen te bevryden.
Waar over wy inwoonders, en alle, onze
onderzatenbeloven, zo als die op. andere
plaatzen :'vefßr°it zyn, in yreejnde landen
haafi byeen, te vergaderen uit alle plaatzen,
die den Koning toegedaan zyn, als 7 moge-
lyk is, om met gelyker band de Kaftiliaanen
te verdryven', zo niet, verwagten wy
U L. afliftentie.
Dies zullen wy tuet vermögen met andere
Natienwz* Nagelen te verhandden, dan
alleen by den Koopman van onze gecon-
federeerde, op dat U L. naam in ons land
mögt toenemen, endieprys, die de Koning
en de Admiraal zullen ramen, zal by de
inwoonders geaccepteert werden.
Ook dat wy t'zamen in alles met malkanderen
zullen pvereenkomen , zullen de I
Bondgenoten oyer de Ternataanen geenl
regt, p f Juftitie doen, ypor. en al ecr zy
bet den raad. der Ternataanen te kennen
gegeven. hebben. , Desgelyks zp de Bondge-
noten zieh te buiten gingen, zullen de
Ternataanen ben niet mögen Juftitieeren,
voor en al eer zy bet bunnen raad te kennen
gegeven hebben.
Word mede aan weerzyden beloofd in
zaken van 7 geloof malkanderen niet te
berifpen, of te befpotten.
O f bet geviel, dat eenige vreemdelingen
by de Ternataanen zieh wilden voegen, om
bet Moorfch geloof aan te nemen, zo
zullen de Ternataanen gehouden zyn, die
gewillig in banden van bunne Bondgenoten
over te leveren. Desgelyks zo de Ternataanen
Chriftenen wilden1 worden, zullen
ze in banden van bun eigen Natie geleverd
worden.
De Koning van Ternate belooft mede
op d’allereerfie CoTsxssxodittit, of Moeibn,
een of meer Coracorren a f te vaardigen na
Loehoe en Cambello , met een overfien,
ke Excell. , en zyn Koninklyke Majefteit
van Ternate, om de inwoonders van
de gemelde plaatzen te onderbouden , en te
doen onderbouden bet eeutoig verbend tuf-
fchen de Bondgenoten , en zyn Majefteiü
van Ternate gemaakt, enbeveftigt: waar
toe zyn Majefteit voorfz. authöriferen zal
eenige bequartie perzoonen van. wegen zyn
Majefteit voorfebreyen, met volkomene
authPriteit, en Commiilie, om alles te
doen effe&ueren, en in pnderdanigheit te
bouden. Daar heneffens de Heer Admiraal ,
en zyn raad mede, zullenzenden van wegen
de Hoog Mog. Heeren Staten Generaal,
Adriaan: Corfz., of aJzulken perzoon, als
aan weirzyden goed gevonden zal zyn, en
des noods zynde zal men een Fortrefle marken,
7 zy op Loehoe of Cambello, tegen
den aanftoot onzer en bunner vyanden.
Dat de onderzaten van de Hoog Mogi
Heeren Staten Generaal, met den Mo-
genften Koning van Ternate, en zyne
Geallieerde vrienden en Vafallen, z-ullen
yerbonden, en gebotiden \wezen, en mits
äezen verbinden te onderbouden, en doen
onderbouden een eeuwig verbond van
vriendfebap, Cpnveriätie , bandel, en
Commercie. En dat zyn Majefteit, en
de Bondgenoten voortaan aan zyn Majefteit
zullen toonen alle faveur, bülp en
byftand, bem helpen en befober men na alle
nun vermögen, tegens elk en een yd er zyner
vyanden, die zyn Majefteit, of de Bondgenoten/
» eeniger manieren zouden zocken,
of fragten te offenderen, 5 ofbefchadigen.
Tot bet welke in aller voegen de Bondgenoten
voornoemt, gelyk ook £$0 Majefteit,
en zyne Vaiällen, vrienden, ende
Geallieerden, zullen vereenigt blyven, en
de Verbünden onderbouden, om malkanderen
te be febermen, als boven verbaajt is,.
Qpder verbintenijfe van trouw, eere en
woord, die wy beiden aan God, en onzen
evennaaften fcbuldig zyn. |
jildus gedaan in deflad van Maleyo., of
de fterkte Orangie, op bet eilandTtrmtt%
in de Moluccos, in de maand Julio, in ’t
jaar 160p.
Frans W ittert.
Cornelis Leenderdlz. Crakkcl.
Adriaan Wouterizen,
Pieter Gerritizen.
Na
Z A A
¡¿qfi : :Na dit verdrag vorid de Heer Wittert
Door °°k g°cd een fterkte op ’t eiland Motir
Wittert te lpggen, die- Naflau noemende. Hy
een ver- ftelde daar op zeftig Jttygsknegten ^ eri
vai” yoorz^g ^ie wel van allen krygs-voor-
tigheit, taäd, in hoedanigen ftaat die by de komib
op Motir yan den onder-Zeevoogd Hoen op Mak-
gemaakt. jap al was. Oók is; by zyn aanwezen
Maleyo aldaarr, zonder dat in de Secretary ’s pa-
Orangfe" Pier?n blykt door wien, de naam . der
genaamt. vefting Maleyo in die van Orangie verändert,
Hoen t; Den, zjften September verzeilde de
komtln Hper Hoen van Makjan na Ternate, al-
Temate. waar . hy den z^en voor de vefting Ma-
, i leyp ten anker quam.
Bevond, Hy yond daar den Zeevoogd Wittert
datWit- niet, fchoon van de komft dezer iehepen
E t a f verftendigt, dewyl hy. op .den «ften
vertrok- van. deze veitmg met het, ichip Amfter-
kenwas., dam, pn de Jagten, den.Arend,: en de
Paäuw, was vertrokken, met voornemen
om na Manilha té gaan, ,de.n Kaftilioan
aldaar volgens een ontwerp, al door den
Zeevoogd Matelief in ’t jaar 11507. gemaakt,
in zyn hart-ader aan te taften,
aldus de Moluceps buiten. .alle gevaar te
brengen, en de Kaftiliaanen op Gamma
Lamma, geen ont-zet van daar meer te
gemoet ziende, tot tc eerder overgave te
dwingen.
Omi . Matelief, over den ftaat van Indien in
volgens ’t zyn tyd iprekende, was van oordeel,
vanWCr^ - at —en ’ om de Moluccos Voor ons
Matelief, buiten alle gevaar en buiten ftaat van
• ontzet voor de Kaftiliaanen ,te brengen,
eerft Malacca moeft zien te winnen, na
welkers verovering het de Kaftiliaanen
onmogelyk zyn zou, de Moluccos uit
.Goa eenige hulp toe te voeren.
Ten'anderen, gemerkt hebbende, dat
de Kaftiliaanen ook veel toevoer van
Manilha kregen, meinde hy, dat mèn
die met weinig moeite hen zou können
aflnyden. Om dit werkftellig te maken,
moeft men, zeide h y , met drie o f
vier fchepen zieh by den Koning van
M^ngindanao, een, magtig Prins, en die
wel vyftig CoracoravS in zee. brengen
kon , begeven,- daar mede na zeker. eiland,
Panay genaamt., en omtrent Manilha
leggende , vaaren, alwaar. in
het dprp Otting agttien Kaftiliaanfche
krygsknegten, en nog ruim zo veel ge-
meene Kaftiliaanfche inwoonders zieh
- onthouden. i
Deze plaats moeft men, na zyn oor-
' deel, innemen, en verwoeften, ofte an?
ders aan die van Mangindanao , zo zy die
hebben wilden, overgeven y aangezien
dit een plaats is, daar men overvloed van
R y ft, en alle andere levensmiddelen vind,
waar mede ook Ternate van daar voor--
zien.werd. Dit verrigt hebbende, moeft
. I . D E E L .
k e n . m
men na Manilha loopen, en al de lebe- 16094
pen, die men daar vond, verbranden of
m den grond booren, op dat zy aan die
van Ternate geen hulp meer zouden
können toebrengen. Dan j Oôrdeélde hy,
moeft men een braaf fchip na Mangindanao
te.rug laten loopen, en ,in de ftraafc
van Tagima met de Mangindanaufchd
Gbracora op ich ild wagt laten leggen,
om alle vaartuigen, die maär na Ternate
wilden, waar te nemen, eh alzo^ Ver-
mits ’er geen andere wegen-, om dè
Kaftiliaanen in Ternate te ontzetten, dari
deze,' zyn , den vÿand aldaar in ’t körte
uit té hongeren, en totn overgave te
dwingen: want aldus zou men gèmakke-
lyk können ontgaan de moeite van eenig
geweld op de fterkte, die al vrv vaft,
en wel bernant was, te doen, benalven,
dat men den vyand den toevoer van
kleedén ten hàndèl met de Ternataanen
geheel aflnyden, enalzo beide, hen,! ert
de Ternataanen , zeer verdrietig maken
zou, ziende, dat hen de toevoer der zel-
ve, zö van Malaccä, als uit Manilha,
t’eenemaal benomen was; Kon men dan
daar by nog éen Galei in Ternate houden,
om de Kaftiliaanfche ichep-vaartuigen,
by gebrek van genoegzame wind , te on-
derlcheppen, zo zou men in de Moluccos
volkomen meefter zÿn, en zeer lichtelyk
lang können blyven.
van dit ontwerp van Matelief, öm Dcti
, Manilha eerft. aan te doen,. en- daar allés vyand allé
te verwoeften, om den toevoer. van daar *fC™et
na Ternate den Kaftiliaanen af te fnyden, foydem '
fchynt de Zeevoogd Wittert gehoort,
dit goedgekeurt, en daar op ook dezen -
togt ondernomen te hebben.
Na zyn vertrek van Ternate is by deh
onder-Zeevoogd Hoen op den äfften September
goedgevondén, twee honderd en
vyftig mannen uit de ichepen haar de
vefting Orangie te zenden, om ’s nagts
met die van de vefting, en met eenige-,
Ternataanen, een togt na Tabagoma-,
een dorp, daar de Kaftiliaanen een. fterk- -
te gemaakt hadden, te doen, dog-de
duifternis des nagts, en het quade weder,
belette dit, zö voor dien tyd, als ook
daags daar aan , wanneer de Hopman Vrugte-
1Schot, als hoofd dezer onderneming, looze
• met een troep krygsknegten, die hy in aan^aS \
drieën verdeeld had , nevens eenige Ter-
nataanen, wel na die fterkte toe trok, Kafti- '
dog onverrigter zake tegen den avond liaanfche
wederom quam, vermits hy die zo fterk
gevonden had, dat men ’er niet, dan
längs eenen w e g , man voor man, en
dierhalven niet dan met veel gevaar,
omtrent komen kon.
Den iften Oétober vertrok ’t Jagt de
Valk na den Zeevoogd Wittert, om met
hem na Manilha te gaan.,
G g Onder