
1 2 6 Ivi Ö L p K
leggers Arak i mct bevel om te Greflic
aan re foopen, om, daar den vollen laft
väh R y ft, en Boohtjens , ingeüomen heb-
behde, de reize zo fpoedig; als mogelyk
was, na Ternate voort te zetten,
wc« Öndertuflcben verfchcen de Heer Ma-
Matclief telref van zyn Chineefcheri togt den Z4ften
“ *J“ November met het fchip Orangie om-
trent het Verkeris-eiland, niet verre van
Bantam, gelegen , en. ging den I7ften,
alzo hy qoor regen-wincf niet wel op-
komert .kon, mfet de boot na die ftadt,
alwaar hy'V op ’t berigt wegens de ge-
ftel'tenis van Ternate, goed vond , dat de
gröote San ten eerften mede daar heen
zoü vertrekken, op Jaccatra, en Greflic,
ÌÌ07.
mede
goed-
Vind
vyftig o f zeftiglaften Ryftirihötrieri ,'eh j
¿0 die daar niet waren, dan öp Makallar
aan te gieren, daar zo veel Ryft >: als hy
bekomen kon, voor de Möiüceos te
laden, en zyn uiterfte beft te döen,' om
voor de komft der Manilafche fehepen in
Ternate te zyn; te meer, vermits; men
daar door de Temataanen niet alfeen
kragtig äanmoedigen, maar 00k gelegen-
heit halben zou, bin voor die Ryft aan-
ftonds Nagelen, zo van Ternate-, als van
Makjan, te bekomen ; waar öp dan dat Enuit-
fchip den 4^0. December derwaarts ver- wett;
trokken, en met brieven aan den beftier-
der van die veftihg voorzien is. ^
D E R D E H O O F D S T ü K .
MAtelief waarfebimwt de Engelfchen, van im vyand in Ternate niet te _
Legt, Gelderland m Ternate aan. Van .Gaarden kamtvoor Bantam. Handelt
toter, brüsk fass Matclict. Wilna Johor3 dog moet wederkeeren. Matelief raad hem
ña Te r ratéä rgaan om redenen vangewigt. Wat hy bem raad in de Moluccos aan te
ta0 t. ■ EnJyzortier'eerfi Maíjañ. En daarm Tidore. By welk bördeil hy', Jcboon
’Cr flechte tyiing van Johor gtiam, bolbert. Van Caarden verlrekt na. Ternate. Gieri
in Amboina'««». En kamt in Ternate. Jlwadr by eenige flehepen vint, die met de
zyne een frdaje vloot uitmaken. Zyne verriebiingen aldaar. Hy zendt een Fregat op.
t’joee Galeyén i f . Andere . vrugtelooze aanßagen." Hie hem van Tidore doen.afzien.
Zyn'nieirne aanßag op Makjan. Hy neemt de veiling, Tafiafoho, op Mäkjaii , i».
Aanwyzing, iat .van Caarden. zelf die vefting innam. Sterkte der zelve. Makjan
ander Témate door van Caarden gebragt. Verlies van twee febepen. | Van Caarden door
dt Caftiliaanen gemangen. De onder-Zeevoogd, “Wittert j gaatna Ternate. Verh oc-
ven »«Banda. Wordt daar vermoort, Door Hoen, als onder-Zeevoogd, vérvangen.
Die over K\tX>oim m Ternate gaat. Bcvejtigtng van’t Contrail door Wittert gemaakt.
Maleyo voortaan Orangie genaamt. Hoen kontt in Ternate. Bevind, dat IVittert »«
Manilha vertrokken is. Om volgéns ’t ontwerp van Matelief, den vyandallen toevoer df
te fnyden. Vrugtelooze aanßag der onzen op een Caftiliaanfche fterkte op Ternate. Hoén
fielt order op verfcheide zaaken. Bouwt de vefting Willemftad op Tacomi. Die van volk
voarzien.i en nader befibreven word. Hoen belegest Tidore. Looft met eenige febepen
voor. Batsjan. Diens vorft hem bars antwoordt. Dogdwingt bemvrede te maken. De
onzen nimm de vefting in. Dwingen den Koning van Batsjan, zieh over te geven.
D'aanßag der onzen msldft. I 't Werk bervat zynde, vemeeftereh"zy ’den vyand.. De
veiling .*«» Batsjan, Barneveld genaamt, en verfierkt. Verbond wer de Köningen
van Ternate, ew Batsjan, door Hoen gemaakt. De vyand, op Batsjan, fiast de onzen
op de vlücht. Eerfie hoofd over de vefting Bameveld. Hoen ’s verdire vcrrichtingct)
op Batsjan, m zyn vertrek na Tidore. Daar by fierft. Zukkelingen van V fchip
de vereenigde Landfehappen. De vyand in Ternate krygi ontzet van Manilha.. De
oñzen nemen twee vaartuigen, en eenige Kaftiliaanen gevangen. .Los gerächt van erb
aanßag op Bafsjan. Van Caarden uit zyne gevankenis verloft. Hopman Schot ’skomfi
- op Laboewa. En om al 't volk van 't eiland Cajoe öp Motir te verplaitzen.
Ombatsjari^ befibreven. Des Konings van Batsjan ’s Godsdienft te Her tyd. Láboewá
lefebreven. Verlies van ’t Jagt den Grifiioen.ep Makjan, co .Motirs ’s opperhoofd,
door de Tidoreezcn gedoodt. Brief der Staaten Generaal ««» den Koning.
van deDE Zeevoogd Mateihf had on-
Matelief
waar-
fchouwt
de Engelfchen
, _
dertuflehen van ter zyden
verftaan, dat de Engelichen
genegen waren 00k na Terr
nate te gaan, en vermits hy
v rè e fd e , dat z y w e l mogelyk'^ even vyaödrn
g e ly k te voren andere van hunne N a t ie , Ternate
den vyand aldaar met kiygs-behoeften *
v e r fte rk en , " en aan de T id ore ez en o o k
tv y z e n , h o e z y hunhe loop-graven teg en
de
i6ojv
Legt
Gelder-
land na
Ternate
aan.
Van
Caarden
komt in
’t jaar
1Í08.
voor
Bantam.
der onzen maken. moeften, zo deed hy
hun aanzeggen, dat zy zulksniet zouden
hebben te doen, o£ dat hy hen als vyan-
den aantaften, en die op zyn tyd na be-
-Hooren wreeken zou.
: ..Hier op antwoordde de hoofdman van
het Engelfeh Ja gt, dat zy wel eenig
kririt, doch.ondeugend, en dat nog zeer
•weinig, verkogt hadden,.maar dat zy
zieh tot geen andere zaaken met onze
vyanden aldaar .:ingelaten, en ook geen
gedagten hadden,van hun voortaan eenig
kruit. te verkoopen.
Deze waarfchou wing liet Matelief doen,
niet om dat hy zieh-zo veel aan dat verkogt:
Handeid
zeer
.kusknjet
Maielicf.
Wil na
Johor,
dog moet
weder-
keeren
kruit, o f wel aan ’t verkoopen van
andere oorlogs-voorraad aan den vyand,
gelegen; liet Teggen j maar voornamelyk ,
om hen te toonen, dat, by aldien .zy
voornemens1 waren na-.Ternate te. gaan,
hy ’er ook tegen waken. zou j ;fchoon hy
zeker ftelde, dat zy veel eer naar Banda
zouden vertrekken , niet tegenftaande zy
voorgaven, dat hun. een lchip na het
Roode Meir, en .’t ander na Ternate,
gaan zou.
Ook vond de raad te Bantam goed,
het.fchip Gelderland, den December
voor. deze ftad verfchenen, aan te
leggen, om zieh tot de reize na Ternate
ten eerften te verveerdigen, mits dat het
ook op Macaflar. om honderd vyftig of
twee honderd Gojang Ryft aangicren,
van ’t zelve in Amboina, zo veel noodig
was, loflen, en met het overige, en drie
o f .vier duizend Ryksdaalders, na Ternate
loopen zoude j gelyk het ook den 4«len
January 1.608. vertrokken is.
Ondertuflchen quam den 6<len dezer
de Zeevoogd Puulus van CauTdsn met
zeven fehepen,. en een Jagt, zynde. Banda,
Bantam, Ceylon, Walcheren, Ter
Veer, Zirkzee, China, en Patana, op
de Reede van Bantam} die in plaats van
de gemeene zaak, gelyk zyn pligt was,
by overlegging van alles met Matelief,
en by onderlinge beraading , voort te
zetten, zieh tegen dien Zeevoogd, wat
minnelyke verzoeken hy hem ook dede,
in allen deelen zo brüsk, en onhandelbaar
betoonde, dat het onmogelyk was, met
dien, trotfen wind-buil ergens over eenig
beftendig befluit te nemen.
Eerft wilde hy na Johor , om maar
terftont van Matelief ontflagen , en aan
niemand, dan aan zyn eigen goedvinden,
gebonden te zyn} ja wilde, dat al daags
:na zyn aanlanding met dat haaftig hoord
uitvoeren, gelyk hy °°fc °P ^ede.
Naderhand, ziende, dat de winden by
dat Saizoen hem tegen waren, quam hy
den dito weer op de Reede, ja
bragt dit, als of Matelief dit niet al be-
voren geweten had, in ^ls een zwarigheit
j die jiem belet had na Johor te kon- n5o8.
nen ftevenen j ; zeggende, dat hy dier-
halven meer genegenheit had, om na
Ternate tegaaq.
Matelief dan, wél befpeurende, dat Matelicf
deze man moeds genoeg, maar geen raadhem
beleid, en veel wind, by zieh had , wilde
op dit voorftel, waar op hyrzynen raad gaan,
verzogt, niet. anders, dan .¡fchrifielyk,
antwoorden , welk antwoord, by van
Caarden goedgekeurt zynde, hier in be-
ftond: dat het wel goed was,;den Koning
van Johor, die anders zou.verloren
zyn, te hulp te komen j maar dat dan de
zake der Moluccos een jaar tqn agteren
zyn, en daar door zo verre zou.können
vervallen, dat ’er geen middel van herftel-
ling zou overig wezen. Dat ons wel Om re-
veel aan Johor,. maar veel meer aan de
Moluccos, gelegen lag} dat de fchade van ^igt.
Johor, als het daar al. tegen liep, aityd
herftelbaar was, fchaon del vyand mee-
fter van de ftraat van Malacca > "maar
zo hy eens meefter van Ternate wiert,
dat die fchade zo ligt niet weèr zou können
herftelt worden j en dat hy dierhal- '
ven hem allernaaft raden zou met zyn
vloot naar Ternate te vertrekken; mits
dat hy vooraf zelf een overflag maakte,
o f hy zieh in ftaat vond, om de Kaftiliaanen
uit Ternate te dryven. Dat hy
geenzins twyffelde aan zyne dapperheit,
nog aan de moedigheit vari zyn volk,
aangezien zy fris, en agt honderd zeitig
man fterk, waren; maar dat hèt zou
können gebeuren, dat h y ,b y zyn komfte
in Ternate, de vefting Maleyo ( ?t. geen
God verhoeden wilde) verovert, en. al
ons volk van daar verjaagt vond ; . by
hoedanig een: voorval hem zeer zwaar
vallen zou alleen tegen den vyand aan te
gaàn. Dat hy den 4<ien December het
fchip, de groote Son, en het fchip Gelderland
den 4<ten January na Ternate
vooraf gezonden had , en dat de onder-
Zeevoogd van van Caarden op Macaflar
wel aangaan, en met het fchip Gelderland
na zyn believen handelen ; maar dat
hy hem {van Caarden) niet raden kon
in Banda , gelyk zyn onder-Zeevoogd
doen zou., aan te gieren, maar dat h y ,
Water noodig hébbende, dat altyd, en
zonder verlet van zyn vloot, ' öp Macaf-
far krygen, en dat hy, in Ternate ge- wathy
kotnen met ons volk aldaar beft over- hem raad
leggen konde, wat van drién hetbefte1“ ^ .
was, Ternate, o f wel Tidore, o f anders cosaantc|
Makjan, eerft aan te taften. Hy gaftaßeh.
hem ook te kennen, dat de Makjanders
meeft den onzen toegedaan waren ^ en
dat zy hen, in Ternate nog zyn.de., aan-
1 geboden hadden tegen de Kaftiliaanen te
willen opftaan, byaldien wy hen maar
‘ onder onze befcherming nemen wilden;,
F f i m