
N . en Z. uitftrekt ; en f myleh ten N. W .
vandezen hoek mede in * tN., maarwel
zbo Weftelyk, ziet men hog een ander
veel kleiner,' ftlaageiland genaamt, Be-
'ööften ’c welk een Klein rifis van z o f i
mylen in ’t rond , waar op no g z veel
Ideindereiiandekens leggen. • Deze Vuile
hoek nu loopt van ’t N . O. na ’tZ . W .
wel 4 o f f mylen verre, alwaar mendan
een baai y. die voor z mylen breed, 3 mylen
läng , en agter zeer fmal is ontmoet.
Deze is meeft na ’tZ . O. geftrekt yen in
’tmidden der zelve is een rivier, en aan
de Z. W . kant een klein inhammetje, en
dan een uitftekend hoekje , dat N. W.
ftrekt, en met een rifje omzet is, daar
men. dan weer een diergelyke baai en rivier
hecft, körnende de eerile van ’tZ . O.
en de laatfte van ’t Z. afftroomen.
Pas Beweften deze rivier, die-van de
voorige baai 4 o f f mylen legt, ziet men
Bocal, ten N . van ’t welke men 3 mylen
buiten de wal ’teiland MangaN. W. en
Z. O ., met een rifje aan de Z. O. kant
geftrekt leggen ziet.
Hier van daan loopt de wal van Bocal
tot de rivier van Attimoan 6 mylen N. W .
aan, alwaar een breede hoek van z mylen,
Beooften welke een kleine, gelyk
Beweften de zelve een grooter baai wel
van 3 o f 4 mylen in de lengte , -en z in
de breedte is, die beide Legion7Baai genaamt
worden. Pas Beweften dezen hoek
is weer een rivier aan de O. zyde dezer
laatfte baai, en 00k een 3 mylen verder
na deN. W . kant der zelve , waar doör
de wal daar een breeden hoek maakt, en
een weinig verder nog een , i by welke
Moejbaaug legt, Beooften ’t wellte 3 mylen
van de wal ’t klein eilandje Papelette
N. enZ. 1 o f z mylen geftrekt zieh ver-
toont j ontrent het welke, en daar öok
verder Beooften, Bezuiden, enBenoorden
omftreeks, men dediepte van ’t water in
de kaart aangehaalt ziet..
Hier van daan loopt de wal weer meeft
N . ten W . y o f 6 mylen, daarmen, Be-
noorden eenvkleinen finallen hoek , een
riviertje, en daar ontrent Malo Pancado
leggäi ziet. Daar na vertoont zieh een
breeder hoek vari i o f z mylen j beide
meeft- na ’t N. N . O. geftrekt, alwaar
men dan weer eerft een riviertje, en dan
een baaitje van z o f 3 myleh in ’trond,
heeft, inwelkersmidaen men nog eene,
en aah welkers N. O. en N. zyde men
nog z rivieren , en 3 eilandekens in des
zeffsmond na ’tO . in eendriefprong leggen
ziet. -‘Oök"isrdeze baai eeniger ma-
tenriffig. Buiten die laatfte rivier maakt
het lana een kleinen hoek , die Zieh na
*t O. Z. O. ftrekt, en Benoorden de zelve
is weer een rivier, ten N . van welke de
wal een fcherpen hoek maakt, en dan
wel y mylen ver N . W . aan, tot- tegen
een nvier foopt, Beooften welke ftreek
lands, 8hiylen buiten de wal, zieh ’teiland
Maraea , N. N. W . en Z. Z. O.
onwent4 mylen lang, en ander half breed
opdoet3 zynde aan zynN.O . en N. W .
hoek met een klein icherp loopend rifje.
yder byzohder, bezet. <■ —
Van deze rivier maakt de wal N. aan
eendikken hoek van -z o f 3 mylen, daar
men weer een rivier heeft, en dan fchiet
de wal N. O. tenN. y of <5 mylen, tot
tegen een andere rivier .aan , daar men
Lafligoe heeft, ui t , alwaar.de wal met
een breeden hoek van 4 mylen ha ’t O.
^ ’ 5 eh dan weer, wat n a ’t'W. inbui-
gende, N . aan wel 6 mylen verre loopt,
daar de wal wa&Öoftelyker met een euk-
feen hoek wel-van 3 o f 4 mylen liitichiet,
ßenoord«! welke zieh weer een rivier in
t Zuiden van een baai , die wel 4 mylen
L en N . , en 3 mylen O. en W. is, en
nog een andere aan de N. zyde van de
zelve vertoont, welke laatfteQuafts wa-
terplaats genaamt is , voor welke baai
men 3 kleine eilandies, de Mata VHomber ,
dat is , -fla dood ae menfchen , genaamt,
meeft Z. en N. geftrekt leggen ziet.
haai na ’tN.,doet zieh een
S r . ^ 5 wat fpitsrond na
t Z. O. uitichiet, Benoorden wejke z o f
3 mylen van deze baai weer een rivier is'
Vier mylen Noordelyker .ontmoet men
er nog een, endan loopt de wal wel iz
mylen veite regt -N, aan , alwaar weer
een kleine open baai, even eens, doch
ruim zoo van groote als de voorige , eh
ook met een rivier aan weerzyden m ’t N .
en^‘? ’ waar na zieh nog een hoek van
z o f 3 mylen, met nog een riviertje even
Bezuiden Cabo del Engano, pas Beooften
de welke zieh een eilandje , -öf een klip
vertoont.' Waar by w y dan dit groote
eiland rond gewandelt, en zoo net en kort,
als ons mögeJyk was, befchreven hebben.
Nu moeten wy nog met een wöord
2e88en» dat in dit eilandveele zeerruime
veldlanden zyn , die veel groot en klein
vee , en voor al • buffels geven, als mede
veele groote bergen heeft , ,waar onder
zomimge zyn die branden, en-zommige die
goud geven; doch in ’t N . is ’tvläkker,
als m ’t Z . , hoewel ’t larid doorgaans
hoog, doch niet al tebofehryk, üitgenö'-
men op eenige plaatzen, is, gel) k het ook
m verfcheide landvoogdyen o f landfchappen
verdeelt w o r d . ................ -
Nu is önsnogmaaroverigvan de ftadt
Manilha, volgens ?t genewy belooft heb>- De
ben, te ipreken, die wy eerft volgens de van
kaart No_. II. dienende tot ophd^ngnilha
van de bääi, en daar na volgens No. I l f fen 1
in een nette afteekening der ftadt , zullen erV!
voördragen.
Wat nu de kaart No. II. ter vertooning
van de ftrekking dezer groote baaiy door-
gaans