
i6St^ weenen, en éenige bloemen, die men
’er gedurig verfch in Silvere vergulde
Tchotelen na toe bragt j op zyn graf te'
riilpp ftrojen.
Vooreor- De Koningin ondertuiTchen, allerbeft
g e 'der den wifpelturigen aart des Konings w e t e n -
Komngin ^ en |g|| vele väh zyn andere vrouwen
Konings tjp om ’t leven gebragt had , vreesde,
wifpeltu- waiineer hy haar eens mede moedé en
righeit en wars werden mögt, ook diergelyken einde
door zyn handen, o f befleiß éñ verzogt
daaroin voor haar vertrek van Batavia,
aan den Heer opper-Landvoogd Speelman,
en de Édele Heeren Raaden van
. Nederlands India zeer heimelyk, dat
haare Edelheden, bewuft, hoe de K6-
ning met zyne vorige vrouwen geleeft
had, Hem, als uit hun zelvcn, zonder
hem iets van haar verzoek te laten bly-
ken, ernftig wilden bevelen, dat hy met
haar, als zyn Koningin, leven, haar met
behoorlyke agting handelen, en haarnoit
aan *t leven komeh moeft.
Dit beloofden en deeden haar Edelheden
met:.veel ernft eil yoorzigtigheit,
daar byvoegende, dat de leden der
Hooge Regering te Batavia zó veéfop-
zigt over zyn gedoente omtrent deze
zyne Koningin voortaan nemen , en zieh
zo veel aan haar gelegen zouden laten
leggen, dat zy, by aldien hy haar eenig-
zins qualyk handelde, zulx als o f ’t aan
,haar zelf gefchiedt was, in alle manieren,
wreeken, maar voor al hem ten uiterften
vervolgen zouden, zo hy zig verftouten
mögt, haar (gelyk hy andere van zyne
vrouwen gedaan had) aan ’t leven te körnen;
welke ernft den Koning uit de
ernftige taal van den Heer Speelman ( die
een groote deftigheit in zyn wezen, en
niet minder in ’t fpreken, had) gebleken
zynde, beloofde . hy verre van haar oit
aan ’t leven te komen, altoos in alle re-
delykheit , en met veel agting, met haar
te zullen léven:; al het welke hy ook
ftipt nagekomen is; hoewel hy anders
zieh al zo weinig aan zynen handel met
de menfehen, als aan zynen Godsdienft
gelegen liet; gelyk uit dit eene ftaaltje
blyken zal.
Nä Zyne te rüg komft in Ternate, in
168?* ’c Jaar 168b gebeurde het.» V »
_ bezig zynde in de tegenwoordigheit eenite
zugt§" ger Holländers van een brave Weftphaalvöor*
zyn fche Ham te eeten, buiten gedagten in
Góds- dat bedryf van een Cafifi, o f Priefter,
dienft. overvallen wierd, die, dit ziende, den
Koning met zeer veel ernft en verwon-
dering daar over aanfprak, vraagende,
hoe h y , die een Mohhammedaan, en
gehouden was, zulk een bedryf in een
„minderen te ftraffen, zieh verftouten
dorft, zelf zo openbaar, en ten fpot
van zyn Godsdienft, in de tegenwoordigheit
der Holländers, fpek te eten ? H y ,
niet verlegen met die zaak, gaf den
Priefter tot antwoord, dat hy geen fpek *
maar een Hollandfche Ham at, en voeg-
de, öm zyn zeggen te bewaarheden, ’er
b y , dat hy het den Holländers vragen
kon, o f dit geen Ham, en o f dit wel
fpek was; dog hy ziende, dat de Priefter,
daar mede niet voldaan, hen ’tniet
vraagde, zo vraagde hy zelf, o f hy de
waarheit niet fprak, o f dit geen Ham
was, o f de Holländers dit zo niet noem-
den, en o f zy niet een groot onderfcheid
tuflbhen Ham, en fpek maakten? Zy
zeiden, fa-, en beveftigden dit (want
zy aten mede van de Ham) zo fterk, dat
de Priefter, hoe moejelyk ook in zyn
geeft daar over, alzo hy wel beter w ill,
daar mede te vrede zyn, en voör Zyn En open-
oogen zien moeft , dat hy voortging ^ y POt"
fmakelyk van die Ham, maar geen fpek, ¿z„
te eten, en helder daar op een glas mede.'
wyn te drinken, zonder zieh ’er aan te
kreunen, dat Mobbammed beide ’t ipek,
en de wyn, zo ftreng aan alle Möhham-
medanen verböden had.
Na den oorlog quamen de Ternataan-
fche Grooten, deGoegoegoe, de Zee-
voogd , en Kimelaha Marafaoli, over
Amboina (daar zy wel vy f o f zes maan-
den bleven) kort na de aankomft van de
Heer Padbrugge in Ambon, weer in*Ter-
nate, met laft dat men hen al het hunne
weer zou geven, en dat zy door den
Landvoogd , en byzpnder door den Koning,
wel zouden gehandeld worden j
dog de Goegoegoe was zyn Gemalin,
de Prinies Gamma Lamma, nu aan den
Prins Ceram getrouwd, quyt.
In dit zelve jaar vonden haar Edelhe- De Ko-
den in April goed, fchoon de Koning
en eenige Grooten, die toen ook op Ba- met een
tavia waren, en wegens hunnen afval jaarlyk-
regtvaardig verdiend hadden,datmenhen lchefom-
van hunne jaarlykiche erkentenis-pennin- ma «f”
gen niets toelag, egter hen zodanig te
begunftigen , dat die Vorft , en de,
Grooten, om hen te naauwer aan de E.
Maatlchappy te verbinden, jaarlyks deze
vaftgeftelde fomme trekken zouden, te
weten :
De Koning Ryksd«. 6400
De Ternataanlche
Grooten , o f
Ryks-Raaden . 600
De Makj anders ' . . ¿000 J.
De Sengadji’s van y/S'-' ■
Motir . . iyo ;
Ryksdrs, ;p iy o -o -o
Ook
»683; Qok vonden zy daarenboven goed ,
den Koning, uit aanmerking van zyn
onvermogen, een fomme van 4i8dy-8-p
edelmoedig quyt te fehelden, en aan
zyne Ryks-grooten een jaar van deze
hunne jaarlykfche erkentenis voor uit te
geven., .
Verkie- In Mai hebben zy omtrent den ftaat,
zing van en ’t beftier van het Ternataanlch ryk
*waf voortaan vaftgeftelt, twaalf Ryks - Raa-
Raaden. den te verkiezen,dezelve den Koning tot
’t behandelen van alle Ryks-zaaken by te
Denieu- voegen, en hem op zekere .voorwaarden
we voor- jn zyn ryk te herftellen, welke hy in de
X^RyS. maand van July (zo ik van eenige Ter-
’ nataanen verftaan heb) ook onderteekent
heeft.
In ’t jaar 1684, den iyden January,
woonde hy mede by de plegtelyke be-
graaffenis van denoverleden Heer,opper-
Landvoogd , Kornetts; Speelman. Hy wierd
geplaatfl; onmiddelyk na haar Edelheden,
den opper-Landvoogd, en de Raaden
van Nederlands Indien, en pas voor den
ouden afgedankten Heer Antoni Pavil-
joen; ’c geen by de Lykftatie van dien
opper-beftierder nader kan gezien werden.
Buiten zyn Hoogheit verichenen daar
mede in fwart-Lakenze rokken, deze na-
vanzyne volgende Ternataanfche Grooten.
Groo- Retbi, Zeevoogd van Ternate.
tcn’ V De Prins Rotterdam, ’s Konings broeder.
• Kimelaha Tommagola.
De Prins Malajoe, ’s Konings broeder.
Kimelaha Tomaitoe.
De Prins Tolucco, ’s Konings broeder.
In’t jaar
1684.
De Koning
Amfter-
dam
woond
Speel-
mans
Lykfta-
ti«,
Nevens
eenige
De Hhoekom , o f opper-rigter van
T ernatöv
Djouw Neaman.
En meer anderen, in de Ly ft zelf, by
de dood van zyn Edelheit den Heer Speelman
te vinden.
ln ’t jaar i68f. iS hy ook op Batavia
geweeft, hoewel hy ’er niet lang bleef.
Hy had eenige gefchillen met Koning
Saifoddien en zyn volk geh ad; waar over
hy klagtig viel by haar Edelheden, die
hem geraden hebben, geen moejelyk he*
den aan te regten, maar den Koning van
Tidore daar over ordentelyk, en in der
minne te laten aanfpreken, en te hooren,
wat antwoord hy daar op geven zou;
en.zo dat niet yoldoende zyn mögt, dan
een behoorlyke betuiging daar tegen te
laten doen, en daar van kennis aan haar
Edelheden te geven; dog zo die Koning
hem ondertuflehen wedr nieuwe moeite
aandeed, dat hy dan met den Neder*
landfehen Landvoogd zou overleggen,
wat daar in beft gedaan wäre.
In ’t jaat
lrt8$.
Laft vaft
haar
Edelhe--
den omtrent
Men vond ook goed, in dit jaar aan
Koning Amfterdam weer duizend Ryks-
daalders te verftrekken , en de onkoften,
tot het maken van eenige nieuwe kleede*
ren, en den yoorraad van zommige din*
gen , tot zyn reize noodig , hem te
ichenken, en zyne ganfehe fthuld, toen
noch vierendertig duizend. Ryksdaalders
zynde, jaarlyks zodanig te. verminderen,
dat men van zyne erkentenis-penningeh
voortaan maar twee duizend Ryksdaalders
aftrekken;Zou; waar op hy in ’t einde
des jaars we£r na Ternate vertrokken is.
de
moeje- ,
lykbeden
met
Saifoddien.
NieutVe
gunit,
Koning
Amfterdam
be-
Z E S D E H O O F D S T U K.
IN *t jaar i<S8<S. de Heer Thim, drieentvjintigfie Landvoogd der Moluccos. t)ie
op Japara aangiert, als ook tot Batsjan. Zyn aankomft, en inhaling, in Ternate.
yertrek van den Heer Lobs van daar na Batavia. Intredc der regeering van den
Heer Thim. Misnoegen van zynen tweeden. Die zieh in deze Landvoogdy traebt in
te dringen. *t Geen uit ’s Konings fchryven, en antwoord ’er op , te zien is. Des
Landvoogds gped verftand met den Koning. Zyn baat hier over tegen van Thye.
Dien by ftil na Manado doed voeren, en zyn papieren lichten laat. Waar a f zyne
.vrouw na Batavia kennis geeft. Misilag des Landvoogds daar in, in ’t aanhouden der
fchepen, diergelyke van de Landvoogden wel meer begaan worden. Vrügteloosheit
van zo grooten misilag. Waar toe de Predikanten medegewerkt hebben. In ’/jaar
i<S8p. de Heer de Haas Gevolmagtigde der Oofterfche Landvoogdyen. De Heer
Kops vierentwintigfte Landvoogd der Moluccos. Des Heeren de Haas verrichtingen in
.Ternate. De Heer Thim, en die twee Predikanten, buiten bediening na ’t vaderland
gezonden. Hy komt als Schipper we$r uit, verttezende fchip, en leven. Hoe ’t met
Moulin, en Hoogeboom, ging. De dood van Koning Amfterdam, en ’t beftier des
Ryks door de Grooten in ’t jaar i6 p i. De Heer Bafting gekoren vyfentwintigfte
Landvoogd der Moluccos; dog overleden. De Heer Buis Gezaghebber. % De Heer
van der Duin, vyfentwintigfte Landvoogd der Moluccos in ’t jaar i(5pz.