
xo8 M O L
1s8°* voer, gencgen zynde zieh nader met hem
Hy te verbinden.
I lB i i l . I Als deze eeti ver- . Macaf,faaren met hunnen Ko-
bondroet nin£s nu wat nader quamen,' zongen zy,
den Ma- al icheppende , volgens bun lands ge-
caflaarfen gewoontc, hunne gewoonlyke groetenis:
oombeth Oecoe, Sombah Oecoe , dat is:
galoan. H'y eeren u, o Heer Koning, nvy eerenu,
6 Heer Koning.
«gj Baboe, dit hoorende, maar niet verfem
ftaande, vraagde, wat het was, dat zy
Moorich Zongen 3 men gaf het hem te kennen,
werden. en hy nam ’er zulk een genoegen in,
dat hy daar op een verbond met dien vorft
maaktej dog met die voorwaarde, dat
hy moeft Mohhammedaanich worden,
en den Chriften-Godsdienft, door de
Portugeezen toen ook daar al ingevoert,
verlaten, hoewel zy daar van nog niet
veel meer, dan den blooten naam, droe-
gen. Ook wierd daar, op Baboe ’s aan-
raden, op ftrand een fterkte gelegt, die,
uit nabootzing der voornoemde groete-
nifle der Macaffaarze febeppers, ofte
roejers, Sombah Oocoe, Samboppo ge-
naamd wierdt.
Vcrovert Hier na ftevende hy met zyn vloot na
Saleycr. *t eiland Saleyer, en beloofde zyn dogter
aan de genen, die dat wift te veroveren.
Dit verrigte ook de voornoemde Zee-
voogd van Xoela, Capallaja, die tot'
belooning voor zyn dapperheit, niet
’s Konings dogter, maar, volgens eigen
verzoek, zekere Sabari Boela , dogter
van den Goegoegoe Tsjakamole, uit het
aloude huis der Marafäoli ’s , die hy zeer
fterk beminde, tot eene Bruidbequam.
Baboe, Na deze veroveringen keerde hy weer
Heer van na Ternate, en liet zieh zedert dien tyd
twee en Heervan twee en zeventig eilanden noe-
dlandcn. men* ' Niet lang na zyn komft quamen
drie Portugeefche fchepen op de reede,
Werd van welkers Zeevoogd hy zeer bedrieg-
van de lyk, onder fehyn van vriendfehap, aan
^ r h boort genoodigt, en ’er oök genouden
2ee- wierd, ¿eilende dus met dien vorft na
voogd, Amboina, al waar gekomen zynde, zon-
onder den* die van Hitoe, met* verlof van die
S S Landvoogd der Portugeezen, een getai
vriend- van veertig wakkere jongelingen als in
fchap.ge- gezandiehap aan Baboe. Deze alle met
vangen. Kriflen aan hun beenen gewapend, of,
*t geen meer geloof verdient, zo veel
Kliffen in hunne Toetombo ’s , o f doos-
jens, van boom- bladen gemaakt, verborgen
(zo als het de Hitoeeze Geichied-
ichryver Ridjali in zyn twaalfde Hoofd-
deel verhaalt) en boven op dezelve met
ipyze, en eenige gefchenkjens van Con* '
fituren aan dien vorft, bedekt hebbende,
verzogten dit geichenk aan Baboe te mögen
brengen, ’t geen hun toegeftaan
.wierd. Dog, daar gekomen, boden zy
den Koning aan, het fchip, waar in hy
U K S E
gevangen was, af te loopen , en hem Jj8o.'
aus uit de handen van deze Ongeloovigen pe Amte
verloffen 3 maar hy wilde dit niet toe-
ftaan , hoewel hy hen, uit erkentenis Hitoe*1
en dankbaarheit voor dezen 'aangeboden Mieden
dienft, alle de tollen fchonk, die Roe- ^e.m,?an
babongi hun uit ’s Konings naam reeds te af
opgelegt had. pen.
Daar na wierd de Koning uit Amboina Werd
na Malacca, en zo vorder na Goa, ver- gevoert
voert 3 maar aangezien hy onderweeg in 5aGSa;
’t jaar 1 j-8 3. quam te fterven, hebben zy op zee*C
hem ook in ftukken gehakt, en dus in- in ‘tjaar
gezouten na Goa gevoert. *583.
In Baboe ’s plaats quam in ’t jaar 1 f 84. De zes
zyn zoon, Sabid Berkat, dat in hetentwin-
Maleits, de Getuige des Zegens, be-
teekent, anders wierd hy by verkorting SahidDß *
ook wel Said, en Saidi, genaamt3 een Berkat,
Prins, omtrent het jaar 1 ydj. geboren. *n
Hy was in rang de zes en twintigfte Is 4‘
Koning van Ternate, en hield, als zyn
vader gedaan had, in de Portugeeiehe
fterkte Gamma Lamma zyn Hof. De-
zc vorft was tegen de Portugeezen zeer
verbittert, om dat zy zyn grootvader,
Koning Hair, vermoort , en ingezouten
zynde, in zee geworpen, en ook zyn
vader Baboe gevangen genomen, in ftukken
gekapt, en dus ingezouten na Goa
mede gevoert hadden.
Niet veel beter hart had hy voor de
Tidoreezen, die met hun, en met de
Spanjaarden (nu meefters van ’t ryk van
Portugal, en van des zelfs landen 'in
Ooft- en Weft-Indien) een hert en eene
ziel waren,gelyk zy ook met hun opperr*
Landvoogd in Manilha dagelyks overleg j
maakten, op hoedanig. een. wyze men
weder een Kaftiliaanfchen Landvoogd in
Ternate bekomen, en ook Koning Sabid
onder de knie krygen zoude.
Tuffchen hem, en den Koning van Die met
Tidore, zyn verfcheide harde fchermutr de Tid°-
zelingen geweeft, waar in hy den mee- cn^Cafti
ften tyd-de overhand gehad,. en deniiaanen,*
Tidorees groote afbreuk’ gedaan heeft3robrlogt.
en by aldien de Kaftiliaanen hen gedurig
niet onderfteunt hadden, zou hy Tidore
zeer gemakkelyk verovert;hebben, aangezien
hy een wakker vorft was, die
zeer goede order op zyn zaaken ftelde.
Onder hem verfcheen de Engelsman, Onder
Thomas Candifch, in ’t jaar 15-87, en hemSu*-
naderhand quamen ook de eerfte Hollan- ¡™en *0 1
ders in ’t jaar ifpp. in dityyk. ZydeEn-
verfchenen hier met de fchepen Arnftpr- gelsman,
dam, en Utregt, die onder den.Zee>- <^andipjl»
voogd, Jacob Corneliszen vam Neck, HoUan-C
uitgeloopen zynde, den 8.January in ’t ders in’t
jaar i f pp. van Bantam met des zelfs on- iaar 1599*
der-Zeevoogd Wybrand van tVarioyk, in j,natJ er*
gezelfchap van de fchepen Zeeland, en
Gelderland , met de onder-Zeevoogd,
Jacob
Tu A A K ' E N . i o ß
• Jacob Heemskerk na de Moluccos t’zeil
f-mjß. gegaan, en den 3. Maart in Amboina
voor de kuft Van Hitoe ten anker gekp-
men waren 3 van waar Ze'dand, en Gel-r
derland den j 1. Maart ’s namiddags na
Banda, en Aipfterdam, en Utregt den
7\- 8. May na Ternate ftevenden.
Zy namen uit Amboina met zieh een
Ternataan, die zieh valfchclyk voor den
proeder des Konings uitgaf, en yerhaalde,
dat Koning Baboe wel by de honderd
-Wyven, en Byzitten onderhouden had,
en deze Koning mede wel dertig of
veertig.
Zy quamen den z i . May op de reede
van Telingamoe, niet verre van de ftad
Maleyo, voor Ternate,op vyftien vadem
water, ten anker.
Koning S a b id naderde den. g§s dier
maand met een gierlyke Coracora om-
trenp het fchip van den Zeevoogd van
Warviyk, verzoekepde, dat hy by hem in
zyn Coracora komen wilde, gelyk hy dede.
z r f rak“ “ ni8en tJrd, met ffialkanby
War- deren door Tolken, maar hoe onze Zee-
wyk niet voogd hem verzogt, om ook by hem
aanboord eens aan boord te komen, hy was daar
komen. toe njet te bewegen^ het zy dat hy deze
vreemdelingen niet veel vertrouwde, het
zy dat hy voor diergelyken trek, als.de
Portugeezen zyn vader Baboe gefpeelt
hadden, vreefde 5 imraers hy maakte
hondert Ternataanfche uitvlugten, dan
zieh eens wegens de ladder, die met
laken bekleed was , dan wegens dat het
nu te laat, en ook de tyd was om zyn
Salaat, o f Gebed, te gaap doen, alzo
de Son aan ’t daalen was, verontfchuldi-
gende.
Den 2p. quam hy met eenyloptvan
qierlyk opgemaakte Coracora ’s , en Gi-
lala ’s , wd in de dertig fterk, omtrent
.* - de fchepen. Zy waren zeer wel van
gefchut na hunne lands wyze, dat is,
I met wel honderd Baden , en Kamer-
«•' ftukken, voorzien. Zy ichepten driemaal
rondom de fchepen met een groot
gefchreeuw, en begqnncn, volgens de
gewoonte der Oofterlingen, pp hunne
Gongen en Tifa ’s te kloppen*, daar na
als op de maat eenige fchep-liederen te
zingen, en zo op de maat te fcheppen,
en voort te roejen.
w . . Ondertuffchen maakten de onzen, hen
ven de" mede niet veel vertrouwende, hun ge-
onzehem fchut, en ander geweer klaar, om, of
mede. Zy iets quaads in den zin hadden, in ftaat
S m van verdediging te zyn, ’t geen ook de
* reden was, dat zy hun volle boven en
beneden, ieder op zyn plaats, by ’t gefchut
verdeelden, en hun verder volk
met fpieffen en roers over al klaar zetten,
om, o f zy aan boord komen wilden, hen
te können waamemen.
I . D e e l .
Dog zy .quamen geen van allen omtrent ^
de fchepen, dan alleen de Coracora van
den Koning, dat een fchoon.vaartuig ..
was, wel met negentig fcheppers, o f
roejers met körte fchep-fpaanen, in plaats
van riemen, bezet, en zeer wel van
oorlogs-tuigen na hunne wyze, en nog
wel honderd Soldaten, voorzien. .
De Zeevoogd verzogt den Koning
andermaal eens aan boord te kpmen, dog
hy was wederom niet te bewegen 3 maat
Zond een van zyne Hoofden, en een
T o lk , om met den Zeevoogd te fpreken.
Tegen den ävond quam ae vorll weer
aan boord met twee Coracora ’s ,. in een
der welke een Praauwtje, ofeen Canotjc
was.
Met die Coracora voer iemand van
zyn bedienden wat dieper in. zee van de
fqhepen a f, en toen belaftte hy dit
Praauwtje; uit de Coracor, in zee te zetten
, en verzogt de onzen, o f zy daar op
met hun gefchut wilden vuur geven;
’t geen aanftonds gefchiedde, en tot genoegen
van dien Koning zyn uitwerking
had.
Den 30. verfcheen ’er weder een Coracora
met dien vorft, die nu beiloten
had aan boord te komen, en den Zeevoogd
te bezoekem
H y , die uit \ de Coracora met drie
Ryksgrooten; kort te voren in een kleen
Praauken, geftapt was , dat aan de Coracora
vaft lag, was.in het eerft by de onzen
niet eens vemomen 3 maar, hem gewaar
werdende^, liet men hem zeer emftig
verzoeken over te komen » dog al weder
te vergeeis 3 maar hy trad in de Coracora,
en vraagde de. onzen alleen na verfcheide
zaaken, die hy wenfehte te weten.
Den 2. Juny gingen de onzen aan land, Die met
en bragten den Koning , „ volgens d e gefcheii-
Oofterfche wyze, daar men noit by de ken aan
grooten zonder gaven komt, een zeer landSaaE“
fraai geichenk van eenige gekouleurde
Fluweelen, Lakenen, een vry grooten
Spiegel, en eenige zeldzame Snaphaanenj
al het welke hem wel zeer aangenaam
was 3, maar de Snaphaanen behaagden ,
hem beft.
Den 12. quam hy weer omtrent de
fchepen, dog niet aan boord, en verzogt
toen zeker verguld Mufquet, waar op
zyn 00g viel, ’t geen hem gefchonken
wierd 5 dog hy wilde het niet ten geichenk
hebben, en zeide, dat men het
aan zynen To i körten zou.
Den 18. kregen de onzen de eerfte ^
Nagelen aan boord, die zy voor deze en cerfte
gene fraaie glaasjens, niet boven drie o f Nagelen
b vier duiten waardig, inniilden, gevende ^ier be“
I zes honderd van die zöbrt voor; een Tet- omca*
I nataanfehe Bahara, o f zes honderd en
1 twintig pond Nagelens zo dat zy voor
D d ieder