
5 3 6 0 O H
i67J. na weer eenigen tyd getrouwt gcweeft
was, begon hy haar mede wars te worden
* te meer, dewyl zyn oög op deze
jf^vrouw zyns voorzoons, dat fraai, en
Jl^aardig wyfje, gev allen-, en hy immerszo
veel door haar verstand, als door haar
i wezen, betoovert Was.
Om nu van zyn vrouw ten eerften
ontflagen te raken, gaat hy met haar op
zckereri tyd in ’t Bad (een verfrifling,
van welke de Mohammedaanen daar, en
; eldcrs, zeer veel werk maken) en bragt
haar Zeer inöordadig in ’t zelve öm ,
voorgeVende, dat z y , eer men haar
j had können helpen, verdronken was,
om ’t welk te meer fchyn te geven,
hy zelfs , toen hy al vall w ift, dat zy.
i; dood was, wel fterk om hulp geroepen
( had.
i Zo ras was hy van.haar niet verloft,
o f hy liet ook haar zoon behendig om
hals brengen, cn trouwde des zelfs we-
| duvve kort daar aan.
Zyn feg Gelyk hy nu bloed-dorftig tegen zyn
blocd- eigen önderdaanen en tegen zyn, eigen
dorflig ; vrouwen was , alzo was hy opk .zeer
befluit, wiipelturig, en met quade äanflagen te-
5” ho1- I gen de dienaaren der E. Maätfchappy,
laaders in^zo in Ämboina (waar op hy nog groot
Amboinavregt zeide te hebben) als in Ternate^
tedoen ° t . . . ---------
vermoor- , . . , a den. In ’t ]ääf 1680. zag men van het eerfte
In’tjaar onder de regeering van den Heer Landi
n g voogd, Robbert de Vicq, een zeer ge-
vaarlyk bewys.
De voomoemde Koning had eenen
Pati Lima,, een Ceramfchen Moor, als
•zynen Gezant, o f Gevolmagtigden, met
een brief aan alle de Mohhammedaanfche
ingezetenen op de eilanden van Amboina,
en, voor al, aan die van de kuft Hitoe,
en van Boero, afgezonden, hen noodi-
gende, zo uit kragt van hun Geloove
( hen by Mohhammed bezwcerende) als
uit zyn öud regt op hen als hun Vorft,
dat zy alle de Holländers afvallen, hen
vermoorden, en zieh aan hem overge-
ven, o f hem als hunnen Koning erkennen
U K 'S E
is, alzo waren zy het ook die deze gail- x68o.
fchc zaak voornamentlyk bediflelden,
onder welke op" de kuft van Hitoe een
Mohhammedaan, Hajfau Soeleyman he-
naamt, uitilak.
wilden.
Met een woord moet ik van dezen
Pati Lima nog zeggen, dat hy maar een
oog, en ook een zeer onftantvaftig hart
had, alzo hy van Mohhammedaans al
eens Chriilen, en daar na,, om in de
gunft vän dezen Koning te geräken,
weer Mohhammedaans geworden was.
Met deze boodfehap nu had hy zieh al
op Manipa, Boero, en op meer andere
plaatzen begeven, daar hy met zeer veel
bewyzen van eere ontfangen was.
Gelyk nu onder de Mohhammedaanen
het bewind der zaaken meer by de
Priefters, dan wel by de Köningen,
Orangkajen, Pati’s , o f andere Grooten,
Deze man, bevorens Priefter geweeft,
had dit ampt wel daar na aan zyn bröeder ^
Moavia afgelegt j dog was te dier tyd
nog al eenigzins in bediening, en hoewel
hy voorgar nu niets meer te willen wezen
, zo was hy, buiten den zegen yan
zeer veel tydelyke middelen tebezitten,
diegene, die allcen meerbeftier op deze
kuft had, dan alle de Priefters, Köningen,
en Vorften te zamen, daar rondpm
gelegen, zodanig z e lf, dat ’er geen zaak
van belang by hen, zonder dat zyn addm
bevorens daar over ging, beraadflaagt,
o f ten einde gebragt wierde.
Hy was zeer loös, doortrapt, en om-
zigtig in alle zyne handelingen, lieftallig,
beleeft, en ’vleiende in zyn ommegahg
met de Holländers, .en zo geeerd onder
die van zyn geloof, dat zy hem byna,
als.een.Heilig handelden. - Ja ik lveb^yilf
gezien, dat zy^. met eerbiedigheit ^ n
Sapt , o f ’t uitkaäuwzel van een Pinang,
die hy gegeteri, b früitgezogen had , en
uitfpöog, als ict heiligs van - den grond
opraapten, en in hunnen mond ftaken,
om dat op te~eeren, en daar b y'de ag- .
ting , die'Zy vöör hem hadaen, tc
toonen.
Wanneer nu Pati Lima op de kuft
van Hitoe i gekomen was, en zieh. by
dezen HaJffan aangegeven had, befchiktc
deze laatfte de zaak zodanig j dat deze
Gezant, een brief, ten bewyze van de
eerbied, die zy voor den Koning van
Ternate hadden| op een Silvere fchotel,
met een geele Zyde Neusdoek (welke
koleur by hen de Koninklyke is) bedekt,
onder een Zyde geele Qui jafol, ofSonne-
fcherm, ingehaalt, en verder zo jn hun-
ne Maffigit (lof Mefdjid, zynde de Tem-
‘ pel der Mohhammedaanen) <% Hila gebragt
wierd.
Aldaar wierd die brief geopent, gele-
zen, en over des zelfs inhoud door alle
de Mohhammedaanfche Vorften, Priefters,
en Grooten van die kuft, uitdruk-
kelyk daar toe te.zamen geroepen, ge-
raadflaagt, en heimelyk by de zelve be-
floten, ’t verzoek van den Koning van
Ternate, hoe gruwelyk ook in zich zel- .vj
ven volflagen toe te ftaan, 'dat is, alle
de Holländers, die zieh te dier tyde -in
Amboina bevonden, op de befte wyze,
en hoe eer hoe liever te vermoorden., en
zieh dus geheel en al van hun te ont-
ilaan.
Een geval, ’t geen ons jden aart van
dezen Koning, en te gelyk ook van de
Hitoeezen, zeer levendig vertoont hoe-
.wel
% A A
- iggo. wel ’er onder di6 quaden nog egter altyd
eenige goeden te voorfchyn gekomen,
, en gevonden zyn.
jfjet , ^ Onder al deze Mohhammedaanen nu,
geen de met plegtelyken eede op \ den Coraan
Orangka- daar toe bezworen, was ’er maar een
jfffiult- Orangkaja, ofLandvorft, die, niet ont-
brengt. aardende van zyne voor de E. Maatichap-
py getrouwe voorvaijeren, zo veel liefae
v.oor de Holländers had, dat hy, zo ras
de vergadering, om alle vermoeden weg
te nemen, bv nagt belegt, ten einde
was, aanftonds aan de Schild wagt, die
voor de Pagar, o f vefting van ’t Opper-
hoofd op Hila, Ifaac van L’hye, de wagt
had, verzogt dien Heerj ichoon ’t zo
laat in de nagt was, vermits de zaak
geen uitftel ly den kon, te fpreeken.
De Schild wagt bezorgde ten eerften,
dat het Opperhoofd daar van kennis
kreeg, die aezen Orangkaja HealeJJi ter-
ftondt liet binnen komen, pm de reden
van zyn komft.te weten, alzo hy wel
denken koti dat die van veel belang
was.
De Orangkaja openbaarde hem , dat
Pati Lima met zo een brief gekomen, en
wat ’er in hunnen raad by de voornaam-
ften, zonder dat men ’t hen nogtans
klaar bewyzen kon, over des zelfs inhoud
was beiloten, en voegde ’er by, dat
voomoemde Hajfan de voornaamfte was,
die de hand in deze zaak had} dat, in-
dien hy (Opperhoofd) ten eerften in de
weer was, hy dezen Pati Lima gemak-
kelyk in hanaen kon krygen, en alzo de
geheele zaak buiten hem ontdekken}
maar zo hy iämmelde, dat die Schelm
dan aanftonds na andere dorpen, en na
een ander eiland ftond te vertrekken.
Het Opperhoofd, dit hoorende, en
*t gevaar, waar in al de Holländers van
deze Landvoogdy waren, voor oogen
ztende , ftond t geweldig verzet > maar
vooral, toen hy hoorde, dat Hajfan het
ganfeh beftier van dit werk had, zo , om
dat hy zyn goede vriend was, als wel
voornamelyk j om dat hy door dezen
Hajfan (zo men zegt) veel geld op ’t
Nagel-gewafch aan anderzins onvermo-
gende inlanders gegeven had, waar voor
dezeri Hajfan borg gebleven was 3 een
zaak, die al de Opperhoofden yan,dat
geweft in volgende tyden gedaan hebben,
vooral op dezen Hajfan j zo om zyn
groote middelen , als omi zyn aanzien
onder den inlander, ziende. ,
Hier ftond nu het Opperhoofd; door
eigen belang vervoert, radeloos, ni,et
wetende, wat hier in te doen. Liet hy
Pati Lima vatten, zo kon hy Hajfan
niet verfchoonen, en dan was hy zyn
geld quyt, om dat Hajfan daar by , na
öogenfchyn, ’t leven, en al zyngoede-
I. D e e l .
K E Ns 537
ren, ftond te laten, en hy alzo bdk het
zyne daar by te verliezen, aangezieh dat
Opperhoofd, na Haflan’s dood, vän die
zaak, dewyl het op zware ftraffen ver-
boden is, geld op het Nagel-gewafch te
geven, niet zou hebben durven reppen,
ten wäire hy zyn bediening, en plaatzing
aldaar, nog daarenboven had willen quyt
zyn.H
y gaf dan den Orangkaja Healejß tot
antwoord, dat men zo vpprbarig niet
zyn, maar die zaak eerft wat nader moeft
onderzoeken; dat Hajfan vah veel aanzien
onder hen, en zeer loos was, wes-
halven het hem aan geen ontfcnüldigin-
gen, en voorwendzels om ’er zieh uit te
redden, ontbreken,. en men alzo aan
hem niets zou hebben , ten wäre dat
men, wat tyd tot een naauwkeurig on-
derzoek van de zaak nemende, het werk
wat wifler, en zo klaar nam , dat ’er
voor hem, nog voor Pati Lima, niet uit
te fpringen was.
De Orangkaja Healejß, die zieh met
reden inbeeide, de E. Maatfchappy met
deze bekendmaking een uitnemenden
dienft te doen, ftond niet weinig over
dit antwoord van het Opperhoofd verzet
, en wel voelende, waar hem de
fchoen wrong, te weten, om Pati Lima
tyd van volkomen weg te raken te geven,
Hajfan, o f liever zyn geld, met eenen
tebehouden, enhem, Healejß, daar na
alle bewys ten laften van Hajfan , ' o f
Pati Lima, te benemen; gaf hem tot
antwoord: dat, zo hy Pati Lima niet
ten eerften liet vatten, hy zekerlyk daags
daar aan vah de kuft Hitoe al vertrokken,
en alzo buiten zyn bereik zoii zyn;
weshalven hy hem ernftig verzogt, hier
mede niet te fammelen, zeggende dat hy
anders van voornemen was zieh na de
hoofd - vefting Vi&oria by den Heer
Landvoogd te begeven, en hem deze
feheele zaak in hare omftandigheden
ekent te maken, wanneer hy ’t immers
niet zou können verantwoorden, met
zo gevaarlyken zaak zo gefammeld te
hebben.
Het Opperhoofd, wel ziende, dathy
hier pal gezet, en di,e zaak, zo hy hier
tyd verzuimde, voqr hem onverantwoor-
delyk zou zyn, behalven dat hy zelf
mede in ’t uiterfte gevaar van zyn leven
was, zei dan eindelyk, dat hy ten eerften
bezorgen zou, dat Pati Lima gevat, en
in verzekering gebragt wierd.
Hy talmde egter nog tot daags ’er aan,
eer hy na hem zöeken liet, en toen be^
vond men, dat hy zieh al van de kuft
van Hitoe na een andere landftreek begeven
had, en aldus al eenigzins buiten zyn
bereik geraakt was.
V v fraar
1680.'