
If?
m m
1 1
i p
ns i
i ü
1 «
IIP
ÜIkI
f !||
¡Mtiflll
h Ü ! Jls iif;
f l
l-U
gaac^ men wel dertig mylen weder te rüg
W eft aän tuflchen Dauw, en Bool, naar
een ■ plaats , o f inham, de Lewaas ge-
Etendigo oäämt, van waar men over land, en
reis Jper ’t gebergte, Suid-Ooft op, naar
’ tuifchen fiet dorp Attingola (daarmidden in ’t
waasf en ^anc^ gelegen) te voet gaat, dat daarom
Attingo- voor een Predikant te moejelyker is, orn
h. dat men van Bool tot Attingola toe wel
zes o f vy f en een half etmaal onderweeg
is , en van de Lewaas tot Attingola wel
twee, drie, o f vier, dagen (na- ’t zieh
fchikt) in ’t bofeh onder den bläauwen.
hemel, zonder dorpen o f meniehen te
ontmoeten, huishouden, eh zeer dik-
wils door rivieren, en ihoerafleii, die al
vry diep zyn, trekken moet j beßälven
dat men hier ook alles mede nemen , en
voor zyn eigen pot (buiten den laft van
’t huishouden aan ’t Kafteel, zoo men,
getrouwd is) zorgen moet, älzoo yders
beurs, en huiflelyke zaaken, juift niet
igedoogen, voor zyn vroüw, en hinderen
, een K o k 't ’huis te kten, en ’er
ynnrr.7.ir-,h^^p-df»r «¿fon mede te ne-
men. ‘D iti^ o yK ^ ira^ enK tn ^ can y
vrriaakt de vifite verdrietig, en zwaar, en
Zoo lang in zulk eene zware hitte, als
men daar byna onder. de Linie heeft,
te blyven, vermoeit een Predikant, die'
niet gewoon is zioo verre te voet te gaan,
fewcldig, behalven dat zulke marfchen
oor die rivieren en moerailchen, die ’er
ai vty veel zyn, en daar hy zomtyds tot
den buik toe door moet, hem geenzins
in de kleeren gaan zitten j een werk
(mynes bedunkens) dat men geen Predikant
behoorde te vergen.
Na dat zyn Eerw. dan van Bool vertrok
ken, en drie dagen (trekkende onderweeg
döbr de gröote Moorfche Ne-
gryen, o f dorpen, Gorontalo en Lim-
botto) op de reize geweeft was , en wel
dertig maal ( ’t geen fiien zomryds wel
vry< meer mäalen döen moet ) door een
zware rivier getrokken was, *t geen
1 Kern, fchoon een jong fterk man, zeer
afmatte, quam zyn Eerw. in Attingola,
alwaÄr hy 300. zeer flegte Chriftenen,
die byna geen Maleits zelf verftonden,
en onder welke geen een Lidmaat was,
in een zeer liegt aorp vond.
Zyn Eerw. ontmoftte hier, pas over
een rivier, een ander Kohfnkje van Boe-
lan, dat onder al zyn volk, Mohham-
medaanfeh zynde, alleen Chriiten was.
Hy vond hier ook geen Kerk; maar
men was bezig met ’er een te maken 5
weshalven men ook hier met geen vrugt
voor een gemeente, die de Taal niet
verftond, Prediken kon> behalven dat
.het oök niet waard was daarom een
Predikant zoo veel vergeeffche moeitc te
laten doen.
Hy vertrok dan, na *t Verdefe, dat' 170^
¿yn dienit hier vereifchte, verrigt te
hebben, weer na de Lewaäs., moetende
verklären, dat äl die' naam - Chriftenen
Zoo veel^niet waardig waren, dat men
daar aan de g^zondheit van een Taal-
kündig Predikant , en die op andere
plaatzen vry meer dienft doen kcyi, en
zelf Zyn leven ( waar van wy een voor-
beeld gevenzytien) waagde, afhgezien
men ‘iftet Zulk een vifite, by zoo een
onervarene en zelf ontaalkundige gemeinte,
alfchoon men daar eens o f twee- ,
maal in een gehcel jaar al Predikte, en
Catechizeerde , immers niet de aller-
minfte vrugt doen kondej. en *t veel
noodiger was, in dat dorp, o f een ander,
daar omtrent, een vaft Predikant te
leggen , dan wel in eenig dorp in ’t
vaderland (daar yder dorp immers zyn
Predikant heeft) öm dat zulk een Predikant
hier nog vry meer , dan eenig, ■.
Predikant in ’t vaderland, te doen zou |
hebben, aangezien hv maar naam-Chri-
Heidenen yinden zou > die hy
nog eerft de ’Taal, en dan de gronden
van ¿nzen Godsdienft, van voren af aan -
zou dienen te leeren, daai* een vaderlands
Predikant gewoon is te arbeiden onder
Chriftenen, die dat reeds zynj en van
ouders tot öuders aliyd geweeft zyn,
dat een vry groot onderfcheia ß ^ en egter
niet eens öpgemerkt word.
Van de Lewaas dan trok zyn Eerw.
weder te rüg na Caudipan, van waar
men hem met een ander vaartuig (want
yder dorp weet hoe ver het een Predikant
voeren moet) weer; to t ' Manadö
bragt, alwaar hy weder voor de Neder-
duitfche, en ook voor de Maleitfche
gemeente Predikte, gelylc hy op ddze.
plaats alleen van ganfeh Celebes | ’t
Avondmaal uitdeplde. ,
*m Hier m oeit zyn Eer w. zich- ween van
nreuwen voorraaa ^ voorzieh , om nu na
de Noörder-eilariden een nieuwen togt
tc doen.
Van daar vertrok hy dan den z’den July
in ’t jaar 1705*. ’s morgens met een
Goracora (een liegt vaartuig voor een
openbare zee, en dierhalven zeer gevaar-
lyk, om ’er zoo verren togt mede te
döen) na Tagulanda, daar hy den ^den
’s avonds aanquam 5 hoewel het maar
achtien o f twintig mylen ver.vanMana-
do gerekent word. Hy vond hier ifpo-^Jl
Chriftenen, en onder de zelve 18. Lede^;^
maten, weshalven zyn Eerw. in ’t dorp
Tagulanda in ’t Maleits, in een Schuur,
dewyl ’er geen Kerk is, predikte^ ’t
Avondmaal aan 7. njannen, en id. vrou-
wen, en nog aan 7. Ledematen'van ’t
dorp Minanga, daar 3 2.0,JChriftenen
waren, uitdeelde, vindende verder zyn
werk
9
1705.: werk inet het Catechizeeren der ouden,
ea- *t onderzoeken van de bequäamheit
der jongen, die iö beide deze dorpen
2-j-Schoolen van over de iro . kinderen
uitmaken j waar a f die van Tagulanda ’er
' wel 130. heeft.
In die dorp, en op dit eiland, vond
hy den ftaat der Kerke,en der Schoolen,
by den andere te vergelyfcen,' Vry wel.
Van Tagulanda, o f ’l'eiland Pangaiä-
re , ging zyn Eerw.^na *t eiland Sjauw,
tien mylen vefder, en op ’t, welke
4. Chrifton-dorpen alle aan ftrand leggen
, en Oeloe, Oendöng, Pehe, en Leni
doch geen Ledematen.} en een School ¡y
van z f . Jongens. Zyn Eerw. doopte
hier z f . kinderen.
Deze leeden van Sjauw können tot
nog toe naauwlyks Maleits, en zyn nog
als regte Bofch-menfchen, die, als men
hen .over ' zaaken van Godsdienft aan-
fpreekt; als Aapen den Predikant eens
toelagchen, en niets weten te antwoor-
den} zoo dat ik my zeer verwonder ,
hoe die meniehen (niet onder de Span-
jaarden: want dat heeft niet veel moeite
van nooden ) maar onder ons Ghriftenen
geworden , o f waar op zy daar voor
erkend Zyn, en nog erkend.worden, alzoo
genaatot zyn.
" In Oeloe, de hoofd-Negry, vond hy,
volgens derol, wel 1 yo. kinderen j dog
daar quamen ’er zeer Weinig in de School.
Onder 14/0. Chriftenen vond Hy geen
een Lidmaat, ’ t geen daar van daan komt,
dat hier dikwils om de twee ö f drie
jaren mäar eens een Predikant verfchynt,
en-, door ’t kleen getal der Predik^iten
( die oök ältyd niet in ftäat, o f ft erk ge2
noeg zyn om zulke vifite te doen) ’er
ook niet meer können komen: want als
deze Chriftenen hier wel zouden waar-
genomen, en onderrecht worden , zoo
moeften hier veel meer Predikanten, en
(gelyk ik bevorens gezegt heb ) 'daär Zy
noodig geoordeeld Wierden, op de eilan-
den verdeeld en vaft geplaatft worden,
daar men nu al deze Kerken maar op een
Predikant ’s zorg, en dienft, ruften laat,
en nog wel hartelyk, als Ware hy een
luiaart, klaagt, als h y , na waarheit
iprekende, zegt, dat de ftaat der Kerke,
en de kennis van den inlander, liegt is,
dat imfiners onmogelyk niet anders kan
zyn, en van maar eenen Predikant ook
niet anders te wagten is.
\ Hier op dit eiländ predikte hy niet ,
om’ dat hy daäf iöede' geen vööraeel ter
wereld onder zulke önkufidigen , als hy
’er vond, zag te doen, en kon-’er ’t
Avondmaal niet uitdeelen, alzoo ’er geen
een Lidmaat gevonden wierd.
- Op Pehe, drie öfvier uureri van Oeloe
gelegen, vond hy een School van 44.
Jongens, dog zy waren zeer flegt geoef-
fentj en de Meiskens wilden zy in de
Schoole niet zendenj om dat ’er voor-
beelden van gepleegde onordentelykhe-
den met de zelve waren. Hier waren
1000. Chriftenenj maar al mede geen
een Lidmaat.
Op Ondong, o f Oendong, een uur
fcheppens längs ftrand van Pehe gelegen
(hoewel men het ook te voet gaan kan)
waren 49z. Chriftenen, dog geen Ledematen
j alwaar hy ook 40. kinderen, en
z f . Jongens in de School vond.
Op Lehi, of Lehe, een kleen uurtje
‘verder gelegen, waren 3f6 . Chriftenen,
men by hen niet de minfte blyken
van kennis belpeurt.
Van Sjauw vertrok zyn Eerw. den
iyden July na ’t eiland Sangir , daar hy
den lyden aanquam , en alwaar hy niet
dan Ghriftenen vond, uitgenomen in een
Negry, die half Moors, en half Chnften
was. n H
Öp ’t dorp Tamacko,raan ftrand gelegen,
vond hy 5*88. Chriftenen, geen
Ledematen, en f f . Jongens in de School,
doopte40. kinderen, en trouwde4. paar
lieden.
Op Mangenitoe,een braaf groot dorp,
omtrent drie uuren van Tamacko, vond
zyn Eerw. 1460. Chriftenen, en 12. Ledematen,
voor welke hy Predikte, en
’t Avondmaal bediende, py. kinderen
doopte, 40. paar trouwde, en daar voor
dezen 170. kinderen, dog nu vry minder,
en niet boven de 30, in de School
quamen.'
Op Taröena, twee uuren van daar,
vond zyn Eerw. 2386. Chriftenen , en
28. Ledematen, voor welke hy Predikte,
gelyk hy hier ook het Ayondmaal aan de
Leden<be4 iende^>doopenile te,gelyk. 147.
hinderen, en trouwende'20. paarlie3en
In de School' vond hy 12. Meisjens,
70. Jongens, en dus te zamen 6z .
Scholiereni
T o t Calongan, mede onder. dezen
Koning van Taroena ftaande, en anderhalf
uur gaans van daar gelegen, waren
376. Chriftenen, geen Ledematen, en
31. Jongens in de School.
T o t Candahar, twee o f drie uuren
fcheppens yan daar , vond zyn Eerw.
403. Chriftenen, geen Ledematen, 3p.
Jongens, en 4. Meiskens in de Schoole,
en ait alles onder een Moorfch Koning,
die egter den Schoolmeefter al vry be-
hulpzaam was} een dorp, van ’t welke
de Mooren, volgens voorgaande Ac-
coorden, al lang behoorden verhuift te
hebben} ’t geen zekerlyk het Chriften-
dom daar veel meer zou hebben doen
aangröejen} maar dat wierd van de Re-
l geering alhier verlloft.
T o t
i