
De .
Prini;-
Kaytsjili -
Tarro*'-
Momboir
v a r i ’S'
Konings
zoonen»
W o rd
onder-
K onin g.
Brit van
beide in’t
Paleis
ontfang
eü.
Gaat met
hen een
verdrag
aan.
154 M O' U / K S E
van bareonmondige kinderente bdlicren,
över felice hy Kaytsjili Tarruwefe, zynen
neeve, tot voogd-geitelt had.
¡F Die naam vanjiaytsjili (o f, zo men ’t :
gemeenelyk maar zegt, Kitsjil),is een
naam van waardigheic, die- zo .veel als:
Jonker beteekent, en die aan niemand,
dan aan de zoonen, broeders, o f andere
nabeikänden der Molukfe vorften, gege- !
ven word, even eens' gelyk een Princes
in’ de Molukfc cilandcn doorgaans_ Bokje
o f PoetriM. dat het zelve in ’t Maleits beteekent
); ' genaamt worden. Anderzins
beteekent ¡de naam van Kdytijili in Amboina
doorgaans een erf-Prins,. o f die
naaft tot de Kroon gerechtigt is.
Deze vorft liet by deze grootmoedige
Koningin twee zoonen ria, van welke ae
oudfte niet Bohejat (gelyk zommigenuit
de Portugeezcn verkeert opgeven) maar
Deyalo, o f Deyaal, genaamt, niet veci
ouder dan zes jaaren was.
De andere zoon, Bohejat, was nog
jongerj weshalven kinderen van zo weinig
jaaren. w el eenen getrouwen, en
voorzigtigen voogd , en toeziender, bui-
ten de Koninginfdie haar ook ontvallen
kon) van nboden hadden, oinhun regt
by verandering, die, gedurende hunne
minderjarigheit, in de regering vallen
kon , waar tc nemen. Weshalven de
Koningin van eerilen af geraden vond
den Prins ■ 'Tarruwefe , haaren neeve, als
onder-Koningaan te Hellen, ter tyd toe
flat haar oüdften zoon in ¿ftaat mögt zyn.
Ozorius zegt, dat Brit hem daar toc vèr-
hiefj en Maffejus, dat Brit hem maar
onderfteunde, welk laatlle meer ichyn
heeft, als ook dat de Koningin ’t hem
maakte.
Zo ras nu was Brit niet in ’t Paleis
gekomen, o fh y wierd zo van de Koning
in , als van den onder-Köning, zeer
vriendelyk ontfangen, en op nieuw van
der Koninginne’s gunft, en van die van
Tarruwefe) verzekert.
: Een vän de cèrile zaaken, die hy daar
verrigte, was, dat hy met- de Koningin,
Prins Tarruwefe, en al de grooten des
lands, een byzonder verdrag aanging,
waar by hy, bedong, dat hem , biiiten
<het bouwen van een ilerkte omtrent
,’s Konings Paleis op de flrand van Gamoe
Xamoe, ook geoorloft zou zyn daar te
handelen met waaren, en ten dien einde
ook Pakhuizen, -tot berging van hunne
goederen, op terigten.
Daar beneven bedong h y , dat de Ter-
nataanen al de Speccrycn, die daar, of
elders vielen, ter goeder trouw, voor zo
verre die in hunne handen quameri, aan
niemand, dan de Portugeezen, zouden
-mögen verhandelenj en dat zy hen voor
ieder Bahàar Nagelen, wegende in Tcrnate
zes honderd pond, dan twee en
dertig Ryksdaalders, tot acht en veertig
tftuivers ieder, zouden geven.
- Dit aldus beveftigt zynde, begon Brit Ziet na
te denken, om een bequame plaats Voor een Pbats
een veiling, o f ilerkte. Ondertuflchen y^[neea
wierd hem door den Köhing van Tidore uit. S
van gelyken aangeboden, een ilerkte öp j)c ^
zyn land te bouwen, op hope, dat hy ningvaa
zig daar door te dieper in de gunil der Tidore
Portugeezen indringen, en heil alzo te ^
gemakkelyker van de Ternataanen aftrek- piaats
ken mögt j maar Brit, dit iluk wel over- voor een
wogen hebbende, vond goed, Zyn aan-'veft”}S
bod beleefdclyk af te ilaan, en dat Van den.16"
de Koninginne vari Temate aan te ne- ^ gr.fc
men, zo om den band van vriendfehap, flaa?
die ’er reeds tuflehen de Portugeezen, af.
en Ternataanen lag, als om dat de haven
van Temate hun veel gemakkelyker, en
beter , dan die van Tidore, voorquam.
De Koning van Tidore door die twee- ?
de weigering der Portugeezen, die hem
by-Serraam komft in Ternate zyn ver-
zoek en noodiging ook aigeilagen had-
den, zeer misnoegt, kon dit ongewroken
met opkroppen. ? •
Hy ilelde derhalven alle middelen in *t Waat
werk, om den Portugeezen, zo by de over did
Koninginne, zyn dogter, als by deze en ^orft de
gene Temataänlche grpoten, den voet gceien
dwars te zetten, en al hunne aanilagen den voet
te verydelen, ’t gecn Van zo goeden uit- dwars zer,
flag voor dien vorib was, dat Brit ten
eerilen begon te merken -, wat ’er gaande
was, waar hem dit van daan quaiä, en,
van hoe quaad een gevolg dit voor hem,
en alle ae zynen, wezen zoude , by
aldien daar niet tydig in voorzien wierd.
Hy zag, dat de Koningin hem Veel En &
koelder, dan bevorens, behandeldc, en groot
dat zy niet minder deed, dan hem de §evaa^
behulpzame hand tot; het bouwen van reD8’
zyn velling, gelyk' zy hem belooft häd',
te bieden. Waar a f de reden was^ qiji r
dat de Koningm'^ en Grooten, te naau-
wen verbond tuflehen Brit, en den Prins
Tarruwefe befpeurende, vreefden, dat de
laatlle het daar op toelag, om Koning te
zyn, en zig door de Portugeezen op dien
Throon valt te zetteri.
Derhalven beriedt zieh Brit met de
voornaamilen van zyne Natie wel emftig
over dit iluk, en men was byna eenparig
van oördeel, dat het belle middel was,
om dien vefling-bouw te verhaallen, en
om dePortugeelche zaaken in’t algemeen
te verzekeren, dat Brit den onaer-Ko-
ning, Tarruwefe, in zyne belangen wat
verder Zou zien te brengen, en een geheim
verbond met hem aangaan, waar Britzoekt
by zy malkanderen by alle voorvallen
onderlleunen, en yder in zyn gezag zou- Tarru-
den handhaven. /V wefe.
B r i t
Z . A A ‘
5 Brit fliep hier niet op ,. mäar Iprälc .
. .Tarfuwefe. ten eerilen, en will hem dit
. zo fmakelyk voor/tc llellen , dät rdie
Eirins, ;die :zig in zynrbyzöhder en hei-
wtlge- melyk oogmerk, oni zig het bellier van
yallen*. - dat :ryk eigen te riiakferi j kragtig hier
door gefterkfc vönd, zig na weinig over-
'r’ weging daar toe iriliet y zedeft Welk hei-
1 m melyk) verdrag zy beide als met een hert
al de zaaken behandeldon.
pi ts t '/Bcvorens had Brit de pläats teh vellihg-
dC'r. bouW digt: by de llad Gamoe' Lambe^
vefting. daar het Koninklyk Höf was, begrepehy
en van tyd tot tyd gelzögt (höewel te
yergeefs) dit werk te beginnen j ' maar
na 'dit heimelyk verdrag met Tarrütyefe
wierd ’er terllond een begin van gemaakt,
en door zyn aandryven zö verre gebragt,
- dat. de Koningin wedr eenigzins veran-
. dert, en (na ’tfcheen> den Portugdezen
nu iwat} meer genegen was: • warit-ook Zy
de Ternataanen nu aänzette, om de Portugeezen
in ’t bouwen der llerktfe te
helpen.
Dit dedfen zy öok i n ’t begin} maar
Hetweik ^je ^ t i g , die ’t fwetzen en belovön veel
eenige: eigener is, ,dan ’t werken, dewyl ’t eertyd
fte- Ile hun dagelyks werk; is, en- z y ’t laatlle
ken. zeer fejden doen,.-.liet;het ’er ten eerilen
byzitteo, en verfcheen niet meer ter plaat-
z e , daar wat te helpen viel.-
- Dit: viel den Portugeezen, die flog
. ¿die buitengemeene hitte, nog ’t Zober
r voedzel, ’t geen dat land toeri gaf, niet
gewoon waren, zodanig tegen, dat:zy^
door te zwaren. en langdurigen arbeid af-
geflöoft, ten einde; van.,hunne; kragterii
en zonjmigen met dfen neus in ’ t ; bed
raakten,;waardq<jr dat werk zyn ve'reifch-
ten yeortgäng niet had.
| -J)e Landvoogd Brit fprak hier over
K T E N. i y 5
- Zy öntdekte veel zaaken, die tuflehen i jiü
hen beiden ömgingen , en die Zy oordcel-
de nog mfet haar, nog met haar zoons
belangt övereeh te komeh.
Dit defed" haar- met nieer grohd giflen,
dat Tarruwefe voor had,- zig meeller van
’t ryk, to t nadfeel van haar zoöri, te
maken, eri dat, gedurende zyn minder^*
jarigheit , ki ’t werk te Hellen.
De voörzigtigheit vän deze vörllin bragt Brit raakl
Brit veel belemmcring toe, zö dat by f™nhclt3
met zynTortugeezen (dewyl hy wel zag, i
dat hy aan de Ternataanen niet, dan
woorden, had) zou hebben inoeten be-
zwyken, en door de menigte der ziekeri
niet in- ftaat gewöeft zyn , iets meer aan
zyn timmbragie te doeri, hoe zeer ook
de Prins Tarruwefe, om zyn eigen belangt
i hem onderfteunde , ten wäre dan' dat ze-
kere Roderik de Sylva , die met een fchip', Wor4 ;
en allerlei, voörraad van Malacca vertrok- door Rö*
ken was, aldaar nog tydig (vermits zy de
groot gebrek van alles haaden) was op ontzet. •
ae rheede gekomen j maar io aangenaam
als hem de komft van dit lehip was, zo
onaangenaam was hem ’t nieuws, dat
Brit met onder-Koning Tarruwefe, die
Sovcr. hem beloofde al zyn vermögen in ’t werk
Zy begreep ook dat hy daar toe,
fchoon' door de -Portugeezen geholpen,
niet wel zou können geräken, vöor ert
aleer de1 velling voltöit , en met gelchüt,
en beZetting, behoorlyk voorzien was jr
en dät om geeriö andere reden de drift
van die beiden,1 oin de velling Ipoedig te
voltoyen, zo llerk aandröng, dah om
zig te va.ller in llaat te vinden, van ’t
geeri.zy vreefde, uit te voeren.
te llellen, om dien bouw met meer ernll
voort te zetten.
. H y fprak ook de Koninginne, die hemL
eedrae uiteriyk haar hulp mede toezeide, ja ze lf
der Ko- het völk ;gekftte; in Brits tegenwoordighingin.
h e ith e t .werk van de veffing niet te
En hier io had zy waarlyk niet t’eene^
maal misgeraden: want dit onderfcheit
was ’er maäf tuflehen ,' ’t geen zy vrees- ■''
de, en -t geen gebrouwen wierd, dat
een iegelyk van hun beide vöor zig zel-
veri, büiten malkanders weten, najoeg
dat gene, ’t welk de vorllin oordeelde
dat zy beide, onder het trekken van eeri
lyri, Vöor Zig te zamen zogten.
ilaaken, -voor en, a l eer ze voltoit was j
maai; onder de harid, en in zyn afwezen,
gebpod %y dit zelve'völk daar mede niet
tehaaften, en , na bepaaling van zekeren
tyd, ’er’ weer uit te fcheide'n.
, De reden van deze hare handeling was
niet . t’eenemaal buiteri grondi want die
vorftin begon te begrypen, wat-’er in ’t
voltoyen van die veltirig al opgeflotenlag.
. Zy zag hoe gröot een vriendfehap ’er
tuflehen den Landvoogd, en ,den Prins
Tarruwefe was, en met hoe grooten yver
die laatlle ’t werk van den eerilen, hoe
nederig en gedienllig hy zieh voor haar
mögt aanllellen, voortzetse.
d e S y lv a medebragt, namelyk, dat ver-
fcheide vreemde handelaars öp weg waren,
om. zig in de Molukze eilanden van
Nagelen, en andere Speceryen, te voor-,
zien, een zaak, die, indien zeniet tydig
bclet wierd, byzönder tbt riädeel vän deri
handel der Portugeezen ftrekken zou.
Dit deed Brit dan ten eerilen, zo by
de Koningin van Temate,- als by deze en
ene Molukze Köningen , ftörk aanhou-
eh, om die vaärtuigen, zö zy qüamen,
af te wyzen, en hunne beloften, aan de
Portugeezen daar over gedaan, na tö
körnen.-
: Maar gelyk dit nieüw > ontzet den Doetde
Landvoogd ongemeen aangenaam was,
dewyl zyn geftaakt werk nu verder zyn weer
yoortgang had} zo zag de* Köningin in voort*.
tcgenaeel dit met zo dwarfe öogen ääh, gaaa«
& V z dat