
o o k Strabo in %yy\ xv. boek van de V o lk e ren
in1,’^poitenj genite.
C a U u s R h o d i tn E i s * L i b . x v m . e a i j J n i
£ e f i : A n t iq u a jd & t e g t dit mede- van de-
Egyptenaa^f en P lu ta r c h u s getuigt van
hiin^ in z y n t Q u a f l . c o n v iv ./^ f^daaltyd*-
vraagen, dat zy ’t reizen zoó Verfoeiden-,
dat zy alleen daarom. zieh niet yerwaer-
digden een Clipper maar èèns aari- t e ;
ipreken- . r
Die yatfLäeedagmort. verboden'.dit aan
hunne ingezetenen ook by zekere wet, op
dat z y , zoo P lu ta r c h u s z e g t , geen be-
dorvenzedenleeren, nog ttiuys Drengen
zouden. Enlyaifwel hfifi groote'wetge-
ver L y c u r g u s fvan den Weiken de P y th ia
o f Apolloos priefterin niet vaft wift te zeg-
gen, o f hy een Godt, ofeen meniqh yras,
2*oo H ep o d o o t 1$ . If getuigtLmeqe vpojr/
en nà ’t* geveri vän zyné netten gereift,
en dus zyne inzettingen onveranderlyk " èri
als eeuwigduurende (alzoo zy die onder
cede, tot zynewederkomft vanDelphos,
die noit ’er op volgde, houefen moeften)
gemaaktheeft , r^verboodt hy egter by .
een uitdrukkelyke wet , Jhet reizen naar
Afien, dewyl ny daar het zalven niet olie ,
dekroontjes op ae maaltyden, en ’t fehaf-
ten van banket, allereerft ( zoo w y b y
V a l e r iu s M a x : l i b . ÌI. ca p : i . zien) uit-
gevonden heeft. Immershy reisde toen,
Wanneer hy ,. om zyne wetten by hen
eeuwjgdurende te;maken.« ^Spattageheel
verliet, èrt^m^lfffflrTTelIpno"^ en daar
na naar- Cirra tròk, alwaar men wil- dat
hy zieh zèlven zoui gedood, en .ook be-
lait hebbenf *ìzyn lyk daar te verbranden,-
eri zyrié *afch in zee te werpen ,_ op dat
’er niets van hem weer te Lacedaanon
komen, en hy die jngezetenen altyd:aàn
zyne gegevene wetten verbinden zòu ,
die zy , teri ware zy hunnen eed breken j
wilden , voor zyne te rugkomftr niet si
mogten veränderen. En om die zelve
reden waren zy ook gewoon alle vreem- j
dehngen uyt hun lana te dryven.
Boterus in Relat. Univerfal. in ’t eerfte
dèel en *t I. boek pag: 17p. enin ’t tweede
den äart ^ van Zyri U.'boek verhaalt dit mede
derTaaleva? J^e *€hinezeri± en Partaaren. _
zou men Marcus Paulus de Venetiadn \zegtT lib.
inoeten^ JI J. cap. 37. deRegionib. {Jrieniàlsvm die
variai ryk 'V a f: dat dte'genenfdìé ter. zee
■ ' *' ¡¡wären hébben, in Réchtzàdken gèen getiii-
'£ genis der 'waàrheìd mögen geVén, eri alleen
daarom van hunne ‘wederpartyders verworpen
•worden..
: De oride Engelfchen verbodèh dit ook ,
volgens J o a n n e s a P o n t e lib . III. ca p . 3. .
" Veelen begrepen dit weer heel anders,
. en hielden-het bezien , en bezoeken der
1 : . vremde landèn zeernoódig', zòo , om de
gewoontén, en zeden van andere volken
. tedoomen, als ook , om zieh van hunne
wetten , konften, eri geleertheid, in
’t verbeteren der zeden , wetten , en
konften Vän hün eigen khd ,, te^tfödie-
nen. M
J De Wyften nogtahs, Zoo-oy de Grie- de
ken , en Komeinen, als ook by alle de
.andere vqlken , „aehtten dit niet alleen geprezen,
hoognoodig j maar de meeften hebben ennoodig
.Miß ook gereift , en arjdereJanden, we-
erß huhhe! wysheid , Weffibn, en zeden
?roefljt^. gaan bezien^ gelyk. dit- S t ra b o
lik ß . ®n 1 Hb. III. ,g|tgigt, | Ejnl)i^doorlde
Siciliaan zegt, dat ’er geenen in geleert^
hedd uitgefteken hebben , die niet naar
Egypten om de wetten en zeden van dat
landi enz,,gereift hebben, f'2ie hem lib .
I b - s a p . 3. en 6 .
Al voor den oorlog van Troye hebben
.veelen der.0udea naarEgypten ,.5 de-hooge
richöbt der W^sheidt; , gereift ,. gelyk dit
‘ van Orpheus den Thräcfer, ykn Linus den
TKebaner, van M o f c h u s den Athenienfer ,
van M e lam p u s denArgiver, en van meer
anderen, bekent is. E-n dezelve D io d o o r
zegt ca p . 6 . van hun, dat zy in Egypten
leerden, ’tgeen hen in verwondering ge-
braMgheeft.,
Na den Trojaanichen oorlog komen Waarom
ons voor verlcheide oude Dichters , als ze ook
Homerus, Hefiodur^ eneengantichedrom ^ ^
der beroemtfte"WyZen,vanwell<;e de eerfte f-
in het I . b o e k van zyn Ody/ r. U l y ^ s , . ^
een man die vrel. g|-
; / P h a l e s , de. Milefier , een der zeveü
Wyzen .van Griekenland , en de grond-<
legger. der Ionifche ß ß l e , . reisde ,^zpo uit
zynbrief aan P h e r t c y d e s den Syrier , P y t b a -
gern jLeenneefter.,; blyfet) • naar Creta, en
Egypten * en ipiak daar met de Prjefte-
ren, en .Starrekundigen, over alles,* dat;
totverbetering zyner ftudien dienen kon ,i
om düs van aue de wysheid der Egypte-
naaren', die zoo veei Wyzen derwaarts
trok,. grondige kennis te krygen. - ;
S o l o n , de Athenienfer, mede een van
diezeven Wyzen, reisde ook naarEgyp-
ten , van wäar hv te Athenen onder an-
dere die wet medebragt, d a t z ü l k e e h l 1
d ie ja a r ly k s n ie t a am h y z e n k o n ¿i rw a a r v a n
h y beß o n t.y f i e r v e n m o e fi -, gelyk dit H e r o -
Mus, m . zyn II. boek aanteekent. Hv
landden® Zyi^re 'fö^i^erc'C^irüs äan ,
daaEna te Sardis by koning Crxfus, en
eindelyk öok in Cuieiieri.
Anacharfis , de Scythifche Wysgeer,
zeide in een brief aan Cneius : dat h y
(Epewel tegen de wetten van zyn land)
m Griekenlandgekomen was, om ae manie-
ren en fiudien te leeren, en niet, om daar
eenig göüd ' te zoeken 5 ' alzoo ’t eenig
öogwit^in deze zyhe reize was, vro-
mer ren geleerder- \veer in Scythien te
keereii. .'
De groote S o s r a t e s , de eerfte , die
de Zedekunde leerde volgde de oor-
•i r W ß logen j
logen, te water, en te land, zoo als die
• inelen, en hem vóorquamen.
• C t e f ia s en X en o p h o n , beide hiftorie-
Ichiyvers , waren te gelyk ook groote
reizigers.
\ Em p ed o c le s 1 die zich indevlammenvan
den berg Ethna wierp, H e r a c l i tu s , ' maar
voor al D e r h o c t itu s , van ’t éiland Cos,
heeft wel tagtig jaaren in verfcheide landen
, en vqornamentlyk na Egypten,
iiME^rien9( en Indien, gereift.
Wie , die maar eenigzina belezen is,
Weet niet ' , dät P l a t o , die beroemde
Griekfche Wysgeer, een zeer groot rei-
aiger geweeft is ? want behalven zyn
tqchten door de beroemde ftedèn van
Griekenland, is hy met den Griekfchen
Dichter Euripides, en met Eudoxus (die
met brieven van koning Agefilaus naar den
Egyptifchen koning Nèófcanebus ging)
naar Egypten gereift , daar hy wel der-
^ thien jaaren (z p o S t r a b o l ib . xvn. zegt)
ìs blyven woortén y en zoo de oorlog
het hem niet belet had, zou hy ook naar
de Magi o f Wyzen van Perüen gereift
hebben. Hy is ook driemaal in' Sicilien
geweeft. Eerft , om het land te zien 5
maar wert toen door laftvan koning Dio-
nyfius , ( die om ‘ zyn al te vrymoedig
Ipreken ophemvertoomtwas) in ’teilana
Eginà verkoft. - Hy ftelde hem nader-
hand weer op vrye voeten , en verzogt,
na erkentems van zyn misflag (het.geen
zeldzaam is in een koning) dat hv nem
xiit tog noit verwyten wiße j maar P la t o
fehreef hem wéderom : d a t h y g e eh t y d h a d ,
om op h em t e d e n k e n : Hy reisde daàr na
nog tweemaal derwaart j maar wert toeri
van Dionys, den Jongen, geheel anders
onthaalt, en 'met een fchip , even als o f
hem een koning ( zoo P l in iu s lib . v i i . cap.
^o. zegt) bezoeken quam, ontfangen.
Zeno, ’t hoofd der Stoifche W ysgeeren,
een Phxnieier , quam te Athene , om
purper te koopen , leed daar fchipbreuk
in de haven van Pyraeus, en werd namaals
zulk een groot en beroemt Mail.
f "Cleanthes, zynLeerling, ookSpharus^
uit dén Bosphór öoriprortkelyk, reisden
mede naar Egypten, om PtolomeusPhi-
lopater tezien, by welke men Chfyßppus.
Antipater , en meer anderen * die ;uit
reisluft hun vaderland verlfeten, wel
voegen mag.
f Een der vermaardfte reizigers en Wys-
geeren was P y th a g o r a s , de groridlegger
der Italiaanfche Seite. Hy trok van
Samos, zyngeboorteplaats, naar Lesbos,
hoorde daar Pherecydes, den Syrier, en
ting, na zyn te rugreize van daar, naar
Ägypten, alzoo PoTycrates, koning van
Samos, hem aan koning Amafis zeer dier
aanbevolen had. Hyvonddaar, volgens
de getuigenis van Clemens den 'Alexan-
dryner, eenen Sonchedis, eenEgyptifch
opperpropheet, en Nazarethus den Aily*
ner , die hy daar tot Leermeeftei-s haa,
en vän welke hy niet alleende taal leerde,
maar doorwelker toedoen 'hy ook alle de
boeken van hunne geheymen, en van de
wysheid der Egyptifehe Priefteren , ¿z
jaaren lang, doorzogt heeft, na het welk
verricht , enna zieh zelvenook te Memphis',
Thebe , en t e -Heliopolis in alle
Collégien ingewyd te hebben , hy van
daar met den Wysgeer Epiménides
naar Creta, en zoo naar Croton in Italien
vercrokken is, alwaar hy de Italiaanfche
Seite, o f W ysgeerte , opgerecht heeft.
Hv.is riogmaal, volgens A p u le ju s l i b . I I .
F lo r id , naar Egypten gereift, alwaar hy
*t ongeluk had, van door Cambyfes, den
tweeden koning van Perfien , onder de
gevangenen naar Perfien vervoeit te worden
, en aldus ook toegang tot de
Chaldeen, en Wysgeeren te Babel, daar
hy 1 z jaaren doorbragt, te krygen -, door
welken ommegang hy niet alleen kennis
van de bewegingen der hemelen, en van
de Starrekunde , bekomen , maar ook
gelegenheid gehad heeft, om zyn leere,
van niets, dat leven heeft, te eeten, als
mede van de verhuizing der zielen, onder
zoo yeel Heidenen van Indien , zelf
tot in China en Japan , doof te doen
dringen} hoewel anderen weer, metveel
fchyn van waarheid, meinen, dat hy de
leere der ziel - verhuizing van de Bramines
uit het Ooften .naar Egypten, o f mar
Europa , overgebragt heeft, om dat men
voor zyne te rug-komft vari Babel noit
iri ’t Weftèn, o f in Egypten, dçn aller-*
mihfteh voetftap daar van vemömen heeft ,
daar ’t nogtans een zeer oude Leere der
Bramines, en der Chinezenls. Zommigen
meinen, dat hy z d f oôk iti Ethiopien,
Arabien , en in Indien zou geweeft zyn,
dog hoe zy dat betoonén lullen, weet ik
niet, nog heb daar van oit eenig bewys,
dat geloof- verdient, gezien. Hy heeft
ook de Joden, en den berg Carmel, ne-
vens d’Arabiers bezogt, en alleen door
het reizen zyn groote geleertheid bekomen}
ja , is ’er iet zeker, het is dit, dat
alle Wysgeeren, van eenigen rtaam by de
Ouden, al hunne wereldze, ’t zy mtuur-
lyke, ’tzyzedelykewysheid, enalhunne
kennis in de Aftrologie, - Aftronomie,
Mama, Geometrie, Genees- Reken- Wisch
Böuwkunde, ; en alle kennis der
Goden , en van andere gefchiedeniflhri,
in ’tgemeen door ’t reizen , en in *tby*
zonder dbor ’t bezoeken van Egypten,
Chaldeen , en andere Oofterfche landen,
bekomen hebben. Ook zyn’er geleer-
den die meenen , dat men' zelfs ook de
zaaden der Indiaänfche en Chineefche
gevoelens, en van hunne Wysgeerte
(voor al die van de verhuizing der zielen,
der vier Hoofd - deugden , en wat
A 2 ¿¿eg