
"'î• li "
I* n >: î » I ;; sj_:-i .:
Ï'fiki- ti4
11' ’
I )
•as
.1^ . ^
y 1 l'c
i ' ijfi îL*Vf
\\
. H
ij: iG:
:iî
f I f: '■
G
■„j
. if
H
4|
Î!,lfî?
4 1 .
■ '1
ium
. : 1
ir
îilli
' i.iài. a i
î!‘
,6 11
l i
p4 '
i
ilÉ
II «n
iij'i i1 11
li 'H I i î
iH
kelijk doorlaten. Boomen, die op zoo’n natten grond sta an , sterven
eindelijk; de wortels gaan in rotting over (men spreekt van ,,het
wortelrot"), en de bovenaardsche deelen volgen vanzelf. Weldra
ziet men de bladeren vóór hunnen tijd geel worden. Om op natten
grond het wortelrot te voorkomen, moet voor waterafvoer (door
draineering of door het maken van greppels) worden gezorgd. —
Boomen, waaromheen de grond werd opgehoogd, of boomen,
die te diep geplant z ijn , gaan kwijnen. Dit komt doordat de
wortels te diep in den grond worden verborgen, op pla atsen,
waar de gaswisseling niet op voldoende wijze kan plaatsgrijpen.
II. GEBREK AAN WATER.
Wanneer eene p la n t, die aanvankelijk over zooveel water te
beschikken had als zij voor haren groei behoefde, later gebrek
aan deze voor h a a r onmisbare stof k rijg t, dan verwelkt zij. De
plant kan dan in een’ zekeren tijd niet meer zooveel water uit den
grond opnemen als zij door verdamping verliest; h a a r gehalte aan
water vermindert dus; de saprijke cellen verliezen zóóveel w ate r,
dat hare wanden verslappen, en zoo verslapt het geheele plantendeel,
’t welk zij samenstellen. Dezen toestand duidt men met den
naam ,, verwelken” aan. Verwelkte plantendeelen k u n n e n , wanneer
hun weer water wordt verschaft, zich herstellen; maar wanneer
de verwelking te sterk is geweest, dan kan van volledig herstel
geen sprake meer zijn. Dan gaat of de geheele plant te gronde,
of alleen de deelen, welke ’t sterkst verwelkt zijn (de volwassen
bladeren), ste rven, terwijl de stengeltop en de jongste bladeren
in leven blijven.
Verwelkte planten kunnen zich weer herstellen of doordat zij in
staat worden gesteld meer water op te nemen, of doordat de
verdamping vermindert. Daarom ziet men dikwijls p lan ten , die
over dag verwelkt w aren , tegen den avond zich geheel herstellen:
immers dan wordt de betrekkelijke vochtigheidstoestand der lu c h t,
ten gevolge van de daling der tem p e ra tu u r, hooger, en daardoor
wordt de verdamping verminderd. Overigens behoeft hier over
I
het verwelken niet verder worden gesproken. Houtgewassen bevatten
in hunnen stam vrij aanzienlijke hoeveelheden water in
reserve; en verder gaan zij met hunne wortels vrij diep in den
g ro n d , zoodat deze in bodemlagen komen, die nog niet te zeer
zijn uitgedroogd. Bij houtgewassen k an dus slechts bij groote
uitzondering sprake wezen van verwelken.
Wèl komt het voor, dat ooftboomen bij aanhoudende droogte
vele bloemen en jonge vruchten laten afvallen. Boomen, die
gedurende en na den bloeitijd werden begoten, doen dat veel
minder. Sommige soorten, zooals de Gravensteiner, laten bij
aanhoudende droogte ook zelfs de reeds iets verder ontwikkelde
vruchten vallen.
I I I . AANWEZIGHEID VAN GIFTIGE STOFFEN IN DEN GROND.
Lichtgas. Onder de voor ’t plantenleven schadelijke stoffen,
welke dikwijls in den bodem aanwezig zijn, moet het lichtgas
worden vermeld, dat — uit de buizen der gasleidingen ontsnap-
pende — zich door den bodem heen verbreidt en de planten doodt.
Vooral daardoor gaan dikwijls längs de straten en op de pleinen
der steden de boomen kwijnen of sterven. Doorgaans zijn de
wortels van boomen, die door de werking van lichtgas in den
grond gestorven zijn, eigenaardig bláuw gekleurd. Is de grond
door de voortdurende ontsnapping van lichtgas geheel met dit gas
doortrokken, dan willen er geene planten meer in gro eien , en
moet men hem, vóór men er weer boomen poot, herhaaldelijk
spitten en omwerken, opdat n u het é én e , dan het andere gedeelte
ervan aan de lucht worde blootgesteld. Maar men. k an de beschadiging
der boomen door lichtgas gemakkelijk voorkomen, door
dubbele gasbuizen met ventilatiepijpen te gebruiken. —
Bij ons worden zeiden vruchtboomen aangetroffen längs wegen
of stra te n , waar gasbuizen door den grond loopen. En zoo is er
van beschadiging van vruchtboomen door lichtgas zeiden elders
sprake dan in stadstuintjes.