
Exoaseus In sititia e Sadebeck, oorzaak van h e k s e n b e z e m s
bij p r u im e b o om e n . (Zoowel bij P ru n u s domestica als bij
P. Insititia.) Weinig minder algemeen dan de heksenbezems bij
kerseboomen; maar gewoonlijk iets kleiner en met iets minder v e rdikte
hoofdtakken. Schade en bestrijding: Zie bij de voorgaande
soort.
Exoaseus minoi' Sadebeck, oorzaak van k r u l z i e k t e bij k e r s e b
o ome n en krieken (fig.|26). Deze zwam veroorzaakt wèl opzwelling
van jonge scheuten
en twijgen, maar
geen ware heksenbezems.
Sommige
bladeren van
zoo’n opgezwollen
twijg zijn gezond,
andere k ro e s , gegolfd;
zij ruiken
geurig (naar cu-
marine). De gezwollen
twijgen
blijven korter dan
de normale, maar
zij dragen wèl
Fig. 2ü. Krulziekte van den kerseboom, veroorzaakt
door Exoascihs minor. Verkl.
bloesems en vruchten. Soms zijn de meeste takken van een’ boom
aangetast. — Voornamelijk schadelijk doordat de groei der boomen
er door wordt belemmerd.
Exoaseus deformans B erk ., oorzaak van de k r u l z i e k t e v a n
p e r z i k en am a n d e l b o om . De perzikbladeren zijn soms over
een gedeelte h u n n e r oppervlakte n o rm a a l, ma ar op bepaalde plaatsen
blaasvormig opgezet. Op die opgezwollen plekken zijn zij geelachtig
groen en broos, dikker dan op de normale gedeelten. Soms
zijn de bladeren geheel kroes; doorgaans is dit het geval,
wanneer deze de ziekte reeds in de eerste jeugd vertoonen; Fig. 27. Krulziekte van den perzikboom, veroorzaakt
door Exoaseus deforma,ns. Nat. gr.
dan zijn zij vaak
ook rood gekleurd.
Aan den onderk
a n t van de opzwellingen
vertoont
zich een
fluweelachtig overtreksel
, gevormd
door de sporenzakken
of asci
van den Exoas-
cus. Soms is de
twijg, waaraan
krullende bladeren
z itte n , eenigszins
opgezwollen
en blijft hij korter
dan ’t geval moest
zijn. Dergelijke
gezwollen twijgen
bieden la ter weinig
weerstand
tegen vorst en
andere schadelijke
invloeden, en ste rven
spoedig af. —
De krullende b la deren
functionee-
ren on volkomen
en vallen te vroeg
af. De groei der
vruchten lijdt
d a a ro n d e r, en op
den d u u r ook de
groei van den