
y •
5a: 5:7
a:
A *
Í
:
i:
. ) '
G"
un
A
)F !. ' )l
I i.
t !■
1
l
= 4“ --i
î 1 f “ F
i;î! î;
5 r
!lIi
door het voornaamste voordeel weer komt te vervallen. — Een
nadeel is o o k , dat bij de p u lv é risa te u rs, waarbij de luchtdrukking
de vloeistof naar buiten p e rs t, de opening, waardoor men deze
vloeistof ingiet, nauw moet zijn en volkomen moet kunnen worden
gesloten. Het ingieten van de vloeistof d u u rt dus veel langer
dan bij de pulvérisateurs van het tweede systeem, waar men de
vloeistof door eene groote opening kan ingieten. — De pulvérisateurs
van het
tweede systeem
worden dan ook
meestal boven
die van het eerste
systeem verkozen.
Bij de beoordee-
ling der geschikt-
heid van een’ p u lvérisateur
komen
nog meer zaken in
aanmerking. Vooreerst
de vraag: of
men er door ’t los-
maken van eenige
schroeven pomp en
windketel gemakkelijk
kan uitnemen,
iiiiiiiiiiiH
Fig. 34. Pulvérisateur in den vorm van een wagentje,
dat door een’ man wordt voortgeschoven (Cari Platz).
ten behoeve der reiniging of herstelling. Hoe gemakkelijker en
vollediger de geheele toestel uit elkander kan worden genomen,
des te beter. — Verder komt, vooral bij p u lv é risateu rs, die men
op den ru g moet d ra g e n , het gewicht van den toestel in a an merking,
en ook de vorm, omdat daarvan afhangt of hij zich
gemakkelijk laat dragen; eveneens de wijze, waarop de zwengel
moet worden bewogen, — de hoogte van den stra a l, — de
meer of minder eenvoudige constructie, waarvan weer afhangt
of eventueele gemakkelijker of moeilijker is , — de p r ijs
van den toestel in verhouding tot zijne deugdelijkheid. Bovenal
echter komt in aanmerking de bouw van het mondstuk. Daardoor
toch wordt de sterkte van den straal geregeld, en de fijnheid
waarmee de vloeistof verdeeld wordt. Dit laatste is van ’t uiterste
Fig. 35. Pulvérisateur, door een paard voortbewogen (Cari Platz).
belang: hoe ñjne r de verdeeling is, des te minder deelen van de
te bespuiten plant zullen er over blijven, die niet met de vloeistof
in aanraking komen; maar des te minder ook zullen de plantendeelen
zooveel van de vloeistof o n tv an g en , dat deze schadelijk zou
kunnen werken. — De bouw van het mondstuk moet echter zóó
wezen, dat het niet spoedig door zandkorreltjes of andere vaste