ill
toi'
: ï
appel-, kerse-, pruimeboomen, berken, enz. gelegd. De rupsjes
komen in ’t voorjaar u it, zoodra de bladeren zich hebben gevormd.
Zij boren z ich , = ieder afzonderlijk n a tu u rlijk , in het groene bladweefsel
in , waar zij eenen gang u itg rav en , die zeer nauw begint,
maar wijder wordt naarmate het rupsje groeit. Gewoonlijk vertoont
zoo’n gang eene eigenaardige bocht (fig. 70). Is de ru p s volwassen,
dan boort zij zich aan den onderkant van het blad n a a r b u iten , en
spint een los spinsel, waarbinnen zij verpopt. De vlinder komt in
Ju n i of Ju li uit. Deze legt zijne eieren aan de bladeren; en daarna
treedt eene tweede generatie van rupsen op, die na verpopping,
in September tot vlinder worden.
De gangen van het mineermotje vallen zeer in ’t oog; belangrijke
schade echter richt het insekt niet aan.
ZIEKTEN EN BESCHADIGINGEN DER OOFTBOOMEN