,‘iif
' f
..,in
!
'llj
’ if J . I “3
l i '.i
.Titî
I'i l-i
' II ,I
heffen zij het achterlijf omhoog tot boven den kop. Einde Mei zijn zij
volwassen. Dan hebben zij eene lengte van 15 mM. Zij zijn groen,
maar hebben eene geelachtige kleur op de zijden van ’t lichaam,
terwijl het eerste lid en de laatste drie leden geheel en al geel zijn.
De kop is glimmend zwart. Over
het geheele lichaam ziet men zwarte.,
in rijen geplaatste wratjes; en op
ieder van deze is een zwart borstel-
haa rtje ingeplant.
Wanneer zij volwassen z ijn , verlaten
zij de struiken en kruipen
even onder de oppervlakte van den
grond w eg , waar zij zich eene cocon
spinnen. Wanneer de struiken erg
vol zaten met b a s ta a rd ru p s e n , vindt
men er ook in den grond vele
vlak bij elkaar; spinnen zij zich
dan in , dan kleven h are cocons
aanéén.
Drie à vier weken nadat de b a s taa
rd ru p sen de bessenstruiken heb-
Fig. 41. Bessenbladwesp (Nematus ben v e rla ten , komen zij als wespen
"UCp ieTenh bil'a dN recVhts: .jong''e“ bf as taar7d- uit den grond te voorsch, ijn. De
rupsen aan ’t vreten;' op een paar wiJBes van deze tweede bladwespen-
bladeren links: volwassen bastaard- generatie leggen weer hare eieren
r : " ; v : t o ' e t e r T e g t Ä ' z «j*« ™ p - n
linker bovenhoek: eene cocon. Al de J u li, soms nog in Augustus,
laatstgenoemde figuren nat. gr. worden aangetroffen. Deze kruipen
dan in den g ro n d , om zich daar
in te spinnen en er te overwinteren. — Ontwikkelen zich echter
de bastaa rd ru p sen zeer sn e l, ten gevolge van zeer günstige
weersgesteldheid, dan gebeurt het wel dat nog in Augustus van
hetzelfde ja a r eene derde generatie van bladwespen te voorschijn
komt, die alweer eieren aan de bessebladeren leggen,
zoodat nog in ’t laatst van Augustus en in September eene derde
■‘P il’
I generatie van b astaa rdrupsen de struiken kaal vreet. — Deze laatste
generatie van rupsen is de minst schadelijke; want zij vréet de
bladeren a f, wanneer de bessen reeds geoogst zijn en de functie
der bladeren ten einde loopt. Zeer schadelijk is de eerste generatie,
wanneer zij de struiken kaal v reet, omdat op dat tijdstip de bessen
pas beginnen te groeien, wat deze niet kunnen doen zonder dat
de bladeren organische stoffen vormen uit water en het uit de
lucht opgenomen koolzuurgas. Zeer schadelijk is ook de tweede
generatie, wanneer deze de struiken kaal vreet op het tijdstip,
waarop de bessen zullen beginnen te rijpen; deze worden dan van
hare natuurlijke bescliaduwing beroofd; zij worden rimpelig en
verschrompelen aan de struiken.
Bestrijding. Men late de ru p sen , zoodra men ze bemerkt, van
de struiken afzoeken. Waar dit wat omslachtig is , of waar men
niet tusschen de besseboompjes kan komen, wende men insektenpoeder
a a n , dat met behulp van een’ blaasbalg over de struiken
verbreid wordt. Het Amerikaansche insektenpoeder (zie register,
laatste deel) is gebleken, in dezen zeer doelmatig te wezen; bij
eene opzettelijk door mij in ’t werk gestelde proefneming bleek het
veel meer effect te hebben dan petroleum-émulsie, Bouillie Bordelaise
en Parijsch groen. — Een tuinbaas bespoot zijne bessestruiken
met koud w ate r, en wel met behulp van een’ pulvérisateur. De
d ru k aan ’t vreten zijnde rupsen lieten zich onmiddellijk vallen.
Vooraf had mijn correspondent stukken pakpapier op den grond
gelegd, waarop de bastaa rd ru p sen werden verzameld en vernietigd.
De w i t p o o t i g e k e r s e n b l a d w e s p (Cladius albipes Klug.),
Lang -6 mM. , vleugelspanning I 31/2 mM. Glimmend zwart met
bruinachtig witte pooten, en met bor stel vormige sprieten.
In ’t laatst van April of ’t begin van Mei komen de bladwespen
te voorschijn; het wijfje legt h are eieren aan den onderkant van
de kersebladeren, en wel in insnijdingen, die zij daartoe in de
nerven maakt. De b a sta a rd ru p s vreet aanvankelijk alleen de
benedenste opperhuid en het bladmoes op, maar vreet later gaten