
' 'i' 3L 7.
boomen hunne moeilijkste période door zijn, wordt de bodem tot
wei gemaakt.
E r zijn dan ook voorbeelden genoeg, dat de boomgaarden het
toch heel goed doen, ook wanneer de bodem als weide wordt
g ebruikt, mits geschikte soorten geplant zijn, en de vordere verpleging
en bemesting niet te wenschen overlaten. Men vergete
daarbij niet, dat in de Betuwe, Limburg en elders de ooftteelt
een gedeelte van het landbouwbedrijf u itm aak t, en het niet de
vraag is: of men alleen van zijne vruchtboomen meer zou kunnen
maken, maar wel: of de gemiddelde opbrengst van den boomgaard
met de gemiddelde opbrengst van de weide hooger of lager is dan de
gemiddelde opbrengst van den boomgaard zonder weide, verminderd
met de kosten van schoonhouden van den grond. Want om te zo rg en ,
dat op den bodem geen onkruid woekert, dat op gelijksoortige wijze
schadelijk zou werken als de grasbedekking van den g ro n d , zou
deze geregeld moeten worden geschoffeld. Ook heeft het vele bewerken
van den grond der oudere boomgaarden dit tegen, dat daardoor de
wortels kunnen worden beschadigd, hetgeen aanleiding kan geven
tot vestiging van wondparasieten, zooals paddestoelen {Agarieus).
In sommige streken (zooals in den Bangerd en het Westland)
teelt men onder de boomen van den boomgaard bessenstruiken.
Bij deze teelt blijft de grond meer open, en zeker verdient — bij
eene rijke bemesting deze wijze van doen de voorkeur; maar
’t is de vraag of men, wanneer men deze methode wilde invoeren
op de duizenden H e k ta re n , die in Gelderland, Utrecht en Limburg
met boomgaarden zijn bedekt, voor al de aldus te telen bessen
voldoenden afzet zou vinden.
Hebben wij in bovenstaande aangetoond, dat onze eerste zorg
moet wezen: te zorgen dat wij ooftboomen telen, die zoo min
mogelijk vatbaar zijn voor beschadiging en ziekte, en dat wij
moeten zorgen dat deze door goede planting en juiste bebandeling
ZOO gezond mogelijk blijven, — onze tweede zorg moet wezen;
maatregelen te nemen om te trachten de vijanden uit het planten-
en dierenrijk zooveel mogelijk verwijderd te houden of — waar zij
reeds aanwezig zijn — ze te verwijderen.
2. H e t v e rw i j d e r d h o u d e n v a n d e v i j a n d e n
u i t o n z e o o f t b o o m e n .
Men zorge zooveel mogelijk, schadelijke insekten en parasitische
zwammen van zijne terreinen verwijderd te h o u d en : a. door te
maken, dat men ze niet van andere gewassen, die in de b u u rt
groeien, krijgt toegevoerd, h. door te verhinderen dat deze vijanden
met ooftboompjes, welke men uit kweekerijen ontbiedt, in de
boomgaarden worden geimporteerd.
Sommige der vijanden van onze ooftboomen leven ook op andere
gewassen. Zoo leeft de zwam, die de roestziekte der perebladeren
veroorzaakt, in een’ anderen ontwikkelingsvorm op de twijgen van
eenige soorten van Juniperus. Daarom is het ra ad z a am , in tuinen
en kweekerijen geen Ju n ip e ru s in de nabijheid van pereboomen
te planten. Zoo leven verscheiden vijanden van den appelboom
(onderscbeiden ru p sen so o rten , bladluizen, de zwam van den meeldauw)
ook op meidoren; waarom het zeer zeker afkeuring v e rd ien t,
meidorenheggen om appelboomgaarden te planten.
Dikwijls worden vijanden in de boomgaarden ingevoerd met de
jonge ooftboomen, welke men uit de kweekerijen krijgt. Zoo tast
de schurftziekte, veroorzaakt door de zwam Fusicladium p ir in u m ,
maar al te vaak de jonge pereboompjes reeds in de kweekerij aan;
en maar al te dikwijls wordt deze gevaarlijke ziekte nit de kweekerij
in den boomgaard ingevoerd. Natuurlijk kan zij met de boompjes
over groote afstanden worden getransporteerd. Hetzelfde geldt van
bloedluis en schildluizen, van ,,ro n d k n o p ” in de zwarte b e ssen , enz.
Daarom is het raadzaam, dat ieder, die van elders ooftboomen
ontbiedt, deze bij ontvangst nauwkeurig bekijkt, om te zien of
er soms ook de kiemen van ziekten of schadelijke dieren op a an wezig
zijn. Bij aanwezigheid van een der bovengenoemde ernstige
plagen, weigere men beslist, de boompjes of struiken te ontvangen.
Voorzoover struiken of boompjes bezet zouden kunnen zijn met
schadelijke insekten, kan het aanbeveling v erdienen, deze —
alvorens ze in zijne kweekerij of zijnen boomgaard uit te planten —