AA
!■ •:-= =- .
r ■ L I; yí
• .!' ; F
\ ,■': H. 4 Fy- .
, y
A»
•• 'i
7 ■ 1 ^
? 1 :!
4i. ;
! |7
■Lii y
’F;
6 7 '
F !F :
i? v i 7
loô
vermeerdering (Vancouver’s eiland). Nederland verkeert in ’t laatst-
bedoelde geval; en daarom acht ik het met ’t oog op den
gezondheidstoestand van de ooftboomen in ons land geheel over-
bodig, door beperkende bepalingen op den invoer van boomen
uit Amerika, te tra c h ten , de San José schildlnis buiten onze
landpalen te houden.
Toch meen ik , dat — met ’t oog op onzen handel — de
Nederlandsche Regeering juist heeft gehandeld, door voorloopig
de verbodsbepalingen op den invoer van boomen, h e e ste rs,
entloten, enz. uit Amerika te handhaven.
De mogelijkheid toch schijnt volstrekt niet uitgesloten, dat de
San José schildlnis in vele andere landen van Europa goed zal
kunnen gedijen. Werd nu dit insekt in kweekerijen van Nederlandsche
boomkweekers ingevoerd, en hield het zich d a a r, zij het
dan ook kommerlijk, eenige ja ren sta ande , dan zou oiis land eene
bron van besmetting kunnen worden voor andere landen van
E u ro p a , waar de San José schildlnis misschien niet zoo betrekkelijk
onschuldig zou blijven. Zulks zou op den d u u r op groot nadeel
voor onze kweekers uitloopen. Vooral met het oog op onzen handel
met het b u iten lan d , en niet zoo zeer met het oog op direkte gevaar
voor onze kweekerijen en boomgaarden, komt het mij voor, dat
het goed is , dat de eenmaal ingevoerde verbodsbepaling voorloopig
is gehandhaafd gebleven.
Veel resultaten verwacht ik overigens van verbodsbepalingen als
de bovenbedoelde niet. Eerst wanneer in een zeker land een bepaald
in sek t, eene bepaalde ziekte, zeer schadelijk optreedt, komen
andere Staten e rto e , verbodsbepalingen op den invoer uit dat land
in ’t leven te roepen. Maar wanneer nu die Staten uit het bewuste
land tuinbouwartikelen in v o e ren , hebben zij stellig met die tuinbouw-
artikelen het bewuste insekt of de bewuste ziekte ingevoerd
reeds lang vóór de bedoelde verbodsbepalingen van kracht zijn
geworden; — en kan het schadelijke organisme zich d aa r sterk
verme erderen, dan komt die vermeerdering d aa r tot stand niet-
tegenstaande de wetten.
Nu dreigt d it, een ander ja a r misschien weer een ander in sek t.
zich van uit een ander land over het onze te verbreiden; en zoo
zouden telkens weer nieuwe verbodswetten noodig zijn, die hoe
noodig ook, toch altijd den handel belemmeren. Daarom verdient
het de v o o rk eu r, andere maatregelen te verzinnen. Bovendien schijnt
het mij nog noodiger dat van Regeeringswege iets gedaan worde
tegen de inheemsche vijanden van onze k u ltu re s , die hier telkens
weer h unne schadelijke werking uitoefenen, dan dat de Regeering
maatregelen neme tegen vijanden, welke van verre dreigen.
Ook dààrom schijnt het mij b e te r , een’ goed geregelden phytopa-
thologischen dienst in te voeren, dan voor elk bijzonder geval eene
wet te creëeren. Vele schadelijke dieren en plantenziekten kunnen
zeer goed worden bestreden en hunne uitbreiding kan zeer goed
worden voorkomen, wanneer de belanghebbenden slechts tijdig hunne
maatregelen nemen. Dit kan alleen dàn geschieden, wanneer aile
boomgaarden en kweekerijen geregeld door een’ deskundige worden
onderzocht; langzamerhand zullen dan de oofttelers en boomkweekers
met de toepassing vam doelmatige bestrijdingsmiddelen op de
hoogte worden g eb ra c h t, en vooral zullen zij le e ren , door rationeele
bebandeling van hunne boomen, ziekten en beschadigingen zooveel
doenlijk te voorkomen.
’t Grootste gevaar bedjeigt onze ooftboomen niet zoozeer door
den invoer van schadelijk gedierte en parasitische zwammen uit
andere landen; in 't algemeen zijn de schadelijke Organismen, die
zich op onzen eigen bodem ontwikkelen, veel gevaarlijker, omdat
deze aan ons klimaat en onze toestanden geacclimatiseerd zijn.
De hier inheemsche mosselvormige schildlnis doet hier te lande
veel meer schade dan de San José schildlnis hier n a a r aile waar-
schijnlijkheid ooit zal aanrichten.
Daarom in de eerste plaats aile middelen aangewend, om onze
boomen te beschermen tegen de inheemsche vijanden!
Een belangrijk middel om verschillende vijanden van onze ooft-
boomen en struiken verwijderd te h o u d en , is: aanwezige wonden
zoo spoedig mogelijk en zoo goed mogelijk te sluiten. Zeer oude
boomen, die reeds geheel bol zijn, kunnen zelfs nog in dien