
h u
^ v-".
î i i
dringen der kiemdraden van deze in de voedsterplant vocht noodig
is , zoo ligt het voor de hand dat vochtige strek en , een vochtig
k lim a a t, een dichte stand der gewassen het voortwoekeren van de
roestziekten in de hand werken. —
Wij behandelen hier alleen die geslachten van roestzwammen,
waartoe soorten behooren, welke onze ooftboomen kunnen aantasten.
Het geslacht Puccinia Pers.
Dit geslacht van roestzwammen is gekenmerkt door tweecellige,
gesteelde teleutosporen (fig. 90). Bij de kieming ontwikkelt zich uit
het boveneinde van ieder der bruinwandige cellen, waaruit zoodanige
teleutospore bestaa t, een conidiëndrager, die conidiën afsnoert.
Puccinia Cerasi Cast, vormt op den onderkant van de k e r s e n -
b la d e r en kleine, soms dicht opeengehoopte, maar toch altijd
geïsoleerde, ronde, geelbruine puntjes. De bladeren, die door deze
roestzwam zijn a an g eta st, blijven desniettegenstaande vrij langen
tijd groen. Van veel beteekenis is deze roestzwam niet.
Puccinia Cerasi vormt gewoonlijk slechts teleutosporen, die aan
hare oppervlakte glad zijn, in ’t midden een weinig ingesnoerd,
en hchtgeel van kleur. Soms worden de teleutosporen voorafgegaan
door uredosporen. Een Aeeidium (bl. 152) is niet bekend.
Middel: Verzamelen en verbranden van de afgevallen bladeren. —
Puceinia Pruni Pers. is oorzaak van de r o e s t d e r b l a d e r e n
v a n p r u im e n , a b r i k o z e n en a m a n d e l e n , en komt ook op
sleedoren voor. De zwam vormt aan den onderkant der bladeren
donkerbruine, stoffige hoopjes, bestaande uit kort gesteelde teleutosporen,
die in ’t midden sterk zijn ingesnoerd, en welker wand
aan de buitenoppervlakte van stekels voorzien is. Ieder van de
cellen, waaruit eene teleutospore bestaa t, is bolvormig. — Soms,
maar niet altijd, worden deze teleutosporenhoopjes voorafgegaan
door kleine, lichtbruine hoopjes van uredosporen, welke laatsten
langwerpig van vorm zijn. De aangetaste bladeren sterven te vroeg.
Middel: Verzamelen en verbranden van de afgevallen bladeren.
Puccinia Pibis D. C. (fig. 93) is een der vele vormen van krui s -
en ä a l b e s s e n r o e s t . Op de bovenoppervlakte der bladeren van
Fig. 9-3. Bessenroest {Puccinia Bibis P.O.) op roode aalbes. Hoopjes
teleutosporen- op de bladeren en de vruchten.
k ru is -, aal- en zwarte bessen vertoonen zich donkerbruine, ronde
hoopjes van teleutosporen, omgeven door een’ geel- of roodachtigen