
A-
:
•6 .V • :..
A ■ 7 '
5 6
Ai:
« i
5' i ;■
4 ! ¡ ?I ■ ■
i5
deeltjes verstopt raakt. — Doelmatig zijn die mondstukken, bij
welke men door o n d e r ’t bespuiten eenvoudig den toestel te d ra a ie n ,
al naar men w il, of de p iram id en , leidboomen, bessestruiken en de
onderste deelen van half- en hoogstammen met fijne straaltjeS kan
bespuiten, of een’ k rach tig er, maar minder fijn verdeelden straal
in ’t leven kan roepen om in de toppen der hoogstammen te komen.
Het komt mij voor dat eene nauwkeuriger behandeling van de
verschillende soorten van pulvérisateurs en van de onderscbeiden
constructie der mondstukken hier niet op hare plaats zou zijn.
Ik verwijs hier n a a r het rapport over een’ in 1905 te Wageningen
vanwege de Nederl. Pomologische Vereeniging gehouden wedstrijd
van pulvérisateurs. (Zie ,,Tijdschrift over Plantenziekten” , deel XI).
Daar vindt men meegedeeld, welke pulvérisateurs het best hebben
voldaan. —
Bespuitingen passe men nooit toe bij veel wind; men verbruikt
dan veel te veel vloeistof nutteloos. Evenmin bij regen of wanneer
eene regenbui met tamelijk veel zekerheid te gemoet kan worden
gezien; want dan zou alles spoedig weer van de bladeren, enz.
afregenen. Ten slotte spuite men niet bij al te feilen zonneschijn,
daar de op de bladeren liggende vloeistofdruppels alsdan als eene
lens werken en de zonnestralen zoodanig concentreeren dat deze
een brandvlek op het blad veroorzaken.
Vaste stoffen (zooals insektenpoeder, zwavel, kopervitriool-
speksteen of ,,sulfosteatite” , koperzwavelsodapoeder, koperzwavel-
kalkpoeder, enz.) worden op verschillende manier op de boomen
en struiken gebracht.
Altijd moet het streven erop gericht zijn, het poeder zoo fijn
mogelijk te verdeelen en het overal te v e rb re id en , waar het
noodig is.
Voor leidboomen, druiven en bessestruiken kan men gebruik
maken van een poederkwast. Dit is een kwast mpt hollen ste e l,
welke uit dikke wollen draden b e sta a t, die vastgehecht zijn in den
zeefvormig doorboorden bodem van een’ blikken koker. Tusschen
ieder p aa r woldraden bevindt zich een gaatje. Men doet den hollen
steel van de bier beschreven poederkwast vol. Wanneer men nu
Fig. 36. Poederkwast op
een’ langen steel.
den toestel s c h u d t,
wordt het poeder zeer
gelijkmatig over de
plantendeelen v erbreid.
Zoo’n poederkwast
is zeer doelmatig voor
het zwa velen van
wijnstokken, en in
5T Tx , 1 X ’t algemeen in alle Fig. 37. Toestel om poeder- ®
v o rm ig e zwavel uit te strooien. gevallen, a lsm en in e t
de hand overal kan
komen waar men wezen moet. Heeft men met hooge boomen
te do en , dan
kan men de
poederkwast
aan een’ langen
stok bevestig
en , zooals in
fig. 36 en 37
is voorgesteld.
Verder geb
ru ik t men
voor het bepoe-
deren van
planten verschillende
toestellen, die
uit een hand-
blaasbalg bestaan,
waarvan
de luchtstroom
uit een reser-
Fig. 38. Toestel voor het verstuiven van zwavel
„Universal” (van Carl Platz).
voir het poeder opneemt en wegstuift. Dat resevoir kan of vóór