
omzettingen in de vruchten p la ats, die dezen den smaak en het
Fig. 41.
Doorgegroeiile peer.
aroma
geven.
Bij langzaam
rijpen
nu
blijven
deze stoffen
voor
een goed
deel in
d e v ru ch ten;
rijpen
deze
snel, dan
worden
zij door het ademhalingsproces te snel
v e rb ru ik t, en blijft er van de smaak-
en aromagevende stoffen weinig over.
Bij meelige vruchten wordt ook de
zelfstandigheid, die de cellen van
’t vruchtvleesch met elkander verbindt,
opgelost; zoodat deze cellen los komen
te liggen. Daaraan is het meelachtige
voorkomen te wijten.
Soorten van p e ren , die in een koel
klimaat goed gedijen, worden in een
warmer klimaat vaak meelig. Men oogste
dan de vruchten eenige dagen vóór zij
geheel rijp zijn; anders worden zij
imeelig, ’t zij reeds aan den boom of
la te r, op de bewaarplaatsen. Hoofdzaak
i s , dat men soorten te e lt, die
voor ’t klimaat passen.
fl
4
Doorgroeiende peren.
Sommige jaren komt dit verschijnsel aan bepaalde boomen voor,
of wel slechts aan bepaalde takken van eenen boom. De top van
de as der bloem, waaruit de
peer o n tstaat, en die zieh in
gewone ornstandigheden niet
v e rlen g t, groeit[dan in de len g te ,
en vormt öf een’ bebladeren tak
boven op de peer (fig. 41), öf
Fig. 42. Vorming van eene tweede
peer op den top der eerstgevormde
(naar eene photographie).
Fig. 43. Vorming van eene tweede
peer op den top der eerstgevormde
(naar eene photographie).
eene nieuwe p e e r, die boven op de eerste gezeten is. (Vgl.
fig. 42, 43). Van praktische beteekenis is overigens het hier
bedoelde curieuse verschijnsel niet.