
[if '
K
‘il:
-A
^6 A'
'
:7 J
' - ;
;■ 'i:
^ A
4 :i:
If , 7i :4
I ,'i
I!
7i:
• 4:
6.
De bessen krijgen bruinachtige of aschgrijze, scherp
omgrensde, meer of min ingezonken vlekken, eU sterven
later af: Anthracose, veroorzaakt door Gloeosporium
ampelophagum (fig. 16; zie ook I I , 86).
De druiven krijgen bruine vlekken, die zich langzamerhand
over de geheele bes u its tre k k e n , welke ten slotte ver-
schrompelt en h a rd wordt: Black rot , veroorzaakt door
Laestadia Bidwelli — Phoma uvicola (fig. 17, zie ook
I I , 94).
De jonge bessen worden aang ev reten ’door rupjes {,,Sauer-
Würmer"). Zie I I I , bl. 136.
i!!. MAATREGELEN, TE NEMEN OM ZIEKTEN EN BESCHADIGINGEN ONZER
OOFTBOOMEN ZOOVEEL MOGELIJK TEGEN TE GAAN.
Men kan deze maatregelen in twee groepen indeelen: voor-
hehoedmiddelen en bestrijdingsmiddelen. Het behoeft wel geen
betoog, dat het beter is — zoo mogelijk — eene kwaal te voor-
komen, dan h a a r optreden niet te verhinderen en h a a r pas la te r ,
als zij zich vertoont, te bestrijden. Wij behandelen daarom eerst
a. DE VOORBEHOEDMIDDELEN.
Deze komen deels hierop n e e r, dat men ooftboomen teelt, die
zoo min mogelijk vatbaar voor zekere ziekten en beschadigingen
zijn, — deels h ie ro p , dat men de invloeden, welke ziekte of
beschadiging in ’t leven zouden kunnen roepen, zooveel mogelijk
belet, op de boomen in te werken.
1. W a a r v a n d e v e r s c h i l l e n d e m a te v a n v a t b a a r h e i d d e r
o o f tb o om e n v o o r z i e k te e n b e s c h a d i g i n g a f h a n g t .
De vatbaarheid voor bepaalde ziekten of beschadigingen is bij
de verschillende ooftboomen van dezelfde soort niet gelijk.
Krachtige, flink groeiende boomen overwinnen schadelijke in vloeden
gemakkelijker dan ziekelijke, zwakke boomen; zij vormen
gemakkelijker nieuwe deelen in plaats van die, welke verloren zijn
gegaan; en wonden, die hun zijn toegebracht, heelen bij hen veel
sneller. Sommige schadelijke insekten en parasitische zwammen
tasten verder bij voorkeur boomen a a n , die langzaam groeien.
Ook om deze redenen moet men, om de ooftboomen zoo
6*
mm
] •