
95
r i
i
'? 'F .
r it'• :•'
"I
;¡ -F ■
Het geslacht Phoma Fr.
is zeer nauw aan het vorige verwant. Het vormt eveneens onder
de opperhuid van plantendeelen, of wel onder de cu ticu la , bolronde
of eenigszins afgeplatte pykniden met eene opening aan den
to p , waaruit de conidiën te voorschijn komen; deze zijn bij dit
geslacht van zwammen altijd door eene kleverige stof vereenigd,
en treden als eene wormvormige massa n a a r buiten. De pykniden
zijn b ru in , vliezig of leerachtig van wand. De conidiën zijn kleurloos,
ééncellig, bolvormig, ovaal of cylindriek.
De Phoma’s veroorzaken gewoonlijk geene vlekken op de b la d e ren ,
maar — voorzoover zij een parasitisch leven leiden — doen zij
grootere gedeelten van een of ander plantenorgaan (blad, twijg,
wortel, vrucht) ste rv en , en al n a a r de meer of minder vochtige
omgeving, in rotting overgaan of uitdrogen.
Ik vermeld:
Phoma uvicola B. et C., de oorzaak van eene ziekte der druiven,
die in Amerika „Plack ro t" heet, en ook in F ran k rijk en Italië,
bij ons te lande n ie t, wordt aangetroffen. De druiven krijgen
bruine vlekken, die zich langzamerhand over de geheele bes uit-
s trek k e n , welke ten slotte verschrompelt en h a rd wordt. Ook op de
bladeren veroorzaakt Phoma uvicola spoedig afstervende, verdorrende
vlekken; en het jonge hout wordt er eveneens door
a an g e ta st, nooit het rijpe hout.
Nog minstens een dozijn andere Phoma-^oorien werden op den
wijnstok in verschillende-deelen der wereld aangetroffen, ’t zij op
de twijgen, op de bladeren of op de bessen.
Phoma Ju g la n d is Saee. vormt op de groene vruchtschil van
de walnoot donkere, uitdrogende plekken.
Phoma p om o rum Thüm. doet op rijpe appelen ro n d e , droge,
witte vlekken ontstaan.
Phoma Armeniacae Thüm. veroorzaakt, op de bijkans rijpe
abrikozenvruchten ro n d e, witte of vuilgrijze vlekken.
Van veel beteekenis schijnt geen dezer Phoma’s voor onze ooftteelt te
zijn. Zoo noodig, verwijdere en verbrande men de aangetaste o rganen.
Het geslacht Asteroma D. C.
vormt in het plantendeel, dat er door is a an g eta st, een mycelium,
dat vlak onder de cuticula zwarte of bruine vlekken doet o n ts ta a n ,
van welke straalsgewijs n a a r aile richtingen vertakkingen uitgaan!
Op die donkere vlekken vormen zich kle ine, bolvormige p y k n id en ,
die uit het aangetaste plantendeel uitpuilen. De sporen zijn eencellig,
kleurloos, eivormig of kort cylindrisch van vorm.
Ik vermeld de volgende soorten, die geen van allen hier te
lande ernstige ziekten doen ontstaan.
Asteroma geographicum D e sm ., vormende op den bovenkant
der bladeren van appel, peer en lijsterbes zwartachtige vlekken,
die uit door elkaar heen loopende zwarte strepen (als op eene
landkaart) bestaan.
Asteroma Mespili Pob. et Desm., oorzaak van ronde, aan
den ran d stervormig uitloopende, bruine vlekken op beide kanten
van het blad van den mispel.
Asteroma P u b i Fuckel vormt olijfbruine, fijndraderige vlekken
op de twijgen van de framboos.
Het geslacht Vermicularia Fr.
bestaat voor een groot gedeelte uit saprophytisch levende zwammen,
waarvan men, evenals van de vorige geslachten, geen andere
voortplantingslîchamen dan pykniden k en t, die zwart van kleur
zijn, bol- of kegelvormig en met lange, stijve, donkerbruine
borstels bekleed. De sporen zijn kleurloos, ééncellig, cylindrisch
of spoelvormig.
Ik vermeld hier alleen de volgénde parasitisch levende soorten:
Vermicularia Grossulariae Fuck., voorkomende op halfrijpe
k ru isb essen , waarop deze zwam bruine vlekken doet o n tsta an ,
die aanvankelijk klein zijn, maar snel zich vergrooten, en waardoor
de vruchten zeer vroegtijdig afvallen. Op de vlekken vertoonen zieh
de talrijke kleine, donker olijfbruine pykniden als ronde wratjes.
Vermicularia triehella Fr. doet b ru in e , vrij groote vlekken
ontstaan op de bladeren van appel- en pereboom.
h.: f '