
.1
A ■
iF.i ■y<;(
p la n t, zou men het insekt kunnen impo rte eren , d aa r er eitjes aan
de knoppen kunnen zitten. —
Thans weer overgaande tot de eigenlijke lokmiddelen voor
schadelijke in se k ten , noem ik de zoogenoemde vanglantarens. Het
is bekend, d a td e n a c h t-
vlinders en vele andere
insekten lijnrecht op het
licht aanvliegen. Men
zou dus in tijden, waarin
in de boomgaarden vele
nachtvlinders vliegen,
uit welker eieren schadelijke
rupsen o n ts ta a n ,
eenvoudig hier en daar
vuren kunnen b ra n d e n ,
waarop de bedoelde
vlinders komen a an vliegen
, om aldus in de
vlammen om te komen.
Maar d aa r zulke vuren
gevaarlijk kunnen worden
, heeft men ze door
lantarens v e rv an g en ,
die in ’t algemeen zóó
zijn inge richt, dat zij
in verschillende richtingen
veel licht ver-
Fig. 28. Vanglantaren of „uilenval” volgens Scherler. S p r e id e n , t e r w i j l i n d e
nabijheid van de lichtbron
eene kleverige massa is a a n g e b ra c h t, waarin de insekten
vastraken. Ik wil echter doen opmerken, dat deze wijze van
insektenvangen nog weinig wordt toegepast, en dat men nog niet
kan beoordeelen, in hoever zij goede resultaten geeft. E r zijn zeker
eenige bezwaren tegen. Vooreerst toch vangt men op verre na
niet uitsluitend de schadelijke insekten, waarom het begonnen is ,
maar ook vele in se k ten , die onschadelijk zijn;
ten tweede vangt men van sommige soorten stellig
niet de meer trage wijfjes, die meestal tegen
de boomstammen bijven zitten (plakker, en z .),
maar hoofdzakelijk de meer beweeglijke mannetjes;
eindelijk vangt men, daar de insekten
over groote afstanden komen aanvliegen,
voor een groot gedeelte ook v lin d e rs , die
niet op eigen, maar op eens anders terrein
eieren zouden hebben gelegd. In bij gaande
figuur 28 is een vanglantaren afgebeeld,
waarvan de bouw uit de afbeelding zelve
duidelijk genoeg zal zijn. In figuur 29 vindt
men een andere soort afgebeeld, die eenvon-
diger en veel minder kostbaar is. Ook van
dezen lantaren is de constructie uit de figuur
zelve duidelijk; ik wil er slechts nog bij voegen,
Fig. 29. Vaoglantaren
volgens Carl Platz.
dat de buitenste glazen van den toestel met eene kleefstof worden
bestreken.
3. HET DOODEN VAN DE SCHADELIJKE ORGANISMEN OP
DE PLAATS, WAAR ZIJ ZICH OPHOUDEN.
Hier is zoowel sprake van het dooden van parasitische zwammen
als van dooden van schadelijke insekten; zoowel van het dooden
van schadelijke Organismen, die op de bovenaardsche deelen der
boomen leven als van d ie , welke zich in den grond verscholen
houden. Men kan daarbij gebruik maken van sto ffen , die de
schadelijke Organismen rechtstreeks dooden, en ook van andere
Organismen, die de schadelijke Organismen eerst ziek maken en
v e rv o lg en s doen sterven. Ook kunnen hier worden vermeld de
rupsenfakkels (fig. 30), die men op e en ’ langen stok b e v e s tig t,
en waarmee men de gedurende den winter in de boomen zittende
rupsennesten kan ve rb ran d en , wat in vele gevallen nog praktischer
|i y i