b Ander aardewerk (A1: b en c) vergl. PI. 154; 37, 76, 80, 81,
87—89, Tekstfig. 9: 25 en vondstbeschrijving p. 422.
1 Zonder ooren, met versiering:
« Fijnere en grovere bekervormen met S-vormig profiel
Sonder duidelijk afgezetten hals, vergl. PI. 154; 81, 88 en
vondstbeschrijving p. 433.
ß Grootere potbekers met scherp afgezetten cylindrischen
hals (A1: b1 2), vergl. PI. 154: 87, 89 en vondstbeschrijving
p. 433.
y Verbasterde, dikwandige, zacht gebakken, potbekerachtige
vormen met nagel- en vingertopindruksels (A1: b2 en c),
vergl. PI. 154: 37, 72, 76, 80 en vondstbeschrijving p. 434.
2 Met ooren en hoogstens enkele omloopende groeflijnen (A2:
d), vergl. vondstbeschrijving p, 434.
Aan de hand van bovenstaande groepeering het Havel t er ma-
t e r i a a 1 schiftend, heb ik de circa 340 daarin herkenbare specimina,
onder verwijzing naar de betreffende afbeeldingen1), welke speciaal de
voor Havelte typische ceramiek weergeven, over de onderscheiden
groepen als volgt meenen te kunnen verdeelen.
a Echt hunebeddenaardewerk:
1 Trechterhalsbekers......................................, , . ^ ^ ■ - 3 0 stuks
2 Kraaghalsfleschjes (PI. 154: 4 en 12) .......... „12
4 Terrinevormen (Tekstfig. 6: 11 — 12) ........... „18
4 Mand-, kuip- of emmervormen (Tekstfig. 5: 1) .. „ 6 ,,
5 Schoteis, kommen en nappen (134 stuks)
« versierd:
x 1 met steekornamenten (Tekstfig. 5: 3, 5, 9;
Tekstfig. 6: 12, 20, 26; Tekstfig. 7: 5, 9) „ 61 „
a 2 met (pseudo-)kerfornamenten (Tekstfig. 5:
2, 4; Tekstfig. 7: 2—4, 10, 19) .................. „7 0 „
ß onversierd:
ß 1 zonder omgeknikten rand (Tekstfig. 7: 7, 8,
11, ............ 12, 14) ............................................... .......... » 3 ft
') Vergl. Tekstfig. 5—7.
) N.B. Hieronder slechts een scherp geprofiieerde schotel.
Resumé.
6 Tuitnapjes of lampjes ...............................................± 2 stuks
7 Amphoren (PI. 154: 14; Tekstfig. 5: 6, 8,10,13 — 17;
Tekstfig. 6: 15, 17, 21-24) .................................... „ 7 4 „
8 Randschalen (Tekstfig. 7: 1, 6, 13, 15)..................... „6 5 „
9 Bijzondere vormen (PI. 154: 29, 86) ...................... „ 2 ,,
b Ander aardewerk:
1 Zonder ooren (PI. 154: 80) ................................. „ g l „
Totaal.................... : 344 stuks.
Onder verwijzing naar de betreffende plaat (PL 154) en vondstbeschrijving
p. 419—422, kunnen wij aan bovenstaand globaal overzicht
nog toevoegen de vermelding van enkele bijzondere voorwerpen,
Zooais een groote bolvormige pot 1j , en een klein, zeer merkwaardig,
aan een nek-rust eener-, een z.g.n. „maan-idool” anderzijds her-
innerend voorwerp2). Voorts hebben wij in het hunebed nog
aangetroffen:
B Steenen voorwerpen, (zie vondstbeschrijving p. 435—441), waartoe:
1° 3 vuursteenen bijlen van smaltoppig, doch min of meer
verbasterd en gemengd Noord- en West-, zij het 00k domineerend
West-Europeesch type3), 2° meerdere vuursteensplinters, 3° een
enkele fraaie trapezoidale pijlpunt en 4° een knotssteen 4).
C Sieradien (zie vondstbeschrijving p. 442—444), waartoe:
3 koralen van git of gagaat5) en 1 van barnsteen6).
Hiermede möge een voldoend overzicht van de Havelter vondsten
gegeven zijn.
Uit bovenstaande volgt dus al direct, dat 00k in D 53, evenals
te Drouwen, en zelfs in nog sterkere mate dan daar, het aardewerk
geheel op den voorgrond treedt. Evenals bij Drouwen en Emmen
zien wij 00k hier met een oogopslag, dat het naar vorm zoowel als
versiering de typische kenmerken van de Nd.W. Europeesche
B Pl. 154 86.
2) PL 154 29.
3) PL 154 27, 28 en 35,
4) Pl. 154 69.
5) Pl. 154 15, 19 en 20.
6) Pl. 154 18.