volgens Sieet 1), ook voor de bekerceramiek het geval is.
Intusschen is m.i. de logische consequentie van bovenstaande
voorstelling, dat hetzelfde decor, onafhankelijk op zeer verschillende
plaatsen en tijden kan ontstaan. Dit blijkt, voorzoover het de meest
primitieve onmiddellijke sierkunst betreft, dan ook inderdaadhet
geval te zijn en het zou gemakkelijk wezen dit met nog meerdere dan
de reeds gegeven voorbeelden te staven. Met de meer indirecte
sierkunst, vooral wanneer zij ingewikkelder is, Staat het anders en
het komt daarbij niet zoozeer aan op de elementen dier sierkunst,
als wel op de wijze van de verwerking daarvan tot bepaalde patro-
nen. Deze zal, al naar het milieu, de plaats, den tijd, en de ont-
wikkeling van de(n) ma(a)k(st)er, zeer verschillend moeten wezen
en zal zoodoende, bij gelijkheid over en weer, nauwelijks onai-
hankelijk van elkaar ontstaan kunnen zijn.
Welnu, dergelijke, meer gecompliceerde sierpatronen ontmoeten
wij in het bijzonder op het echte hunebeddenaardewerk en zoo
geven deze, bij gelijkheid of verschil, een grooteren waarborg voor
de dienovereenkomstig onderstelde cultuur- en in verdere instantie
ook stambetrekkingen. Toch zullen de laatste, wanneer zij niet op
andere wijze steun ontvangen, steeds extrapolaties blijven.
Wij willen thans de afgebeelde voorwerpen, overeenkomstig de
boven bij de afzonderlijke hunebedbeschrijving gegeven indeeling
en volgorde, groepsgewijze beschrijven. In verband daarmede heb
ik gemeend te moeten invoeren eene nieuwe, doorloopende nnmme-
ring, welke echter niet dezelfde is als die op de platen. De laatste
loopt nl., behoudens enkele uitzonderingen, door van links naar
rechts. Gemakshalve heb ik daarom in onderstaande noot2), waarin
kaansch, terwijl daar juist, naast de hoog onlwikkelde vlechtindustrieen
meestal in het geheel niet zulke vaatwerkvoortbrengselen voor kennen, zooals
toch, op gronti der betreffende vergelijkingen, verwachtmochtworden. Men
beschouwe daartoe bijv. het aardewerk uit de Japansche (727) en enkele Afri-
kaansche (644) hunebedden.
>) 563: p. 204 e.V.
2) Pl. 153:
1=83; 2f=81; 3=78; 4=66; 5=63; 6=71; 7ltj74; 8=82; 9=84;10=69i
11=77; 12=75; 13=73; 14=67; 15i=70; 16=?76; 17=72; 18=79; 19=65;
20=63; 21=64; 22=80; 23 =68; 24=102; 25=115; 26^92; 27 =87; 28 =94;
de voorop gestelde, vet gedrukte cijfers de rangnummers van de op
de platen afgebeelde vondsten, de andere die van de betreffende
beschrifvingen voorstellen, het verband tusschen beide nummeringen
aangegeven.
De ontstaanswijze van het werk en andere omstandigheden hebben
er toe geleid, dat het mij niet wel mogelijk is eene andere en in dezen
wellicht meer bevredigende oplossing toe te passen.
Bij de beschrijving hebben wij, als gezegd, het aardewerk voor-
opgesteld; daarbij hebben we vervolgens de steenen voorwerpen
aangesloten, om dan te besluiten met enkele sieradien van git en
barnsteen. De verschillende groepen werden telkens ingeleid met
eene körte karakteristiek. Daaraan werd dan eene meer algemeene
bespreking, speciaal van de verspreiding vastgeknoopt.
29=93; 30=89; 31=96; 32=98; 33=*Ü1; 34 =90; 35=88; 36=95; 37=85
3 * 8 6 ; 39 =97; 40=g04; 41=22; 42=23; 43H16; 44=H4; 45=6; 46=3
47=12; 48=58; 49 57; 50=60a; 51=60; 52 =40; 53=18; 54=19; 55=26
56 = 14; 57 = 112; 5 8 * 1 3 ; 59=414; 60=^3; 61=52; 62 = 17; 63=7; 64=15
65=11; 66=9; 67 =59; 68=62; 6 9 « ; 7 H 6 ; 71=17; 72=10; 73=8
74=5; 75=38; 76 =37; 77=25; 7 aM 7 9 = 4 ; 80=1; 81=20; 82 =Hl; 83=53
84 =55; 85=61; 86=54; 87 =39.
PL 154:
l l l i 2=125; 3(a)=99; 4=34; 5=29;^B@; 7 = 3 3 ;^ B ? ; 9=31; 10=32
11=28; 12=35; 13=126; 1 4 * 0 1 ; 15Bl65; 16=168; 17=100; lH=169
19 = 167; 20=166; 2 |# 5 0 ; 22 = 107; 23 = 131; 24=132; 25=if5; 26 =
27 = 134; 28 = 134a; 29 = 116; 30=129; 31 = 130; 32=128; 33 = 137; 34 = 127
3 ^p .||3 ; 36 = 109; 37=121; 38 = 139; 39=140; 40=141; 41=142; 42 = 143
43=144; 44=145; 45=164; 46=146; 47 = 147; 48=148; 49=149; 50=150
51=151; 52=152; 53 161; 54=153, 55=156, 5®d*S7, 57=165; 58=162
59=154; 60=158; 61=163; 62ffl59; 63=160; 64=155; 6® 4 5 ; 66 -51
67=42; 68=»108; 69gl38; 70=136; 71=106; 72=123; 73=110; 74=111
75=105; 76=122; 77 =46; W^4 S ; 79 =44; 80=124; 81=Hl8; 82i=47
83 =43; 84=49; 85=41; 86=103; 87=119; 88=117; 8i=120.