Deze beschrijving is duidelijk. Voorzoover vergelijkbaar komt
zij met de onze: Dl. I, D 13 overeen. Alleen wordt er van een steenen
trap gesproken, die thans ontbreekt. Op de door van L ier gegeven
afbeelding (Tekstfig 1 x)) komt deze echter duidelijk uit. Zij be-
staat uit 4 treden. Daarvan is de bovenste door een veldkei, de drie
lagere Zi]n door telkens twee, in verhouding tamelijk groote,dito steenen
gevormd. De onderste trede eindigt direct voor den drempel, die
hier uit meerdere steenen schijnt te bestaan. Deze zou dus als vijfde
trede beschouwd kunnen worden, omdat zij, zooals later bij andere
steengraven nog blijken sal, steeds hooger dan de keldervloer ligt.
Zoo is het ook wel verklaarbaar, dat er al direct na de ontdekking nu
eens weer van 4 dan weer van 5 treden gesproken wordt2)* Volgens de
teekening waren de zijkanten van de trap eveneens met veldsteenen
opgezet. Later is deze toestand geheel gewijzigd (Tekstfig. 2 ).3)
Wat overigens den kelderbouw betreft, zoo wordt de nadruk
„Wordende de scholtessen gerecommandeert en gelast, teges de voor-
„schreven mesuses te vigileren en ook de ingesetenen deser landschap geor-
„donneert, de contraventeurs op de goorspraken aan te brengen, by de poenen
,,en breuken op het verswygen gestatueert.
„En sal deze onse ordre stand grypen en strictelyk worden geexecuteert,
„ter tyd daarover nader, ofte anders by de Heeren Ridderschap enEijgenerfden,
„of bij ons sal syn gedisponeert.
„Actum Assen, den 21 Juli 1734."
(was geparapheert) C . B. J. S chwartz, Vt.
Ter ordonnantie,
(get.) S. N ys ingh.
Het begeleidend schrijven luidde als volgt:
Drost en Gedeputeerde Staten der landschap Drenthe:
Erentfeste, vrome, wyze, voorzienige en discrete byzonder goede vrunden!
Wy zenden aan U.L. hiernevens een ordre tegens het onbehoorlyk wegvoeren
van veltstenen, vrindelyk begerende en amptshalven ordonnerende, dat de-
zelve voorts ter eerster gelegentheit gepubliceert worden.
Waartoe ons verlatende, bevelen U.L. in Gods heijlige protectie.
Uit Assen, den 21 Julij 1734.
(was geparapheert) C . B. J. S chwartz, Vt.
Ter ordonnantie,
(get.) S. N ys ingh .
Aan de respective Scholtessen
in het landschap.
x) Naar kopergravure van L ier 1756: 1 de molen; 2 Borger; 3 Rolde;
4 Het z.g.n. Gieter Hunebed, D 14; 5 de Eexter grafkelder, D 13; 6 de toegang
of steenen trap; 7 de dekheuvel (Vergl. 20: PI. I, 6—7).
2) 19b-c.
3) Naar foto van G iffen, 1908. Sedertdien is de toestand geheel veranderd.
In de verte, onmiddellijk rechts van het dennenboschje, ligt het z.g.n. Gieter
hunebed, D 14.