staan oppervlak gevormd is, in het onzekere blijven, zoo schijnt
de eerste opvatting, voorzoover aangaat de randpartij en wel tot
aan het midden (profiel G), alleszins waarschijnlijk. In iedergeval,
doet de stüdie van het westelijke gedeelte wel duidelijk zien,
dat de heuvel, zooals wij dien aantroffen, minstens tot aan de ge-
noemde zware oerzandbank in een zeer kort tijdsbestek moetzijn
opgetast en voorts, dat hij in den loop der tijden naar de noord-
westzijde Sterke veranderingen heeft ondergaan.
Om nu verder niet al te veel in details af te dalen meen ik, na het
voorafgaande en onder verwijzing naar de betreffende fotographische
reproducties en teekeningen, te kunnen volstaan met de yolgende
hoofdbijzonderheden nader op den voorgrond te brengen en achter-
eenvolgens te bespreken. Dus doende wil ik nl. probeeren een zoo
juist mogelijk perspectivisch beeid van het geheele gedenkteeken
te ontwerpen.
C D e r e s t e e r e n d e Ndl . en Oost l . he uve 1 d e e len.
Het voortgezette onderzoek bevestigde nu in de eerste plaats, con-
form hetgeen ter bepaling van de gedachte vooropgesteld is, de
boven in het zuidelijke en speciaal westelijke heuvelgedeelte gevonden
configuratie. Alleen op die punten, waarin de verdere heuvelstruc-
tuur van de reeds boven gevonden en in het licht gestelde afwijkt,
of waarop zij deze aanvult, wil ik thans nog in het bijzonder de
aandacht. vestigen.
Deze hoofdbijzonderheden betreffen: 1° het Ndl., in het bijzonder
Nd.Westl. gedeelte, 2° het Oostl. middengedeelte en eindelijk 3° den
ondergrond, die tenslotte voor den dag kwam, nadat alle aanvan-
kelijk uitgespaarde heuveldeelen waren weggenomen met uitzon-
dering van eenige kleinere stukken, om de mogelijkheid tot later
na-onderzoek te behouden.
Ad 1 °. Het Ndl., speciaal Nd. Westl. heuvelgedeelte bleek eenerzijds,
overeenkomstig de structuren van de reeds bestudeerde profielteeke-
ningen E en G, speciaal naar de Nd.W, randen toe, grootendeels
van secundairen aard; anderzijds vertoonde het aan die zijde meer
kelderwaarts eene afwijking, die blijkbaar onmiddellijk verband
houdt met het aansleepen der deksteenen. Het bleek nl. dat aan de
N.N.W. zijde, in de vakken O/Q—9/12, de vorengemelde steenvrije
strook tusschen de buiten- en binnensteenmassa niet aanwezig was.
Integendeel, er vertoonde zieh daar eene zwartgrauwe, keiharde uit
steenen, granietgruis en oerzand bestaande massa, die zieh ook nog
buitenwaarts voortzette1), Deze verbond, blijkens de horizontaal-
coupes1), het hoogste gedeelte van het onderste primaire heuvelgedeelte
als een breede zoom met den bovenrand van Sl1, blijkens
de verticale doorsnede echter eveneens met de sfandkuilvulling
daarvan. Ook was het mantelvormige plaveisel hier plaatselijk met
steenen verhoogd en breidden deze zieh meer kelderwaarts tot Sl1
u it2). Voor het overige teekende zieh boven in die verharde zoom,
in het horizontale vlak, nog een afzonderlijke ovale piek af van
geelachtig zand, gelijk aan dat, waaruit de heuvel is opgebouwd.
Dat zand vormde de vulling van eene gerekt-schotelvormige ver-
dieping s). Zoo scheen het wel, of hier een groote steen had gelegen,
die plaatselijk dieper in het verharde heuvelgedeelte was ingezonken.
Daarop lag kelderwaarts nog een laagje in recenten tijd vergraven
grond 4).
Een en ander bewijst m.i. intusschen voldoende, dat wij hier
den w e g voor ons hebben, w a a r o v e r de d e k s t e e n e n ,
of althans één daarvan, zi jn a a n g e v o e r d . Naar buiten toe
is die eigenaardige harde steenige massa, zoowel beneden als in en
boven de oerzandbank van de primaire verhooging, nog circa 3%
meter te vervolgen, Dan echter vinden we ter hoogte van het oude
oppervlak, voorzoover recente ingravingen het beeid niet gestoord
hebben, plaatselijk nog meerdere steenen5). Granietgruis treffen
wij echter merkwaardigerwijs' nog alleen aan in den heuvelvoet, en
dan slechts erg verstrooid, boven de oude oerzandlagen en onder
het door ons gevonden heuveloppervlak6).
Ondanks den boven beschreven vrij ingewikkelden toestand, mag
É Vergl. PI. 128: A en B.
Vergl. PI. 124; 125.
3) Vergl. PI. 128, A: vakken O/P—10/11.
4) Vergl. Pl. 130: profiel C (N.B. in het door combinatie verkregen profiel-
gedeelte A, vakken 11 —9, verkeerdelijk niet geharceerd),
ä) Vergl. Pl. 129: vakken J /L -3 /5 .
6) Vergl. Pl. 130: profielen L, M en N.