men en nappen: « Versierd (a1 met steek-
ornamenten, <x2met pseudokerf-ornamenten);
ß Onversierd [ß1 napvormen zonder voet,
standring en handvatten (ßx' zonder omge-
knikten rand, p1" met omgeknikten rand),
ß% napvormen op hoogen voet met handvatten]
— 7 Tuitnapjes of lampjes — 8 Meer
of minder hooge, bolle en slanke, twee- of
vieroorige potten (amphoren) ' 9 Wijdbuikige,
bolle schaal- of komvormen met
afzonderlijke halspartij (randschalen) 10
Bijzondere typen, overgangs- en bastaard-
vormen.
b Ander aardewerk 154
1 Zonder ooren, met versiering (« Fijnereen
grovere bekervormen met S-vorraig profiel
zonder duidelijk afgezetten hals; ß Grootere
potbekers met scherp afgezetten cylindrischen
hals; y Verbasterde, dikwandige, zacht ge-
bakken, potbekerachtige vormen met nagel-
en vingertopindruksels) — 2 Met ooren en
hoogstens enkele omloopende groeflijnen.
II Havelter materiaal 154
(Onderverdeeling als boven sub „ I Algemeen”)
B S t e e n e n v o o r w e r p e n 155
C S i e r a d i è n 155
R e s umé 155
Het hunebed Ndl. van Emmen (Zd.O. 3-tal), A. E.
van G if f en , 1918 165
I n l e i d i n g 165
Historische en topografische bijzonderheden 165
De toestand vóór het onderzoek en de voor-
bereidende werkzaamheden 167
H e t o n d e r z o e k 170
De kelder en zijn inhoud (de vulling) 170
De heuvel en zijne structuur, de poort en de
ondergrond 174
A Het heuvelgedeelte Zdl. van Sl1. 178
B Het Westl. heuvelgedeelte 182
C De resteerende Ndl. en Oostl. heuveldeelen
186
D, XXX
D, XX I-XXII
D, XXXVa
D, XHIa
Pag.
1° Het Ndl., spec. Nd.W. gedeelte 186
2° Het Oostl. middengedeelte 189
3° De ondergrond 193
Resumé der gevonden structuurverschijnselen 195
Voorstelling van de wijze, waarop het steengraf
gebouwd is 197
D e v o n d s t e n 200
(Onderverdeeling als sub D 53 bij Havelte).
R e s u m é 206
Het hunebed Ndl. van Exloo, A. E. van G if fen ,
1918 207
I n 1 e i d i n g 207
Historische en topografische bijzonderheden 207
De toestand vóór het onderzoek 210
H e t o n d e r z o e k 210
De heuvel en zijne structuur; de poort en de
ondergrond 212
De kelder en zijn inhoud 216
D e v o n d s t e n 220
(Onderverdeeling als sub D 53 bij Havelte en
D 40 bij Emmen)
R e s umé 229
Het hunebeddenpaar, Westl. van Bronneger, A. E.
van G if f en, 1918 231
I n l e i d i n g 231
Historische en topografische bijzonderheden. 231
De geografische ligging. 235
H e t o n d e r z o e k . 238
De heuvelrestanten, de ondergrond en de ingangen
238
De kelders 240
a) D XXI, Westl., 2-tal 240
b) D XXII, Oostl., 2-tal 249
D e v o n d s t e n 255
(Onderverdeeling als sub D 53 bij Havelte, D 40
bij Emmen en D 30 bij Exloo)
N a b e s c h o u w i n g e n 259
Het vermeide hunebed Zd.W. van Valthe
(Valthe I, Janssen) , A. E. van G if f en, 1920 271
Het vermeide steenkeldertje bij Eext, A. E. van
G if fen , 1923 275