iI
biz.
Kruik-; Kuip-; Lampjes;
Mand-; NappenjOnbepaalde -;
Potbekers; Puntbekers; Rand-
of Halskommen; Schotels;
Spherische Steellepels; Terrine;
Touwbekers; Tranen-
fleschjes; Trechter(hals)bekers
Tuitnapjes; Tulpenbekers;
Voetschalen."
Ceramiek, versieringen
1 I
, stijl- of andere groepen.
algemeen: 342 v.v.; zie voorts
sub:
„Cardium-; Kerfsnee-; Knoop-
draad-; Kruissteek-; Ladder-
versiering; Nagelindruksels;
Neus- en Wenkbrauw-; Oog-;
Puntsteek-; Ribben-; Ruit-en
Krans-; Schaakbord-; Touw-;
Stafbandversiering;Steekgroef-
lijntjes-; Vingertopindruksels;
Vischgraat- of sparversiering
Vlechtmotieven;Wikkeldraad-;
Zonnerad-".
zic sub:
„Band-; Brandenburgsche-; Bre-
tonsche-; Bronstijd-; Deensch-
Kimbrisch-Scandinavische-;
Dolmen-; Drouwener-; (Mid-
den-) Elbe-; Eyersheimer-;
Groot-Britsche beker-; Gross-
gartacher-; Rössener-; Havel-
land-Molkenberger-;Havelter-;
Jordansmühler-; Kj0kkenm0d-
dinger-; Klokbeker-; Klokur-
nen-; Kogelflesschen-; Lausitzer;
Meckelenburgsche hunebedden;
Midden-Europee-
sche-; Mittelhausen-Börtewit-
zer-; Molkenburger-; Mond-
see-; Nd. (West) Duitsche
hunebedden-; Noordzee-me-
galith-; Oost-Drentsche-;
Oostzee-; Paalwoning-; Peterborough;
Protosaksische-;
Relief-; Rijnpfalz-puntsteek-;
Rössener-; Steekgroef-; Üne-
ticer-; Veluwsche megalith-;
Walternienburger-; Zweed-
sche megalith-."
„ t Grondmassa d e r 3 3 9 ; 3 41; 3 48; 3 6 2 ; 3 70; 377;
3 86; 4 1 5 ; 4 22; 492.
„ , Vorm en grondmassa voor de
indeeling der ............... 341.
biz.
Ceramtque du Nord ................................... 350.
Cervinka, .................................................. 158.
Chambered Mounds ................................... 296.
Champignolles (Fr.) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 436.
Chochans (led.) .......................... 470 noot 2.
Chronologie hunebedden enz....................... 4 7 8 ; 4 82; zie ook
Cisbury (Eng.) ............................................. 436.
Cromlech......................................................... 2 6 6 ; 3 08; 464 v.
Cultuurstroomingen, Rivieren als richtsnoer
van ............................................................ 265.
Cyprus................................. .......................... 410.
,Dateering'’
D.
Dalazandsteen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145.
Dateering hunebedden enz................................. 7 7 ; 78; 458 v.; 4 7 1 ; 4 8 6 ; 488.
Daudick, Langgraf bij ...................... ................ 106; 109.
D avids, J.......................... ..................................... 51.
D echelette, J .............................. ............................ 247 noot 2 ; 2 9 2 ; 2 9 3 ; 2 9 4 ; 2 99;
4 1 0 ; 4 7 3 ; 4 7 4 ; 486.
Deensch-Kimbrische ceramiek........................ 161; 164 noot 1; 2 0 7 ; 2 6 8 ; 271
3 0 3 ; 3 4 1 ; 3 4 9 ; 3 5 3 ; 3 5 6 ; 357
3 7 6 ; 3 8 2 ; 3 8 3 ; 3 8 8 ; 3 9 0 ; 392
3 9 8 ; 4 0 0 ; 4 0 2 ; 4 1 6 ; 4 1 9 ; 423
4 8 8 ; 453.
Dek- of mantelheuvel......................................... 10; 13; 15 noot 1; 2 2 ; 2 6 ; 33
3 8 ; 3 9 ; 4 2 ; 5 2 ; 5 3 ; 5 6 ; 59
6 0 ; 6 4 ; 7 6 ; 8 2 ; 8 4 ; 96 (ovale -)
100 (als 9 6 ); 159; 174- 200
198 v. (ontstaanswijze - ) ; 213
v.; 2 2 2 (nabxjzetting i. d. —);
238 v.v.; 248 v.; 2 7 5 ; 286 - 2 9 2 ;
287 v.v. (tweeledige —); 292
v.v.; 297 (als 287) 299 v.
(als 2 87); 301 (zuiver schoon
Zand i. h. basale gedeelte v.
d .g ) ; 304 (als 3 0 1 );3 1 5 ;4 6 6 ;
4 6 7 ; 4 70; 4 71; 472 v.; 4 7 6 ;
488.
Deksteenen, Ligging der . . . . . . . . . . . . . . . 489.
„ , Weg,waarlangs-zijnaangevoerd 187; 194; 197; 489.
D e l u c ......................................................................... 313,
Denghoog (Sylt)..................................................... 301.
Desna-vallei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 499,
Diessen—Eeze? ........................................ 3 14 .
Diever ..................................................... 129 .