( I3 ) SriöSerboon met gronde Wolligs Bla*
xvui, den , eenzaams Bloemen en tweehoornize
H oofd- Zanden.
STUK,
S L De ZaadeH 5 dle. naar Torretjes gelyken, m
S c a r a ia o i-S^wrichte Haauwtjes vervat, onderfcheiden
<TÓrachti-deeze °ostindifche , die rondachtige Wollige
ge. Blaadjes, als van Salie heeft.
ifc g jk C*4) Slingerboon met gladde veelhoekige ge-
Boiwoite- tande Bladen.
%*
Deeze heeft Wortels als Kaapen, welke gekookt
in Iodie gegeten'worden; doch het is een
flegte Kost. De Chineezen konfytenze droog,
met Suiker, en dan is het een aangenaame ver •
fnapering. Z y wordt onder de Soorten van Ca~
cara geteld , en maakt een Gewas als andere
Slingerboon en. Op Amboina is hetzelve, mt
ruim een Eeuw geleeden , uit de Philippynfe
Eilanden overgebragt. Die van ’t Eiland Nevis
wordt ’er door de Engelfchen the Turnip - Tree
genoemd, zo P l d k e h e t meldt; dat is de
Raapen-Boom (*).
(13) Holte bos yolub. Fol. ovatis tomentofis &c. Phafeolus
fninirnus Bi'snagancus' &c. PtOK. Jlm. 29a. T. s i. f. 3„
Phas. Zeyl. tomentofus Salvis fóBis. Bvm. Zeyt; is s .B urm*
F l . Ind. t$ 9 .
(14) D o lic io s -vö!ub. Fol. glabtis fnuleangiilxs dentaris, Phas.
Nevifenfis, Fo!. muit,mg. tuberofa Radicc. Pluk. Alm.
2S2. T. j i . f. 4. Cacara bulbofa. RutoPH. Amb. V. p. 375.
T , U i .
(*) Hoe ligt kan een Drukfeil iets onverihanbaar maafeen.
Wat zal men uit Nervieen/ts, zo Linn.ïus het heeft, begrepen ?