IV,
Afdeel.
XX.
gekronkelde Bladen, Kornetten gétyteld. Dan
heeft men de Krop - Salade, met groene, geele
of bruin roodè Bladen, welke laatfte genoemd
wordt Spaanfche Kroppen. De gemeende, die
.geelachtige Bladen heeft, wordt onderfcheiden
in grcote of Kloofter - Kroppen , Prinfe- en
Princesfe - Kroppen , ook blanke o f Haagje
Kroppen genaamd. Deeze hebben den voorrang
in malsheid; de Groene zyn tot Zomer-Kroppen
H oofds
t u k .
Egaa ’e
Viilvijvi•
ry
zeer bekwaam en minder hard te kaau-
wen dan de Spaanfche. De Roodhaard, zynde
een geelbladige Krop met roode kanten aan de
bovenftc Bladen, is de befte tot Somer-Salade,
en zeer goed om te ftooven, geevende een dig-
t e , vast geftootene Krop (*).
De Salade is , zo raauw als geftoofd, een
zeer gezonde Toefpyze , zagtelyk laxeerende
en de Verteering bevorderende ; doch op zig
ze lf alleen, in te groote veelheid o f met teveel
Azyn gebruikt, is zy dikwils te fterk verkoe».
lende. Ook moet men, in deezen , acht gee-
ven op het Temperament, de Luchtftreek en
het Saizoen. In Galachtige Bloedryke Geitellen
is zy beter, dan in flappe koude Slymige
Lighaamen, G alenos verhaalt, dat zy in de
Jongheid hem tot verkoeling ftrekte en in de
Ouderdom een Slaapmiddel was. Daar heerfcht,
inderdaad, iets zodanigs in de Melk der Sala*
(*) Aanm. over 't aanlegen van Plant. Tulr.tr. &c. Leid.
1737. p. 354. Scc,
Iade, inzonderheid in die van den Wortel wel ry
Heu“ saD° Dhe? '7 “ Smaak’ r“ike“dé m ar4 ’.™ ;
V3n een zeer ver^ao- stuk»
^ te h o ed an .g h e id , tot Bomlcwaalcn, p X
ateren en andere Ongemakken dienfrig. ?
C3) Salade K t apjlaanie B la d en , die aan dm m
K i e l gedoomd zyn. n Lan J a
^ . Sc&TïoitZt
7 terpaSfe B la d e n > die a a n ™ M
' den K ie l gedoomd zyn en getand. iv.
Deeze wilde gedoomde Soorten uit *lü* A
bedenkelyk de Tuin-Salade kan v o b L r ^
ten zyn of geteeld voortgefproodeden
v a n L ^ I
X S e ; : aitM elfs
aantekent h\z 3 Gouan
de Bladen vooj. ü e R i d f a h f f gefoiPPerdee,
doordien de de „ a r
td bladen u itg e h o e k t1 , ° r *1° ° f Wor‘
verdeeld of X m T enranddigi hHaVdt; maa*r adnedzeerlev Kenru oidn-'
kun-
(!) LaEluca Fol i-t
Moa«j.* ft. Laftu^a fylleftr r C? “ * aCU'eat,'s- g°ht. n u s , ™ r‘ Cofta Spinola. C. B. Pin. tz}.
C4l La&uca Fol h S j ’ Parxd- i P- 191.
KrAM. AxJlu 23o* *«• Gooi» AUnsp. 4oS.
38*- *• LHdb «l,1 e/ ° liSqueacu,eat,s- H- Uiff.
Pln' Morjs. lhii f ' f * ? “6* fy,v‘ Odore Virofo. C. B.
• • iö. Laiftuca agreftis. L011. U. 241.
f ' D^ . X.ST„K. A a 2