IV.' meer gefnipperd maakt. Het heeft overblyven-
c|e 3 knobbelige voortkruipende Wortelen,
s t u k . (26) Doorn met omvattende Lancetvormige
Cxxvr. getande Bladen, die met ongelyke HaairimZutËl
ge Doorntjes gerand zyn: de Steng enge*
Aiant- doornd.
SShtige*.
Wegens de Bladen, naar die van het Altants-
wortel gelykende, heeft deeze den bynaam. Het
zou de zelfde byna fchynen te zyn , met die,
welke het Loof van Patich o f Goe - Henrik
h eeft, by den Heer H a l l e r , hier voor op
het Alpifche Zaagblad als een byfoort aangehaald.
Dat zy de voorgaande Soort zeer ge-
lyk is , blykt niet alleen uit Doktor S qopo-
ü , maar uit den Ridder z e lf, die zegt, dat
de Steng hooger i s , dat de Bladen piet zo wit
z y n , doch veel menigvuldiger, befiaande byna
de geheele Steng, en boven, by de Bloemen,
Elsvormig, geenen gefnipperd. Zyn Ed. ftelt
de Groeiplaats in Engeland en Siberie.
xxvii. Doorn met byna omvattende Lancetvormige
Serratulti- Hm-,
des. Zaagbla-
( z6) Carduus Fol. amplexicaulibus &c. H. Cliff. 391. Ups.
2 50. Cirfium fingulari Capitulo Squamato vel incanum altc-
xum. C. B. Pin. 377. Mill. DiU. T. 94. Carduus mollis
Fol. Hclenii. C. B. Pin. 377 J Cirs. Brittannicum Fol. deui
tatis. SCOP* Ann. 2. p, 60.
(zy) Carduus Fol, fubamplcxicaulibus Lanceolatis &c.
3ACQ. Vind, z s i. Card. Cal. inermibus acutis, Gmel. Sib.
H. p. s i. T- di & 23. f, i , Cirfium anguftifol, non laci-
niatum, c, B, Pi», 377,
S ï N O E M E S I A . 487
onverdeelde Bladen , de Tandjes Borjlelig IV.
gedoomd hebbende; en eenbloemige Steden»
(28) Doorn met omvattende Lancetvormige sr°v°J^
Bladen, de Tandjes Borjlelig gedoomd xxviir.
hebbende en driebladige Bloemen. ^ t l r u
C U S.
(29) Doorn met Lancetvormige onverdeelde, Tartaarweerlooze
getande gladde Bladen , de ^xix
men ongebladerd, metJlappe Stekeltjes. F U t 1escenS.
Geelach-
Weinig verfchillen deeze drie , inzonderheidtl£e*
de twee eerden, beiden haare Groeiplaats hebbende
in Siberie, doch ook, zo ’t fchynt, in
Switzerland. De eene gelykt naar het Zaagblad?
Kruid, zo wel als de andere. De derde, die in
Spanje gevonden is , heeft de Kelken rolrond-
Eyrondachtig, uitloopende in puntige, flappe,
uitgebreide Schubben. De Bloemen zyn wie-
achtig geel.
De zogenaamde Tartaarfche Doorn werdt, omtrent
den jaare 1760, door den Heer C henal
ook aan de Birfa, by Bafel in Switzerland, ontdekt
en fraay in Afbeelding gebragt ( f j . Zo het
die is , welke de Heer H a l l e r noemt, Cirfium
met kanthaairige half gevinde Bladen, de
Vinnen hoekig gedoomd, de bovenden de Steng
omvattende: dan zou hy gemeen zyn in
Switzerland en Duitfchland : doch met deeze
en
( z t) Carduus Fol, amplexicaulibus Lanceolatis &c;
(29) Catduus Fal. Lanceolatis integris inermibus Sec,
( t ) AU. Helv, VOL. IV. p. 294. Tab, H.
Hh 4