7 7 4 S AMENTEELIGE & R UID E X,
IV, (t) Ringbloem met Liniaale, meer famenge*.
W ftelde Bladen, die vlakke gefneeden Slip«-
H oofd- pen hebben,
STUK.
i* Zo het vreemd is, dat de Zeer groote Afia-
CretiTusT tïfche Kamille' (* ) een zelfde Plant zy met de
diaafóf' ^eer kleine Kandiafche Koedille; nog zonderlinger
vind, ik, dat dit Plantje bovendien aan de
Kaap dér Goede Hope groéije. E o e r h a a -
VE) nogthans , merkt aan, dat zy zeer weinig
verfchillen en de Heer N. L. B u rm a n n u s
hadtze in ’t Kruidboek van O l d s n l a n d
gevonden.
n. ( 2 ) Ringbloem met famengejlelde Borftelige
£ r5 & fpitfc Mg*6 Bladen.
Deeze , door den vermaarden T o ü a ne -
for t ook in de Levant gevonden, is door
den grooten B o e r h a a v e , doch kleiner dan
natuurlyk , in Afbeelding gebragt. ‘ De Stoel;
is naakt, volgens V a i l l a n t , zegt L i n -
NiEÜSï
(*) In Iniiee, Plant arum H. Lugdb. Batavi , , waar uit
BOERHAAVE zelf dit genomen had, ftaat Marinum in plaats
van maximum ; welk laarfte mislchien een Drukfeil zal zyn.
■ ( i ) Aneeyelus Fol. deeompofitis Linearibus &c. Syft.Nat
XII. Gen. 969. Veg» XIII. p. 645- H, Cliff, 41?. R. Lugdb,
i j l . Cotula Cietica minima , Chamsmeli folio, Capite in.
fiexo. Toürnf. Inft. Cor. 37. Chamaem. maximum Afiati-
cum nudum humifufum Folio crasfo. BOERH. Lugdb. I. p»
110»
(zj ^nacftlut Fol. compofitis Setaceis &c. H. CUff. 417.
S.. Lugdb. 171. Chamatmelum Oriëntale Fol. pinnatis, TOUR N F,
Ctr. i j , Bokrh, Lugdb. I. p. T. 1 10,
j g ï N Ö E N E S I A , 775
WASUS: zo moet zy dan niet tot deszelfs Ge- IV.
ilagt van Santolinoides behooren, waar van hy
den Stoel zegt Kaffig te zyn en waar toe die Hoofd*
Kruidkenner de voorige Soort t’huis brengt. Ik stuk.
weetniet, waar hy van deeze Ipreeke, Beiden,
ondertusfchen,gelyken door haare Bloemen naar
de Santolina. M i c hel i ü s onderfcheidtze,
daar van, door de Kruidigheïd en dat de Bladen
zeer fyn verdeeld zyn, gelyk die der Kamille.
De 'Heer Sherard hadt de laatfte van Smyrna
gezonden. Hy betrekt ze tot de Planten die
een gebladerden Stoel hebben , waar door de
zwaarigheid van den Ridder weggenomen
fchynt (* ) ,
C s ) Ringbloem met dubbeld gevinde , Spil- m.
rondachtige, gryze Bladen, die uitgeholde
Stippen hebben. Goud*.
kleurig.
Van dergelyke Geftalte is deeze, die L o-
bEL Goudbloemige Kamille der Kruidkundigen
noemt, groei jende in de Zuidelyke deelen van
Europa en het Oosten. Z y fchiet verfcheide
Stengetjes van een Span lang, zo wel ruigach-
tig grys als de Bladen. De Bloemen komen op
een-
(p) Mich. Nov, Gen. Plant. p. 31. Recept, nudum,
Vaill. etgo dubii Generis, Descriptio deficit. Syfi. Nat. Veg.
XIII.
( t ) Anaeyclus Fol. bipinnatis terctiusculis incanis &c.
Mam. Z87. Chamaïmelum luteum Capite aphyllo.C. B. Pin
13J. Chamani. Aureum peregiinum 8tc. J. B. Hiß. III, p.
U 9, Anthemis Chtyfanthemum Herbaüoruin. Lob. 1«, 771,
mm HP sa?
•WW/ mt
C c c 4
II. Deel. x . stuk.