IV. befchreevene Water - Boelkens - Kruid * , Bi*
AFxlEL‘ dens SeQaarad > (dat men Wyfje noemde» ;c
H oofd* welk ook de Bladen eenigszins Hennipachtig
s t u k . h e e ft,) onderfcheiden. De Sweeden noemen
Egme het waarfchvnlvk wegens de pluizige Zaad-
ry• hoofdjes, Flocks, zegt de Ridder.
* sudz. 3j De Stengen zyn ruig , vierkantig, van
,, drie tot zes Voeten hoog zegt H a l l Er ,
’ ’ de Bladen gepaard ( * ) , aan een dik Steeltje
„ drievoudig , allen met de Blaadjes eeniger-
„ maate ruig, fpits Zaagtandig, het middelfte
„ grootst, Eyrond Lancetvormig. Dit komt
„ fomtyds alleen voor, de twee zydelingfe,
„ die anders veel kleiner zyn , ontbreeken-
» de ( t ) . Op den top der Steng is een plat
/ digt Kroontje van paarfche Blommetjes, fom-
” tyds ook wi t , en daar op volgt een lang,
' rank, Pieramidaal Zaad ”
De Reuk is fcherp, de Smaak zeer bitter van
dit Kruid, dat door Deftillatie, behalve zuure
Vogten, ook een vlug Loogachtig Zout in overvloed
geeft en een dikke Olie.' Volgens de
Proeven van G E s N erds verwekt het Afkook-
zel der Wortelen Afgang en BraakeD. Tegen
Ongemakken van de Lever, Geel- en Waterzugt,
(* ; Quam notara vaillantius Genericara , LinnäUS
etiam Clasficam facit: zeigt Hallek (Htl*. insboat. I. S9-)
V/at dit zeggen wil begryp ik niet.
r t ) Dit zal die Veifcheidenheid zyn , met onverdee.de
Bladen , daar R at van fp eekt , door HALLER op droogfi
Grond en, in Switzetland, waargenomen.
yust. is ifc een gemeen Middel, by ’ t Landvolk XV*
bekend. Anderendaagfe Koortfen en loopende xx
Beenzweeren hadt B o e r h a a v e door 't Af- Hoofd*
trekzel genezen. Uitwendig dient het ook in STUE‘
Stoovingen, om koude Gezwellen te doen ver-
flaan,
* * * Met agtbloemige Kelken.
(^14.) Leverkruid met viervoudige ruuwe Lancetvormig
Eyronde, ongelyk Zaagtandige ) rium pur*
gefleelde rimpelige Bladen. ^jpaarfch.
(15) Leverkruid met vyfvoudige, eenigermaate
Wollige , Lancetvormige , egaal Zaagtan■ »««*.
dige, geaderde gefleelde Bladen. vl»kbladiö.
Van deeze beide Noord - Amerikaanfche, die
overblyvende Planten zyn , groeit de eerfte ,
wegens haare paarfche Stengen bekend, tot meer
dan eens Mans langte , de andere maar half zo
hoog, Deeze heeft Bladen als der Brandenete-
len , de andere als van Alantswortel - Kruid,
de grootften byna een Voet lang, ruuw, donker
(14) Eupatorium Fol. quatern’s fcabris &c. Enpat. Fol.
ovato • Lanceolatis &c. Gron. Virg. 119. Eupat, Enula folio.
CORN. Cmai 72. T. 72, Ëupat. Can. elatius &c. Monis.
III. S. 7. T. T3- f. 4.
( ij ) Eupatorium Fol, quinis fubtotnenrofis Sec. Eup. Fol.’
Lanc. • ovatis Sec. H. Cliff. 396. R. Lugdb. ï j j . Eupat. Nov#
Angliae Urtica foliis Sec. Caule maculato. Herm. JParad, S5g?
ï . X j8. Mollis. III. S. 7. T. is , f. S»