3*4 D übbelbrokderi c e K rui den.
IV. Myns oordeels zou dit Kruid gevoeglyker toe
rvmT ^ec Geflagt van H ed y fa rum , daar verfcheide
H oofd. Soorten ook meteenledigeeneenzaadige Haauw-
s tu k . t j es voorkomen, zyn t’huis gebragt geweest,
, ib vind het vreemd , dat het Oostindifch
Kruidjes waar van een Takje in F ig . 4, op my*
ne P laat LXV , is afgebeeld, tot dat Geflagt
betrokken z y , aan welks Kenmerken het geenszins
voldoet. Immers een der voornaamiteo
van ’t Hedyfarum is , datdc Haauwtjes uit Leedjes
famen gefield zyn, ten minde in Vakjes verdeeld
; terwyl dit tegenwoordige geheel Rolronde
Haauwtjes heeft, met eene enkele doorloo.
pende Holligheid , die verfcheide Zaadjes in-
houden (*>
xix. Ik noem het derhalve Eenbladige L o tu s of
jMonopbyl £ 0jjj]aver^ ’c j s een klein hurkend Kruidje met
Eenbiadt‘vee]e digt geknoopte Stengetjes, die aan ieder
f f ’Lxv. Knoopje twee fpitfe Stoppeltjes hebben , van
^’s ' 4' eene Kafaehtige hoedanigheid. De Blaadjes,
overhoeks op lange dunne Steeltjes voortkomende
(*J Meest zou het naar het Penningblackg Haantkop, dat
ook IVigblaiig genoemd wordt en insgelyks Kaffige Stoppeltjes
heeft, gelyken; ‘t welk volgens de aanhaalingen van
den Heer N. L. Bu b m a n n u s wonderlyke veranderingen
ondergaat. Hetzelve zou voorkomen met kleine fte-
kelige Haauwtjes of als die van de Vogelpootjes, en metzo-
danigen , die door geene Leedjes of middelfchotjes onder*
fcheiden zyn. Doch , volgens de befchtyving in Flora Z e y
lanica, is dat Kruid Gis de Stoppeltjes langer dan de Blad-
fteeltjes, de Haauwtjes neergeboogen , krom, eenzaadig heb*
bende), gtootelyks van dit tegenwoordige verfchillende.
d e , zyn meest volkomen Eyrond , de boven- IV.
Hen iets langwerpiger. De Bloempjes zitten XVIII> ,
Aairswyze aan ’ t end der Takjes en zyn paarfch- Hoofd-
achtig; waar op volgen Rolronde Haauwtjes, STÜK-
van ruim een Duim laigte , aan t end fcheef ^riat
gepunt-, op welken zeer onduidclyk zig eenige
tekens van verdeeling openbaaren, die flegts
door de uitzetting der Niërachtige Zaadjes ,
welken zy bevatten, veroirzaakt zyn.
T r i c o n e l l a . Hoornklaver.
Dit Geflagt, in het Loof ook naar de Klaver
gelykende, onderfcheidt zig door de figuur der
Bloem, als een Driehoek voorftellende; doordien
de Vlag en Vleugels byna egaal van grootte
en uitgebreid zyn. Hier op zinfpeelt de La*
tynfchen naam. De Haauwtjes zyn in veele als
Bokshoornen, en daarom noem ik hetzelve
Hoornklaver. Het bevat de tien volgende Soorten.
(1) Hoornklaver wet gejleelde, ge tropte , neer- TrJ ’ la
hangende Liniactle regte Haauwen , de Huthenica,
Blaadjes eenigermaate Lancetvormig. Rusflfche*J
(a ) Hoornklaver met gedeelde* getropte, neer- n .
han* pos♦
Breedvrug*
( 1 ) Trigor.ella Lcgum. Peduncul. congeftis &c. Syfi. Net tiga.
XII. Gen. *98. p. 505• Peg. XII. p. 576. Trigoti. Legumin.
Pedunculatis. M. Cüff. 378. R* Lugib. 382. Lotus Montana
humilior trifolia &c. Amm Ruth 155,159.
( i ) Trigomlla Leg. Pedunculatis &c. Melilotus fupina la-
tifolia &c. Amm. Ruth. 158. A&, Cstting. I. p. 213. T.
13.