SI4 Sameht é e l igë K rüidëet.
IV. Op Java valt Zy o o k , van waar ik Ëxemplad-
AF»§EL‘ ren daar van bekomen h eb , uit welkén ik niet
H oofd» kan z ien , dat zy veel naar de Lampfana, noch
s tu k . ook naar het Bidens, gelyke.
ii. (2) Geitenbek met afloopende Bladjleelen, en
Stresbeckja v tl
Octidenta- naakte Kelken.
fis.
{cheStet* Bladen, die wederzyds langs de Steng,
als het Smeer aan een Kaars, afloopen, maa-
k e n , dat dezelve zig gevleugeld vertoont. Zy
is geftrekt; de Bladen, tegenover elkander, zyn
Lancetvormig Eyrond drieribbig met Zaagswy-
ze Tandjes b e z e t, van onderen Wollig» Aan den
top draagt dit Kruid gearmde Bloemfteekjes ,
volgens L i nn^ üs , die tw y fe lt, o f het ook
to t een ander Geflagt, en Wel tot de Milleriaf*
behooren mogte. De Kelk , zegt h y , is langw
e rp ig , de Stoel naakt: de Bloemkrans beftaat
uit één Straalblommetje , met het Tongetje
aan de tip tweedeelig ; de Zaaden hebben wederzyds
een Kuifje van twee Kafjes. Volgens
C i a y t o n Haan op de Schyf veele tweeflag-
tige Blommetjes , en dat van den Omtrek is
Vrouwelyk , brengende beiden Zaad voort :
weshalve deeze Plant niet to t de Polygamia
neeesfaria behoort.
V e r »
(2) Sigesbeckia Petiolis decurrentibus Scc. Gkon. F ï r g ,'II.
ï21. Verbclïna Fol. Ovatis, Fctiolatis &c» f'ïrg , I. p. 179.
SupMotiophalacton Folio tiineivi Sffltoplmlarias , Caule algro,
fjkV.L. Mtm, I720,
S V N G F , N Ë S I A i
V e r b e s i n a . Dubbelkelk. IV?
A fdeel*
* xx
In dit G e fla g t, dat den Kelk van twee ryën Hoofd«?
Blaadjes h e e f t, is de Stoel kaffig en het Z aad-3TüK^
pluis beftaat uit Baardjes; de Straalkrans on gevaar
uit vyf Blommetjes.
Na de uitmonftering van twee Soorten, die
tot het Geflagt van Spilanthus en van twee ,
die to t dat van Eciipta betrokken z y n , bevat
hetzelve maar de agt volgende.
( i j Dubbelkelk met overhoekfe afloopende ge- ^
golfde Jiompe Binden. &uia.
Gevlea.
D e vermaarde C o m m e l y n heeft een z e e rgeld‘
fraaije Afbeelding uitgegeven van dit Gewas,
dat in de Europifche Tuinen uit Zaad van Ku-
rasfau is geteeld en ’er een overblyvende Ffant
uitmaakt, die in de Zuidelyke deelen van E u ropa
zelfs buiten blyft, L i n Nm a s merkt aan 5
dat hetzelve in Geftalte meest verfchilt van de
overigen , zo dat het misfehien een eigen Ge-
liagt zou kunnen uitmaaken. Eenigen hebben
b et tot de Chryfanthen, anderen tot het Bidens
b e tro k k e n ; gelyk T o urne for t , by wien
h et Indifch T w e e ta n d , m et Bladen van Havikskruid
(1) Vtrhefma Fol. alternis decurrentibus Sic, Syft. Nat.
XII. Gen. 975. Vtg. XUt. p, 648. H. Cliff. 411. Ups. 26a.
Gouan JUonsp. 4,'4. R. Lugdb. ij8 . Cannabina Ind. Fol. in-
tegris , alato Caale. Maqn. Hort. T. p. 40. Chryfanth.
Ameticanutn, Caule alato &c. COMM, Hart. I. p. s. T . j ,
Fi.UK. Alm. loo. T. 84. f, 7, m *
n» PlB L, X. STUK,