IV. (6) Alant met omvattende Hartvormig Lancet*
vormige gegolfde Bladen.
Deeze Egyptifche fchynt de zelfde te zyn,
VI> welke die Kruidkenner Welriekende genoemd
iftaU UH- heeft , in ’t Arabifch Munis genaamd of Ne*
Qoitbiadigfchufch, In Gelukkig Arabie werdt dezelve
overal geteeld, uit hoofde van den zeer aange-
naamen Reuk; wordende met Bloemkransjes,
daar van, het Hoofd yerfierd op Feestdagen. De
raauwe Bladen werden tot Spyze gebruikt. In
de Geneeskunde diende zy tegens Aambei jen;
wanneer de Lyder den Damp van het vèrfch
gekookte Kruid, in een doorboorde Stoel zittende,'
van onderen ontving (* ). In de Upfalfche
Tuin geteeld , hadt zy de Steng een Voet
hoog, met Bladen als gezegd is en eenbloemïge
gebladerde Steeltjes ; de Bloemen van grootte
als die van ’t Moederkruid, doch geel, met de
Kelkblaadjes Els vormig, aan de tippen omgekromd.
(7 ) Alant met omvattende, Hartvormig Lan-
Indica. Cet"
Oosiindifchê.
(«) ïnula Fol. amplexicaulibus Cordato - Lanceolatis ün>
duiatis. Mant. 115. Helenium Aïgypt. tomenrofura'&c, in-
canum Polii folio VAILL. Mem.
{*) ïnula (Odora) Fol. Caul. margine unduiatis Lineari-
tms amplexi-Canlibus tomentafis, Flore flavo, Flor. jEgypti
— ■ - Arabie. uts.
(7; ïnula Fol. amplexicaul. Cord. Lanc. &c. Helenium
Ramofum &c. VAILL. Mem. Conyza minor India: Orientalis.
Fluk. t . 378. f. i & T. 149. f. 3, Jacobaa peifbliata Ötc»
BURMi Zeyl. 1x4. T. SS. f. *.
S Y M T S E N É S I a, 701
cetvormige Zaagtandige Bladen, Draad- iV.
achtige eenbloemïge Steelen en Kogelronde
Bloemen. Hoofdstuk.
Deeze Oostindifche gelykt naar de volgende, Poiy^amia
maar is grooter , zegt de Ridder, en geftrek-^"^““'
ter. De Bladen zyn Lancetvormig, fpits, aan
den voet Hartvormig , omvattende; van boven
kaal, van onderen naauwlyks ruig, met Draadachtige
Steeltjes en Bloemen als van de volgende.
f8 ) Alant met omvattende ' ' ug egolJf de Bladen 9, l.flMÜ Pu*
leggende Stengen en byna Kogelronde Bloem licaria.
men, die zeer kort gefiraald zyn. blo em&
De Kogelronde Bloemen en het Gewas on-c
derfcheiden deeze, die volgens de J^elkjes hier
t’huis behoort, zynde voorheen tot andere Ge-
llagten betrokken geweest. By O o n oN é u s
en L ob Et komtze onder den naam van zeer
kleine Conyza voor. ’t Is niettemin een Kruid,
welks Steng, volgens den Heer H a l l e r ,
een Elle hoogte heeft (*). Hy noemt het Jfter,
met
(8) ïnula Fol. amplexicaul. unduiatis &c. Gort. Belg.
243. GOUAN Mor.sp. 445. Erigeron Fol. und, 8cc. Fl. Suec,
A93 , 758. Conyza minor Fl. globofo, C. B. Pin. lós. Conyza
minima. Dod. Pompt. f t . LOb. /e. 3+5. fl, Helenium
paluftre annuum Hysfopi fol. crispis. Vaill. Mem. Con.
minor Hispanica. Pluk. T. 384. f. S. Aftet paluftris fruti»
fiofus minimus, bark. Ie. 1175.
f* ) Caalis Ramofttfimtts Qubitalis, zegt hy. Ik meen bé«
Ipeurd