a^O DuBBELfcROEDEÏLlGE K r ü IDEN.
IV. de Hoofdjes , mgeboegen Bloemen en Ey~
xvifu ’ rond langwerpig Wollige Haauwen.
3 oqfd*
huk. In Siberie groeit deeze Soort, die wel ge«
Tienman*lykc naar de Syrifche Aftragalus van L ob e l ,
maar veel grooter is en de Bladen fmaller
heeft De Bloemen zyn getropt en groot ,g e -
lyk in die, welke Lob el eerst te Aleppo in
Syrië hadt waargenomen: maar vervolgens hadt
hy ze ook in Brabant, uit Italiaanfch Zaad gewonnen
zynde, gezien.
(24) Kootkruid, dat bynagejlengd is en hurkende
, met de Bloemen eenigermaate ge*
trost en opgeregt, de Bladen Wollig.
C 25 ) Kootkruid met verfpreide Stengen, ge-
Jleelde Hoofdjes, die gefchubd en Eyrond
zy n ; de Bloemen opgeregt, de Haauwen
Eyrond, Eeltig, opgeblazen*
XXIV.
aftragalus
A r en a r iu s ,
Zandig.^
Naar het Glaux van D ioscorides gelykt
inzonderheid de laatfte van deeze twee, die in
Spanje gevonden is door C ldstus, terwyl
de andere in het losfe Zand der Zeekuften zo
van Engeland als Sweeden groeit. De Bloempjes
XXV.
Glaux.
Klaverig,
D i A D Ê L P H I A »
zyn paarfch van Kleur , in Hoofdjes vergaard IV*
als die van Klaver , hoewel het Plantje in *t
geheel veel naar Zoethout gelykt. H oofd«;
STUK.
(2 6 ) Kootkruid met leggende Stengen, gefteeh xxvr.
de Kroontjes en driekantige opgeregte ^f*a&aiu*
Haauwtjes , die aan de tippen Elsvormig E.spuntig,
zyn.
(2 7 ) Kootkruid met hurkende Stengen, han- xxvn.
gende getrofle Bloemen en wederzyds fpitfe iu p lfcL]
Haairige Haauwtjes.
Op de koude Gebergten van Lapland, zo
wel als die van Switzerland, groeit deeze laat-
Ite j terwyl de andere in China haare groeiplaats
heeft. Beiden zyn het zeer kleine Plantjes,
naauwlyks een Span hoog.
(28) Kootkruid dat byna gefiengd is, de Stee- xxvnr.
len omtrent tweebloemig hebbende; de Haau- Driemaan'
wen Haakig, Elsvormig en dubbeld gekield. d;S'
Dit is een klein teder Egyptifch Plantje, met
Stengetjes van een Span, die op den Grond
leggen en rood zyn met witte Haairtjes, waar
tus-
(26) Aftragalus Caul. profttatus &c. Mant. 133. Mil l .
jPh‘1. Trans. I7 6 J . p . 138.
(27) Aftragalus Caul. procumbens &c. Oed, Dan. s li
Aftrag. Ped. folio longiotibus &c. H. Cliff. 362. R, Lugdb.
392. Aftrag, Alpinus minimus. Fl, Lapt, zsg. T. 9. f. r.
Fl. Suec. 592, 661.
C28) Aftragalus fubeaulescens , Scapis fubbifloris &c. Pha*
ca Leguminibus arcuatis. R. Lugdb. 390»
I I . OlSEL, X. STUK,