IV.
A fdeel,
xx.
H o o fd «
s ru s .
'B ia e.lt
B’edvtyvcn
*
466 S amentee l i g e K rubde».
glad en blygroen , naar die van den Ganzen*
Diftel gelykende , en dus maakt het regtop-
ftaande Kruid, met zyne paarfchbloemigeKoppen,
Speen*
Knobbels
dei Steke'
len.
geen oriaartige figuur. Men kan dezelven
gemakkelyk afplukken , doch de Bladen zyn
voorzien met kwetzende Doornen. Het komt
fomtyds met witte Bloemen voor. De Zaaden
hebben een lang Wollig Pluis , waar van, op
fommige plaatfen, in Bedden gebruik gemaakt
wordt. Ook is de Afch voor de Glasblazeryën
zeer goed, zoRa ï aantekent.
Zonderling is ’t , dat men, van dit zo gemeen
Onkruid , geen goede Afbeelding aantreft by
de Autheuren, dan alleen by C o l ü m n a ,
onder den nöam van Ceanothos Theophrafti.
L o b e l fchynt hetzelve te bedoelen met zynen
Zeer gemeenen W e g d ijle l, de Onopyxos G u ila n -
diniy waar van de Gehalte wel gelykt, doch
hy befchryft denzelven als fcherp fteekende
Bollekens hebbende , ’t welk in ’t geheel niet
ftrookt. Anderszins maakt hy ook te regt ge*
wag van de Knobbeltjes , die in Auguftus en
September aan de Steelen groeijen , welke een
beproefd Middel tegen Aambeijen zyn zouden;
zo hem de Prins van Orange, Willem van Nas*
fau , hadt verhaald. Men heeft den dus ge-
knobbelden Diftel voor een byzondere Soort gehouden
en ( Carduus hxmorrhoidalis Parifienfiurn)
Speendiftel der Paryfenaaren ( * ) genoemd gert
» p it is de tweede wilde Diftel vanDqdowüSUS ; Tempt'
— 73» *
S V f t ;G Ê Isr E S I A .
ïiad. T o u rNÈPo r t mérkte reeds aan, dat IV.’
dïe Knobbels, van eene Olyfachtige figuur Afdee^
doe# het fteekeh van eenig Infekt ohtftaan, die- HoJfd.
nende dezelven tot een Nest voor deszelfs £ i.STüK*
jeren. ^ Men geeft voor fzegt hy') dat deezp Polismi&
* Knobbels> J? de Dyzak
,> neezmg der Aambeijen dienen. Sommigen
” ^ oopea ’er drie, ten dien einde, in een
s> olipje van hun Hembd.**
C a r d u u s . Doorn.
Va^dLS,eODlfgeiT enlyk * dG fterk ëed°°rnde
en 1U!den » Jn ons Land D o o rn en ,
die o h^ f ^r^ edoornde Dijteïen | weshalve ik
I Qderfcheiding gebruiken zal tusfehen dit
oolr tiïb ïJ -f13 6 ^e^a£c* hlen vindt, immers,
dikwijs van Doornen en Diftelen gewaagd
denew f r f ^ Akkeren: z o dat die woorn
S 8elyknaamigs hebben.
dé t0t de Doorüen behoorende
hebben een Eyronden Kelk, met gedoorn*
der Blommen-dle °P dkaDder legg^n, en de Stoel
Z ™ m e t Jesls met Haair begroeid. Het be-
- em| Soorten j waar van de eerfte zeven*
overigen diïfle da SteDg aflooPeQde, de
■L co
Want cle Stekels £ ^je?,flegtS niet nat««dyk voorkomt*
I tekeis nebben zulk een Wortel,
H-De e l , x . S ïUK, *>
ÉiÈÉ