A fdeel. Byhangzeltjes : de Bovenlip uitgerand , dè
xviii» Onderlip geheeL
Hoofdstuk.
In Virginie groeit deeze Soort van Lupinen,
nige. an Geftalte met de Europifche kleine blaauwe
overeenkomt, doch de Kelken zonder by-
hangzeltjes o f zydblaadjes heeft, en bovendien
verfehilt door een overblyvenden kruipenden
Wortel. De Bloemtrosfen zyn zeer lang en de
Bladen beftaan uit agt Lancetvormige ftompe
gladde Blaadjes, Straalswyze op den Steel geplaatst.
Z y groeit ’er op zeer magere Zand-
velden en fcbraale Gronden tusfchen het Ge-
boomte, vertoonende zig in ’t Voorjaar fraay,
door haare paarfch blaauwe Bloemen , welke
van het V e e , inzonderheid van de Paarden , dik-
wils afgegeten worden.
Lulnu ^ V ySeboon met owrhoekfe Kelken, zonder
aiblT.nUS' byhangzeltjes: de Bovenlip geheel, de Qn-
witte. derlip drietandig.
Deeze maakt de gemeene Zaay-Lupinen uit,
die witte Bloemen hebben en groote Haauwen
met witte platachtige Schyfronde Zaaden,,als
Erws
pimis Rad. reptatrice perenni. R. Lugdb. 531. Mobis. Hift.
II. p. 87. S. z. T. 7. f. 6.
(z) Lupinits Ca!, alt. Inappend» &c. Mat, Mei. 3jo, 11.
Cliff. Ups. R. Lugdb. 3 66. Lupinus fativus Flore albo, C.
B. Pin. 34.7. Lupinus fativus. Dod. Pmpt, jio , LOB. Ie
II. 6i.
Erwten. Volgens den Latynfchen naam noemen IV.
fommige dezelven Wolfsboonen , in 'c Franfch
Lupine, in *t Engelfch Lupines; doch gemeen- Hoofd-
lyk, als gezegd is, Fygeboonen: *t welk vreemd5TUK*
voorkomt, daar dezelven zo bitter zyn; dochdr£ï‘an'
in warm Water trekt ’er die bitterheid uit en
zy worden niet alleen eetbaar, maar zelfs zoetachtig
van Smaak. In Italië worden zy vee! tot
Spyze gezaaid» als ook om de Landen vet te
maaken, zo fommigen willen: doch het is een
zwaar Voedzel , dat Winderig maakt en dus
niet dienftig dan voor het Arbeidsvolk; hoewel
de oude Wysgeeren doorgaans bunnen Knapzak
daar van vol hadden. Geweekt zynde, en dan
mooglyk geplet, werden zy tot een Soort van
Penningen in de Schouwfpelen gebruikt (* ) . In
Barbarie was men gewoon de Runders daar mede
te meften. Het Meel van Lupinen behoort
onder de weekmaakende en oplosfènde Middelen*
Het Afkookzel dient tot Wondzuivering en ingenomen
doodt het de Wormen.
(2 ) Vygeboonmet half gekranjleKelken,die by- m.
7 Lupinus
hang» varius.
(*) Oeeze noemde men, deswegen , Nummi Ctmid, en J3onte‘
hjet van het quid diftent ASra Lupinist by Hokatius: als
oplf het fchqtwende by. PJLAUTUS? Macerato hoe pingues
tint Auro in Barbaria Boves. Men heeft dit verkeerdelyk
lij Erva vqtandetd , gelyk Vossius aanwyst, en daar uit
dwaaslyk het volgende opgemaakt .• Stulti ignorant, quid
diftent Erva Lupinis. Mant alt. 441.
0 1 Lnpinus Cal. femivcrtieiUati* appendiculatis &c. H.
Cliff II. dsbl. x. stuk.