3 ia D übbejlbroederige K rui den;
IV.
A fd e e l .
XVIII.
H oofds
t u k .
Tienman-
aige.
M e d i c a g o . Rupsklaver*
De byzondere Kenmerken van dit Geflagt3
zyn. dat de
*11. D. v.
3T.Bla.dz.
j 6i .
111.
Medicago
Hadiata.
Ceftiaaldc,
dat de Vlinderbloemigen befluit,
Kiel van de Vlag is afgeboogen , niet alleen ,
maar ook dat de Haauwtjes platachtig en op
byzondere wyzen omgedraaid zyn ; weshalve
aan fommige Soorten de naam van Ru psklaveren
en ook die van Slakkenkruid gegeven wordt.
Men telt ’er negen , op één naa allen Europi-
fchc, waar van de twee eerften, reeds, onder
de Heefters befchreeven zyn * , als volgt.
( $ J Rupsklaver met N ie r achtige H a a uw tje s»
aan den rand g e ta n d , en drievoudige
, Bladen.
Van deeze maakte T o ü r k e f o r t een Ge-
flagt onder den naam van Medicago, als naar de
Medica gelykende , waar van hy de Zaadhuisjes
of Haauwtjes , die rondom als gedraald
zyn, zeer fraay heeft afgebeeld. Men vindt
dit Zaaygewas , dat L o b e l Gejlraald M a a n -
kru id der Italiaanen tycelt, in de openbaare
Kruidhoven. Sommigen hebben het Klaver genoemd
, wegens het L o o f, dat driebladig aan
(} ) Madicaifi Legutn. Renifbrmibus 8cc. I I . Clifil 377.
U p s . 230. R. Lugdb, 381. Gouan Monsp, 397. Medicago
annua &c. Moris. H if i . 11. p. ij8. S. 2. T. 16. f. 3"
Tournï. Inft. 412. T. 231. Trif. Sil. falcata. C. B. P in .
j ïo . Lunaria radiata Italorum. Lob. Ie , l l.p , $s.
D Ï A D i L P H l At 323
t end gekarteld is, hebbende de Blaadjes Hart- IV;
vormig. Het fchynt uit Italië afkomftig te zyn-A* vu?'*
(4) Rupsklaver met N ie r achtige Haauwtjes* tuk.
J aan den rand getand en gevinde Bladen. 1VMedicago
T r, . T Circinata.
in Spanje en Italië groeit deeze, die leggen- -Ron(1*
de Stengetjes h eeft, pnet de Bladen meesthjauwiEe*
vyfvinnig, het uiterfte grootst en Eyrondj de
Bloem fceeltjes langer dan de Bladen , meest
vierjloemig, met Eyronde Blikjes, grooter dan
de Bloemen,'bepaald.
( 5) Rupsklaver met getroste Steeltjes , ge - v.
draaide Haauwtjes en eene opgeregte glad- ^ *
(6) Rupsklaver met getrofie Steeltjes , h a lf- vr.
maanswyze Haauwtjes en eene leppend? Nakata.
- Steng.
O )
(4) Medicago Legutn. Reniformibus &c. H. Olijf. Ups. R.
Lugdb. Gouan Monsp. Loto 3ffin/s Siliquis ci[cinmiS' *
T m . 3 3 3 - i
(5) Medicago Pedunculis Racenjofc &c. II, Ctifil R. Lugdb.
gouan Monsp. Medica Iegirima. C lus. Hifi. n . p. 24„*
Medica fativa. Moris. Hifi. 11. p. i 5o. s. 2 T> m *f *
Foenum Burgundicum. Lob. Ic, ll. p. 35.
(6) Medicago Ped. Racemofis &e. Gort. Belg. i 14. Gouan
Monsp. 39S. Fl. Suec, 620, 677. Da l ib. Paris. i z 9. KBAM.
Aufir. ZZS. Medica flaro Flore. Clus. Hifi. n . p. . . .
Trifolium fylv. luteum Siiiquä cornutä, C, B. Pin, 330
X 2 ' ÏT. Hnr» v _