A fdeel»
xvm.
H oofd*
s tu k «
ro .
Hedyfarum
Rummula*
Tïftliwm.
Wigbladig.
IV.
M<milift‘
rum.
Gekraald.
V.
Styracifo•
Hum.
Rondbladig.
VI.
Renfe rme .
Nierachtig.
VII.
Strorium.
■3ulterig.
fe Bladen, de Steng ongedoornd ,en rappi-
ge Stoppeltjes.
(3) Haanekop met enkelde Wigvormige Bladen.
(4) Haanekop met enkelde ronde Bladen, de
Haauwtjes Kettingvormig , uit ronde
Leedjes bejiaande.
(5) Haanekop met enkelde Hartvormig ronde
Jiompe, van boven gladde Bladen, die van
onderen Wollig zyn.
(6) Haanekop met enkelde Nierachtige Bladen
en ronde Stengen.
Dus onderfcheidt men deeze v y f Ooftindi-
,fche Soorten , welke in de figuur der Bladen
vry veel overeenkomst hebben , uitgenomen de
eerfte, in welke zy naar het Haazen- Oor ge-
lyken. Die, welke de Bladen als van de Sty-
rax heeft, is Heefterig en Wollig ; de anderen
zyn altemaal laage Kruidjes en meest gladbla-
dig o f ongehaaird.
(7 ) Haanekop met enkelde Nierachtige uit-
gerande Bladen en eene driekantige Steng.
Hier
O ) Hedyfarum Fól. fimpl, Cuneiformibas. Fl. Zeyl. ®8g.
Onobr. Mad. Nummulariae folio , Ornithopodii Süiquis.
Pe t . Gaz. 41. T. 16. f. 4.
(4) Hedyfarum Fol. fimpl. orbiculatis, Leg. Moniliforrai-
bus. Mant. 101. BURM. Ft. Ind. p. isg. t . jz. f,
(5) Hedyfarum Fol. fimpl. Cordato - orbiculatis &c.
(6) Hedyfarum Fol. fimpi. Reniformibus Caule tereti.
Burm. Fl. Ind. p. 164. t . $1. f. r.
(7) Iltdyfatum Fol. fimpl. Reniform. emarginatis, Caule
tri*
Hier wil de Ridder, wegens de Haauwtjes, ÏV,
dat Indifch Kruidje betrokken hebben, ’t welkA^ { £ *
de Heer N. L . Bürmannüs eenbladige Gly- Hoofd*
cine getyteld hadt. Hetzelve, aan de Kuft vanITÜ!C*
Koromandel verzameld , werdt aldaar Rotten-dria.'**'
Oor genoemd van de Ingezetenen, wegens de
gedaante der Bladen, door welke het veel ge-
lykt naar de voorgaande Soort, wier Haauwtjes
uit veele Leedjes famengewricht zyn. Die
heeft, volgens LiNNrEus,de Haauwtjes tweeledig,
volgens Bürmannüs eenzaadig; de
Bladen gevlakt en Rankig windende Stenge-
tjes (*).
(9) Haanekop
.Bladen.
met enkelde Eyronde Jiompe
(10) Haanekop met enkelde Eyronde gekartelde
Bladen;de Haauwtjes bedekt door gewelfde
rappige Blikjes.
( 1 1 ) Haanekop met enkelde Lancetvormig
Harttriquetro.
Mant. 270. Glycine aonophyllof. Burm. Fl.
Ind. 1Ó1. T. so. f. 2. Lens Maderasp. Numm. folio. Pet.
Gaz. T. 3*. f. I,
(*) De agtfte Soort is onder de Heeftere belchreeven,
(9) Hedyfarum Fol. fimpl. ovatis obtufis. H. CUff. 449,
Ups. 133, Fl. Zeyl, 290. R. Lugdb, 3 85. Hcd. huinile Capp.
f°li° maculato. d il l . Eltb. 170. T. 141. f. m .
fio ; Hedyfarum Fol. fimpl. ovads ferrulatis&c. Mant. 270.
Lens Maderasp. Eiatines folio. Pf/riy, Gaz. T. 30. f. n .
( 1 0 Hedyfarum Fol. fimpl. Cordato. Lanceolatis &c. Fl.
Z e y l. 28-7. Genifta articulaca repens, &c. Burm. Zeyl. 104.
T. 4».f. f. p g
II. Deel. X. Stuk,
IX.
Hedyfarum
ma 'ui at urn.
Gevlakt.
X.
Latebrafum.
Schuilhok- kig.
XI.
Vnginale»
Schecdig.